STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Hooggeachte Redacteur!

Het artikel in het „Leidersblad" geteekend door den heer G., is opnieuw een bewijs, dat wij leven in een tijd van geestelijke verwarring.

De beschuldigingen, v/elke de tegenwoordige Verbondsmenschen te hoeren krijgen, zijn 200 oud als de Geref. verbondsbeschouwing zelf is.

Het mysticisme van allerlei slag heeft altijd beweerd, die Gereformeerden maken er een optelsommetje van, tweemaal ter kerk, mee-arbeiden in kerk, Zending en Evangelisatie, de jonge menschen ijverig in hun jeugdwerk.

Simple comme .bonjour. Ze hebben het Verbond gehouden. All-right.

Het is het oude, vaische liedje, dat mij nog van vi-oeger jaren in de ooren klinkt. Alleen met dit verschil, dat het nu wordt gespeeld door sommige Geref. jeugdleiders.

En dan wordt het gevaarlijker. Maar zoomin als de ouderen zich van de wijs lieten brengen door de mysticisten, zoomin zullen het de jongeren laten doen door deze jeugdleiders.

Wat zou er van het Geref. leven terecht zijn gekomen, indien men ook maar één oogenblik naar deze booze stemmen had geluisterd.

Hebben wij soms den rijkdom, dien we door Gods genade in ons vaderland nog mogen bezitten, aan deze menschen te danken? Wij weten beter, ook de heer Gr. wel.

Neen, daar waar het Verbond Gods werd hoog gehouden, daar openbaarde zich hot krachtigst het leven der heiligmaking. In die kringen v/erd gestreden voor de zuiverheid der confessie, voor de vrijmaking der kerk, voor Chr. onderv/ijs, voor Chr. staatkunde, voor de Theologische School, voor een Chr. Universiteit en voor het Geref. jeugdwerk.

Dwars tegen allerlei onware verwijten in, is m.en voortgegaan, om in eenvoudige gehoorzaamheid te doen wat de Heere van hen vroeg, ook al werd hun optreden door velen miskend en als een optelsommetje van plichtplegingen gedisqualificeerd.

Inderdaad, mijnheer G., dat trouw ter kerke gaan, dat eenvoudige werken voor onze jeugdvereenigingen, enz., daarin openbaart zich een wandelen in den weg des Verbonds, een doen van Gods wil. En de ijverigste werkers verdienen geen extra v/aarschuwing zooals u het doet, maar het vervult onze harten met groote dankbaarheid aan onzen God, dat Hij Zijn Verbond gedenkt, en dat er ook in onzen donkeren tijd nog zooveel ijver is voor 's Heeren zaak. Als we dan zien naar over de grenzen, dan prijzen v/ij den Naam des Heeren voor zooveel rijkdom aan ons Geref. leven geschonken.

Neen, als het „Leidersblad" waarschuwen wil, moet het een anderen kant uitzien. Naar den zelfkant van ons Geref. leven, naar de zeer vele Geref. gezinnen, die het al heel prachtig vinden als ze eenmaal ter kerk gaan, naar de honderden, die niet warm te krijgen zijn voor de dingen van het Koninkrijk Gods. Naar de indifferente jeugd, die noch de catechisatie, noch de jeugdvereenigingen wenschen te bezoeken. En helaas is dit contingent tegenwoordig niet onbelangrijk.

Hier Hgt de zonde van ons volk. Dit is de crisis van onzen tijd, de afval van de duizenden gedoopten. En al is het '„Leidersblad" bevreesd voor het woord „Verbondswraak", de Schrift zegt toch heel duidelijk, dat het Tyrus en Sidon, de heidenen, verdragelijker zal zijn dan degenen, die het Verbond niet hebben willen houden.

Het spijt mij, mijnheer de Redacteur, dat ik het artikel van G. gevaarlijk moet noemen voor ons Geref. jeugdwerk en voor heel ons Geref. leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen