GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

GOD mat ons!

GOD met ons, DAT was Kerstfeest, dat IS alleen Kerstfeest.

Over GOD weten wij niet veel te zeggen.

GOD met ons! Als wij verstonden wat dit beleekent, zouden wij misschien de handen afwerend opheffen en verschrikt stamelen: neen, dat niet... Wij willen weldaden-op-zichzelf, ook geeslelijke weldaden, maar GOD verschuiven wij naar het einde van ons aardsche leven. Op z'n best hebben wij een aparte sfeer voor God, welke wij de mystiek noemen. GOD met ons! Daarom kan er staan van herders, die de nachtwacht hielden bij hun kudden. Daar moeten wij niet inschuiven; zij hielden zich bij Mozes en de Profeten en brachten den nacht door in gebeden en psalmen. Ach, broeder, laat ons het evangelie niet wegtooveren! Wij zouden er wel een soort oefening van willen maken in de velden van Efralha! Het mooist kunnen wij dat tafereel schilderen, wanneer wij zelf nooit van ons leven nachtarbeid hebben verrichE. Boer, die menigen nacht in den stal hebt doorwaakt bij het zieke vee, vertel mij eens, gaat dat zoo geestelijk toe? Man van de nachtploeg in de fabriek, laat eens hooren, zit je te mediteeren achter je machine? Kamerlid, hoe geestelijk is een nachtzitting van het parlement als de droge Waterstaatsbegrooting aan de orde is?

GOD met ons! GOD met een ^zwanger meisje in een stal. GOD bij een nachtploeg in het veldl Menschen in werkkleeren, blatende schapen GOD!

DAT Kerst-evangelie, GODS Kerst-evangelie, dat werpt licht van den hemel op onze kerstfeesten. Als wij vertellen voor een schare kinders, die op de koek zitten te wachten en de kaarsjes tellen. Als wij catechiseeren voor jongens, die hun vragen niet kennen, voor meisjes in hun giecheljaren, voor ouderen, die ons zoo bot en stomp toeschijnen. Zullen wij het maar niet opgeven? Zullen wij de kerk maai- niet versmallen tot een clubje „levende" menschen? En daar waren herders in diezelfde landstreek

GOD met ons! GOD in de werkelijkheid! GOD m het leven! GOD in het vleesch!

Wij kunnen dat niet aan. Eigenlijk willen wij dat ook niet aan! Goedbeschouwd is de Kribbe meer inog dan het Kruis een ergernis en een dwaasheid. Dat de Vleeschwording noodig was, kunnen wij dogmatisch beredeneeren. Maar is 't wel bij ons: Heere, bij deze dingen lééft men? 't Schijnt mij weleens toe alsof wij van 't Kerstfeest zooiets als een jaarlijksch bezoek van Jezus aan deze wereld maken: hoe zal ik U ontvangen? Ontvangen als een reiziger, die doortrekt om te vernachten? Maar voor de blijvende gemeenschap van Christus aan ons vleesch huiveren wij terug.

Als wij durfden zouden wij klagen: wat volgt God toch een omslachtige weg om ons zalig te maken! Een Adam, uit de aarde geformeerd! Een God, in het vleesch verschenen. En wij — eerst een lang leven-in-het-vleesch. Spelen en schoolgaan, sludeeren en werken, verloven en trouwen, zakendoen en politiek voeren, ja ook ontspanning en ontwikkeling. Daarnaast: ons geestelijk leven, telkens weggedrongen naar een oogenblikje en een dag, die daartoe gezet is. Eindelijk, aan het einde, .... GOD!

GOD met ons! predikt het evangelie. Gods Zoon in een wieg. God in het vleesch. Zijn broederen in alles gelijk. Gods Zoon met ons vleesch in den hemel... den hemel, die naar onze voorstelling zoo ijl is. Gods Zoon, blijvend met ons verbonden, ook als wij nog in hel strijdperk van dit leven zijn! Verbonden aan de gansche creatuur, Christus de Verzoener van alle dingen, de erfgenaam van alles!

Het is te mooi om waar te zijn! Ach, vinden wij het wel móói? Hijgen wij niet veelmeer om van dit vleesch ontbonden te worden, het vleesch dat GOD heeft aangenomen, hetwelk Hij verlost en heiligt? Dan kan de Kribbe ons een grooter ergernis zijn dan het Kruis, de aflegging van het leven begrijpelijker dan de aanneming daarvan. Dan zitten wij eigenlijk verlegen met onze prediking aan de wereld, wij hébben inderdaad geen boodschap aan de menschen, als wij niet gelooven met het hart "en belijden met den mond: dat de Christus is GEBOREN!

Maar o, als God onze oogen opent voor de blijvende gemeenschap van Christus aan ons vleesch, wat een rijkdom, wat een KerstFEEST!

GOD met ons in de dagen van Augustus! GOD met ons in de dagen van Herodes, GOD met ons in de dagen van Nero, GOD met ons in de dagen der apocalypse welke wij beleven! ^

Ach, gelooven wij dit wel? Dat toch niet van ons gelde: dit volk nadert Mij met kaarsen en kerstboomen, maar hun hart houdt zich verre van Mij!

KERSTfeest moet zijn een GELOOFSfeest.

Amen, GODDELIJK evangelie! AMEN!

zegt mijn ziel daarop.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1938

De Reformatie | 8 Pagina's