GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als zij te Kapeniaüm ingekomen waren^ gingen tot Petrus, die de didrachmen ontvingen, en zeiden: Uw Meester, betaalt Hij de didrachmen niet? Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen was, voorkwam hem Jezus, zeggende: Wat dunkt u, Simon! de koningen der aarde, van wie nemen zij tollen of schatting? van hunne zonen, of van vreemden ? Petrus zeide tot Hem: Van de vreemden. Jezus zeide tot hem: Zoo zijn dan de zonen vrij.Maar opdat wij hun geenen aanstoot geven, ga heen naar de zee, werp den angel uit, en den eersten visch, die opkomt, neem, en zijnen mond geopend hebbende, zult gij eenen stater vinden; neem dien, en geef hem aan hen voor Mij en u. Matth. 17:24—27.

Profeet, Priester en Koning.

Meer dan eens heeit de Heiland, getrouw aan de wel, zijn twee draclimen, een halven stater, bijgedragen aan den tempel. Het was voorschrift der , wet (Ex. 30), door Joas in eer hersteld, ook door Neheraia behartigd.

Het was positieve steunverleening aan den eeredienst, 'twas ook „losgeld"; men „kocht zich er door vrij" van den bizonderen tempeldienst. Wie kon dit met meer recht willen, en mogen, en moeten, dan de Heiland? Hij diende den tempel niet in een speciaal ambt, dodi in het meest volkomene en vervullende: Hij bracht den sleencn tempel tot zijn nieuwtestamentische vervulling. Dewelke wij zijn.

De 1 a a t s t e maal echter, en die is hier, want de Heiland is voor 't laatst in Kapernaüm, betaalt de Heiland langs een omweg. Met veel omhaal. Omhaal, waarin geen woord, geen daad overbodig is. Hij betaalt via een wonder.

En daarin profeteert Hij. Hij vloekt een vijgeboom, opdat Zijn jongeren Hem zullen kennen, als Hij wordt uitgeworpen en vervloekt als 't dorre hout. ZoO' instrueert Hij ook Zijn sleuteldrager Simon Petrus: hoe kan die anders preeken op Pinkster, en ons doen gelooven door Zijn Woord?

Eerst laat Jezus Simon merken, dat Hij de Ziener wezen kan. Nog vóórdat Simon den Heiland vertellen kan, dat naar de belasting van officiëele zijde is geïnformeerd, voorkomt hem Jezus. Hij wist er al van.

Maar de Ziener blijkt ook hoogste Profeet. Hij licht Petrus in. Niemand onder de niet-thcocratische vorsten betaalt zelf belasting. Hij niet; ook zijn familie niet. Als 't kan, dan zijn volk niet. De onderdanen, liefst de barbaren, die men knevelde, laat men liefst betalen. Voor een volk, dat de theocratische wet niet meer onderkent, dat zijn Thcocratischen Koning dra zal vloeken is het eigenlijk dwaasheid, dat Jezus zou betalen, inplaats van de belasting te innen. Zijn Vader is de Groote Koning, de Heer van 'ttempclhuis. En Jezus de Christus is diens groote Zooii, God uit (jod. Licht uit Licht. Hij behoeft niet te belalen. Ook Petrus niet. Die is ambassadeur van 't Rijk. Heeft hij niet alles verlaten voor den dienst der vervulling van den tempel in de verbondslijn, dus in de richüng van het Nieuwe Testament?

Daarom betaalt de Heiland wel. Maar Hij profeteert. Hij profeteert, dat Hij, hoewel in de rij der belasting-opbrengers staande, aan den anderen kant van het loket moet staan: de Zoon, de Koning, die ontvangen moet, wien toekomt alle cijns en tol!

Mijn Heer en mijn God, die staat hier in de rij. Ik moet er aan denken, als men mij de bijdrage voor de Kerk af vordert.

Ook is Hij Koning. Terwijl Hij het dienstknechtsgewaad aantrekt, en in de rij der betalende onderdanen gaat staan, requireert Hij. Hij beschikt •over Vaders goederen. Een visch, dan en dan, daar en daar. Én een hengel. En een ambassadeur, die naar den waterkant moet. En een stater in den bek van 't beest. De losprijs, voor twee personen: Jezus van Nazareth, en Simon, Zijn knecht.

Neen, 't gaat niet om de som. De beurs van Judas is er ook nog. Maar 't gaat om Petrus' geloof, en om 't onze, die den belasting-p 1 i c h t i g e zullen zien in Zijn ontlediging en Zijn vernedering, maar tegelijk in Zijn recitt óm van den Vader een mirakel te eischen... Niet voor zichzelf. Doch voor Simon en voor ons, opdat de schijn ons niet bedriege. Opdat wij onzen Koning zouden zien, die heerscht als Hij dient, die belasting neemt, als Hij ze geeft. Voor één wonder, al is 't ook maar aan een visch voltrokken, bewegen zich de krachten des hemels en der aarde.

Ook is Hij Priester. Geef straks die dubbele som, Simon: een losgeld, „in de plaats" van u, en mij!

Een losgeld. Toen Zijn ouders Hem in den tempel voorstelden, kochten zij Hem los, voor ons, om vrij te zijn voor het messiaansche ambt buiten den steenen tempel. Thans volbrengt Hij, wat Zijn ouders zijn begonnen. Voor 't laatst: Hij koopt zich vrij voor buiten-tempeldienst. Dit is de ware tempeldienst thans: de expansie van den tempel is nabij. Hij betaalt Zijn laatste bijdrage; Hij betaalt aan het perkament, waarop Zijn eigen doodvonnis zal slaan. En Hij weet het: o groote Goedheid!

Ook hierin is Hij priester, dat Hij verhindert, dat „zij zich ergeren", d.w.z. zich zouden stooten, en vallen. Had Hij het gebaar van den revolutionair gekozen, van den weltelooze, den contrarevolutionair, zij hadden kunnen zeggen: Hij breekt de wet van Mozes. Dat Hij ze vervulde, hadden ze dan niet gezien, door Z ij n schuld. Zij hadden aan de kleine ergernis zóó zich bezeerd, dal ze voor de groote (Golgotha) geen oog meer zouden hebben gehad. Dit wil Hij hun besparen: opdat niemand zegge, dat hij van Hem vervreemd gebleven is, en dat het de eigen schuld van Jezus is geweest.

Geen aanstoot legt Hij op den weg van ons naar Golgotha. Wie zich aan dezen Priester stoot, van dien geldt do' onderscheiding, die Petrus Dathenus eens gebruikte in een brief aan Calvijn: het is geen gegeven, doch een genomen ergernis.

Maar ditmaal geldt dat woord onbeperkt. Zie toe, uw Priester is hier, en uw Koning, en iiw Profeet. Heden drachmen, morgen bloed.

En wij zijn Zijn huis geworden. Zijn eigendom, óók door dien heelen stater.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's