GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij hef? Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij hef? Joh. 21:15, 16, 17.

De eerste Herder.

De gedachte, dat na den liefdemaaltijd aan de zee van Tiberias heeft plaats gevonden Petrus' herstel in zijn apostolische waardigheid, heeft dit gi'o-ote bezwaar, dat de Sclirift nergens zegt, dat Petrus door zijn verloochenmg dit ambt verbeurd heeft. Bovendien is deze Petrus met de anderen reeds tot fundamentleggers der kerk aangewezen, en heeft hij met de anderen do apostoilische opdracht ontvangen om a m b t e 1 ij k te getuigen, dat Jezus leeft, en een ieder, die gelooft in den opgestanen ChristuSj vergeving der zonden te prediken. Joh. 20:21—23. En'indien het werkelijk waar zou zijn, dat Petrus deze apostolische waardigheid verloren heeft, dan hebben de anderen haar ook vei-loren. Zij hebben Hem allen verlaten, en zijn Hem allen geestelijk ontrouw geworden. Maar ook dit Schriftgedeelte zelf heeft niets van eerherstel, maar heeft het o, ver nieuwe opdrachten, speciaal voor Petrus. Het gaat over de kudde. Die kudde gaat Christus thans aan Petrus toevertrouwen. De kerk is geïnstitueerd, Joh. 2:19—23. De apostolische roeping is aangewezen. Joh. 20:23, ook Lucas 24:47—18. De uitbreiding der kerk is verzekerd. Joh. 21:1—14. Maar wat aan dit alles nog ontbreekt is de Nieuw-Testamentische herder. Paschen wordt ook herstel van de herder-functie over het gansche leven. De gemeente ontvangt in Petrus haar eersten herder, die weiden zal Oiver de kudde Gods, opdat nu ook haar leven in de kracht Z ij n e r opstanding to t wasdom komc. Petrus gaat ook na Zijne hemelvaart die herder-functie waarnemen. Dit blijkt duidelijk uit het vervolg - Hand. 1:15, 2:14, 3:12, 4:8, 5:3. Wij zien nu ook, dat hij de schapen hoedt en de lammeren weidt. Wij meenen dan ook te mogen zeggen, dat Christus na dezen liefdcmaaltijd den Nieuw-Testamentischen herder heeft geformeerd" door Zijn kracht. En alle herders, die nu komen zullen, overal waar er een gemeente komt, zullen het beeld van dezen herder hebben te vertoonen, 1 Petr. 5:1—4. i)

Dus nu overkomt ons een nieuwe ontroering. Er wordt een herder aangesteld. En dat is zulk een teere zaak, dat wij er niet bij kunnen zijn, zonder dat ons de tranen in de oogcn springen. Hij, Die de kudde gekocht heeft met Zijn dierbaar bloed. Hij vertrouwt die kudde nu toe aan een mensch, Simon, zoon van Jonas. Hoe zal Hij dan dien mensch diep in de o ogen en in het hart kijken, want herder worden is een ontzaglijke vertrouwenszaak. Herder zijn vraagt liefde, groote liefde voor den oppersten Herder der schapen, zulk een liefde, die zich in gehoorzaamheid offert voor H e m èn voor Zijn kudde. En nu krijgen ook de vragen van Christus hun eigen relief.

De Heiland vi-aagt eerst: „Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? " De Heiland vraagt dan naar zulk een liefde, die elke opdracht kan aanvaarden, die er zich van bewust is in haar wil-tot-gehoorzamen de sterkste te zijn, zoodat die groote vertrouwenszaak ook kan toevertrouwd worden. En dan antwoordt Petrus, dat hij den Heiland liefheeft, maar zóó, dat hij elke opdracht wil aanvaarden. Hij zegt niet, dat hij zóó sterk van liefde is, dat hij elke opdracht k a n aanvaarden. Dus Jezus kieze Zelf den man voor deze schoone zaak. En hiermede heeft Petrus de eerste vuurproef doorstaan.

En nu komt de tweede vuurproef. Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? " Met andere woorden: „Simon, gij moet de herder dezer kudde zijn. Ik vertrouw Ü de kudde toe. Maar Jiebt gij Mij nu zóó lief, dat Ik a 11 ij d op U rekenen kan, dat Ik U elke opdracht geven kan? " En nu volgt Petrus' tweede antwoord: „Heere, Gij moogt verkiezen, dien Gij wilt. Ik wil elke opdracht aanvaarden. Ik zeg niet, dat ik elke opdracht k a n aanvaarden. Als Gij mij tot herder aanstelt, dan zult Gij mij tot die liefde moeten bekwamen, die elke opdracht kan aanvaarden. En hiermede heeft Petrus de t w e e de vuurproef doorstaan. Jezus make zijn liefde zóó sterk, dal Hij altijd op Petrus rekenen kan.

En dan volgt de derde vuurproef. „Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? " En nu vi'aagt de Heiland ook naar zulk een liefde, die elke opdracht wil aanvaarden. „Simon, hebt gjj Mij dan zóó lief, dat Ik elke opdracht geven kan, dat Ik met U gaan kan zoover als I k het wil, terwille van de kudde, die Ik aan U toevertrouw? " En hoever dat gaan kan, dat zal Petrus zooi aanstonds verstaan. Joh. 21:18. En nu het gaat om herder der schapen te worden, nu wordt ook het laatste antwoord het schoonste en worden Petrus' tranen dierbaar in Zijn oo-gen. „Heere, Gij weet alle dingen. Gij weet, dat Ik U liefheb. Heere, Gij weet Zelf of Gij mij de kudde kunt toevertrou­ wen, want Gij doorgrondt mij, Gij kent mijn zitten en mijn staan. Gij zijt immers mijn Heer en mijn God? Hebt Gij de liefde niet Zelf vei-wekt? " En zoo heeft Petrus ook de laatste vuurproef doorstaan.

Dus terwille van de kudde heeft Jezus dien Petrus aan deze vuurproef onderwoi-pen. Het gaat om de glorie der kudde, nietwaar Simon, zoon van Jonas? En om deze glorie der kudde heeft Hij U naar lichaam en ziel gebonden, heeft Hij U opgeëischt naar geheel Uw ziel èn geest èn krachten. Om deze glorie der kudde heeft Hij U en alle herders geleerd, hoever dat wel gaat herder der kudde te zijn, die Hij gekocht heeft met Zijn bloed. Nu kan Hij heen gaan. De kudde heeft ook haar herder. En waar deze herderlijke functie bloeit, daar zal de gemeente nu ook haar glorie vertoonen — de kracht Z ij n er o p s t anding.

Hoe schoon heeft Hij dan voor ons allen gezorgd voor Hij henenging. ZoO' zal nu de God aller genade. Die U in Christus geroepen heeft tot de eeuwige heerlijkheid, nadat gij een weinig tijds geleden hebt, Uvolma ken, vaststellen, verst e r k e n, f u n d e e r e n, 1 Petr. 5:10 (Vert. Prof. Grcijdanus K. V. Serie).

V. d. B,


1) De eerste herder heeft natuurlijk niets te maken met het primaat van Petrus. Petrus is wel de eerste naar telorde, maar niet naar rangorde. Dit zegt hijzelf zeer duidelijk in 1 Petr. 5:1.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1940

De Reformatie | 8 Pagina's