GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rosenherg's aanval op Dr Melser.

Wellicht herinneren sommigen zich hoe Rosen- Ixrg üi zijn ijver om het (wat liij noemt) „verraad der Protestanten aan Luther" te „bewij.zen", een aanlialing deed uit een artikel van den Luthersclien bisschop Dr Meiser. Deze had in zijn kerkelijk blad geschreven: „Wij gelooven aan een heilige katholieke en apostolische kerk, die God de Heere uit alle volkeren en rassen roept, en verbeiden Zijnen dag, waarop allen, die aan Jezus Christus gelooven, onder Hem als den eenigen Herder, eene kudde worden".

Het is ons allen natuurlijk duidelijk, dat Meiser hier op de apostolische geloofsbelijdenis doelt. Rosenberg echter niet. Triomfantelijk roept hij Ln zijn „Protestanlische Rompilger" uit, dat dit wel het „toppunt" is. Beter bewijs voor het „overlaapen naar Rome" had men niet noodig.

Deze ernstige fout van Rosenberg is ook in verschillende Duitsche kerkelij'ke bladen gesignaleerd. De schrijver van de „Mythus" had, zei men, niet geweten, dat Dr Meiser de oorspronkelij'ke text van èen oude oecumenische belijdenis citeerde, die in bijna alle clirislelijke kerken aanvaard wordt. De uitdrukking katholiek heeft, betoogden de tegenstanders, niets met Roomsch-Katholiek te doen, maar zij' is het „Grieksche woord" voor algemeen. Natuurlijk!

Meiser had in zijn artikel verder geschreven: „Wij willen ons niet aan een „romfreie" Duitsche nationale kerk toevertrouwen om daarin zalig te worden". Ook die uitdrukking had Rosenberg's toorn opgewekt. Ziehier een Luthersche bisschop, die tegen een protestantisme ijverde, dat vi'ij van Rome wilde zijn! Maar (zooals we reeds in de serie artikelen over „Protestantische Rompilger" schreven) de gewraakte woorden van Dr Meiser zijn zeer duidelijk als veroordeeling van het streven naar een Duitsche nationale eenheidskerk bedoeld; niet hij koos hier het woord „romfrei", maar de bevorderaars van dat streven gebruikten het geregeld. Zij noemen hun toekomstige kerk altijd de „romfreie Deutsche Nationalkirche". De Luthersche bisschop citeerde dus slechts den door hen gegeven naam. Zoo zeide het ook een der kerkelijke autoriteiten: Meiser heeft zicli alleen maar tegen de poging tot oprichting eener „romfreie" Duitsche nationale kerk willen keeren. Met zulk een kerk wilde hij niets te maken hebben. Maar Rosenberg roept naar aanleiding van het ai-tikel van den Lutherschen bisschop uit: „Hier verheft zich thans voor geheel Duitschland de vïaag: Reteekent Maarten Luther nog voor de toonaangevende leiding van het Protestantisme een kracht, of is Ignatius van Loyola bet geestelijlk opperhoofd der „belijdende kerk" geworden?

B'edenken we dus goed, alvorens Brachfflann's verdediging van Rosenberg te .bespreken (Wilhelm Brachmann, Alfred Rosenberg und seine Gegner), dat Rosenberg op grond van de woorden van Meiser, die zware beschuldiging aan het adres «er belijdende kerk richt. Zij vormen de voornaamste basis van de aanklacht. Het gaat niet < > m een hebt verwijt. Neen: verontwaardigd klinkt ^st: Is Ignatius Loyola voortaan het hoofd der ^vangehsiche kerk?

Wat doet nu Brachmann? Erkent hi| de ondeugdelijkheid van Rosenberg's basis voor de beschuldiging? Neen, hij aarzelt niet met Meiser volledig verantwoordelijk te stellen. Het is toch Blaar merkwaardig, zegt Brachmann, „dat een Lvangelische bisschop aan zijn „Pfarrers" net voorbeeld geeft om dien vorm van de belij'denis ^eer in te voeren, die bij^ ons slechts in de ••^oomsch-KatholieTie Kerk regelmatig ge­ bruikt wordt In rustige tijden zal misschien zoo n handeling als een ardhiaïstiscihe gril opgevat worden, in onze zoo geweldig door vragen van wereldbeschouwing beroerde dagen, moet dat den indruk van een welbewuste, opzettelijike daad maken, mag het ook niet anders begrepen worden. Het is verbazingwekkend genoeg, dat een Evangelisdie bisschop opzettelijk zijn toevlucht neemt tot een belij'denis, die alleen maar in de Roomsch- Katholieke Kerk zoo dikwijls geba-uikt wordt als Meiser het doet, en dat om de gedachte aan een Duitsche nationale kerk, zooals toch in ieder geval Duitsche theologen en gemeenteleden haar naar hun eigen opvatting en zonder twijfel door Duitsche motieven gedreven, vertegenwoordigd hebben, te bestrijden."

Men bedenke: Brachmann zegt nu niet alleen in de R.K. Kerk (zooals enkele regels terug), maar hiji beweert: alleen die R.K. Kerk gebruikt dien ouden vorm zoo vaak als hij (Meiser) het doet. (En dat nog wel tegen echte Duitschers!) Hiet ist de moeite waard om te lezen hoe Brachmann die bewering laat drukken. Er staat:

Es ist erstannlich genug, dasz ein evangelischer Bisschof ausgerechnet zu einem in d i e s e r Haüfigkeit lediglieh in der römisch-katholischen Kirche gebraüchlichen Bekenntnis seine Zuflucht nimmt.

De lezer, dde vlug de brochure leest, behoudt den iiidruk der gespatieerde woorden en zal meenen, dat de oude, oecumenische vorm alleen in de R.K. Kerk gebruikt wordt.

Zoo ver is het gekomen, meent Brachmann, „dat de eigen geloofsgenooten aangevallen worden, terwijl daarmede tegelijkertijd een gewilde of ongewilde, maar in ieder geval toch een buiging voor de Roomsch-Katholieke Kerk wordt verbonden. Zonder twij'fel heeft Meiser zeer duidelijk tot uiting gebracht, wat hem van zijn theologische en kerk-politische geloofsgenooten scheidt, maar hij heeft echter opzettelijk verzuimd zich met dezelfde scherpte van de R.K. Kerk af te keeren. Integendeel! Bij besluit van 1 October 1934 heeft hij zijn landskerk tot het gebruik van den katho, lieken, namelijk van den Roomsch- Katholiek en vorm, opgewekt. Onder deze omstandigheden stort de afweer van Alfred Rosenberg's aanval in elkaar. In dit verband zij' een vraag veroorloofd: Zou de Beiersche landsbisschop niet beter gedaan hebben, wanneer hij zich te rechter tijd de vraag voorgelegd had welk een uitwerking de verandering van „algemeen" in „katholiek", in dezen geestelijk bijzonder bewogen tijd wel moet hebben, wanneer men verder na aangevallen te zijn, verklaart, dat men met „katholiek" slechts „algemeen" bedoelde? En 'tis verder wel heel opmerkelijk", besluit Braclimann, „dat Meiser's belijdenis(!) niet alleen bij Alfred Rosenberg, maar ook in het kamp der R.K. Kerk zelf den indrulc van „Rompilgerschaft" heeft gewekt. De prior van Niederaltaich, Heufelder, schreef namelijk: moet onze ziel niet tot in haar binnenste warm worden, wanneer wij de verklaring van den Beierschen landsbisschop lezen: „Wij gelooven aan de eene, heUige, katholieke en apostolische kerk ". Als er iets is, dat meer dan al het andere de juistheid van Alfred Rosenberg's oordeel bewijst, dan is het wel deze verklaring."

Ziehier een voorbeeld van Brachmann's verdedigingstactiek. Het is niet noodig daaraan veel toe te voegen.

De bedoeling van Dr Meiser zal ons allen duidelijk zijn. Tegenover het streven naar een „nationale", dat is een aan het ras gebonden kerk, stelt hij de heerlijke gedachte der algemeene christelijke kerk, door den „Zone Gods uit het gansche menschelijke geslacht uitverkoren". En hij gebruikt het woord, dat ook in Art. 27 van onze geloofsbelijidenis voorko'mt: een eenige katholieke of algemeene kerk Zooals het de geloofsbelijdenis van Nicéa zegt: „ééne, heilige, katholieke en apostolische kerk..." Waarom? Zou het niet zijn om duidelijk te maken, dat de Christelijke kerk vanaf den beginne dit katholieke karakter heeft beleden, dat zij zich nooit aan een ras of volk heeft willen binden, dat zij' Christus' verlossing voor heel de wereld belij'dt, nu en in het verleden?

Maar Rosenberg en Brachmann willen dit niet verstaan. „Het is toch maar heel opvallend, dat Meiser juist nu dit woord gebruikt. Dat deed hij| niet zonder bedoeling. Dat deed hij opzettelijk" (maar later heet het „gewild ol ongewild").

Ja, Meiser deed het opzettelijik!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's