GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Ontsluiting van Het Verbond. Twee blinde venten op den weg. Biedefaars! Oppervlakkig beschouwd: toonbeelden van ellende.

Was u echter naast ze gaan zitten eia had' u gezegd: Menschen, wat ben jullie - ellendig! tien tegen één, dat zij geprotesteerd hadden. Want een mensch wil niet ellendig wezen!

Zij hadden misschien gezegd: Melaatsch, dat is , erg, of geraakt, dat is erg! Maai- ik ben altijd in de buitenlucht en ik scharrel mijn eigen kostje op. Ik loop nergens tegen aan. Ik hoor best, , scherp zelfs en ik ben muzikaal!

In onzen tijd zouden zij gezegd hebben: ik geniet veel van de radio en ben bestuurslid van de Blindenvereeniging, ik lees Brailleschrift!

Och, een mensch kan helaas overal tegen! Tegen de crisis, terwijl vroeger de menschen bidstonden belegden, als er één droge zomer was. Tegen den oorlog: waar blijft de geloofskreet: O, God, bekeer de volken toch! Wij hebben wel oog voor het valsch pacifisme, maar weinig oog voor het zondig piessimisme.

W'ij kunnen zelfs tegen de zonde. Wdj zeggen: wij zijn zondaren, zooals wij constateeren: tweemaal twee is vier. En er staat immers zulk ©en prachtige Satz ovei- het Idein beginsel da- allerheüigsten in onze belijdenis! Heere, vergeeft U het maar weer... ik doe het wei weef!

Er is gebrek aan ellende. Wij passen ons aan, wij kunnen er tegen!

Twee blinde venten op den weg. Bedelaars!

Maar zij hebben het Woord gehoord van den Zone Da\'ids. Van de ontsluiting van het Verbond.

De HeUige Geest is nedergedaald uit den hemel en is bij deze twee mannen gaan zitten op den stoffigen weg, lange dagen in de blakerende zon! De Heilige Geest heeft tot die mamien geziegd: O, wat ben jullie ellendig: !

Toen zijn ze gaan zien, zien met hun ziel, gaan zien hun ellende in het licht van Gods Verbond. Dat Verbond, dat maaï niet alleen spreekt van het leven na den dood, dat maar niet alleen • spreekt van de ziel, maar dat omvat heel den mensch en gansch het leven.

Toen zijn deze beide mannen gaan schreeuwen: O, wat zijn wij ellendig, , ontferm u onzer!

Toen zijn zij gaan belijden: Heere, Zono Davids! Heere, wij zijn van U! Zone Davids, ontsluit ons Gods Verbond!

Twee blinde venten op den weg, bedela, ars! De Heiland roept hen en vraagt: Wat wilt gij dat Ik u doe?

Als het óns gevraagd was?

Hadden wij dan misschien geantwoord: Heeire, dat ik in den hemel mag komen? Dit leven is toch niets!

Dan was de Heiland bedroefd verder gegaan. Hij is niet bereid alleen de Heiland van ons uiterste uurtje te zijn! Hij wil ons leven, onze ga, nsclie persoon. Hij wil de Heiland zijn van ons op onzen examendag, onze Verlosser op den stralenden morgen van onze jonge liefde, onze Christus in de spanning van ons zakenleven, onze Losser als wij de garven van den steun gebukt oprapen achter de maaiers. Veilig in Jezus' armen, niet maar als wij liggen op het sterfbed, maar als wij woelen op het harde bed van den man met de sloopende levenstaak en van de vrouw met de mierende zorgen. Hij wil de Gliristus zijn bij de kabinetsformatie en op de V. U. dagien.

Ach, er is niet maar een theologie van dien Verborgen 'God! Er is een kerkpractijk en ©en levenspractijk, waarin God altijd veraf is en waar de Heiland de centrale plaats niet in heeft.

De Gezegende Meester vraagt ook óns: Wat wilt gij dat Ik u doe? Zal Ik u van uw twijfel vienlossen? Gij zult dan wat minder interessant wezen, maar gij zult gelukldg zijn!

Zal ik u de overwinning geven over uw karakterzonden ?

Gjj hebt zulk een slordlgen wandel. Mijn kind, gij komt zoo ongeregeld in Mijn huis en zoo slordig aan Mijn Verbondsdisch, zal Ik dat veranderen?

Mijn discipel, er is een grootsche roeping voor u in dit leven. Mijn koninkrijk komt met geweld! Er moeten mannen en vrouwen zijn, die van Mij getuigen in de wereld, overal! Die in het geioof worstelen om de ontsluiting van Gods Verbondl. Zal Ik u tot zoo'n discipel maken?

Wat wilt gij dat Ik u doe?

Twee blinde venten op den weg. Bedelaai-s!

Maar zij schi'eeuwden hun ellende uit en beleden den Christus.

Niet den Christus van het lieiEg avontuur. Die misschien komt.

TQ); Maar den Christus van het Verbond, Die nabij is. . Hun werden de oogen geopend en zij volgden

Hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1937

De Reformatie | 8 Pagina's