GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZlelskraGbt.

„Daiikje baas, ik ben hier om te leeren!" placht oudtijds een jongmaatje op werf en in winkel tegen zijn patroon te zeggen, wanneer deze hem een opmerking gemaakt had over zijn werk. In die dagen, toen men nog tijd had om te werken en te levenj moest een vak grondig geleerd worden. Daar waren bazen in bombazijn en meesterkiiechts in pilow, die onderwijzers zonder akte en paedagogen waren die er wezen konden. Over een schaafbank gebogen, gewapend niet duimstok en timmermanspotlood hielden zij een college voor jongens in een spiksplinternieuw boezeroen en met stukkenzakjej en theeblikje tot den arbeid toegerust. Het college, dat zij gaven, was helder en werd vol overtuiging gegeven, want deze mannen hadden zelf van hun prille jeugd vakonderwijs gehad. Des zomers zoolang er een streep licht aan de luclit blonk, op de werf of in de timmerschuur, des winters in de huiskamer, als op het teekenbord de Oost-Indische inkt plattegronden en details ontwierp. Toen kwam een dag, waarop zij examen aflegden en slaagden. Neen, stel u geen commissie voor van examinatoren a raison van zooveel gulden per dag, geen schriftelijke opgaven noch een fraai ontworpen diploma. Daar kwam een dag dat een vader of patroon tot den examinandus zeide: Biouw jij nu dat huis maar of zet jij dat schip op stapel! Als dat huis onder de kap stond of het schip van de helling gleed, knikten de oude paaien goedkeurend met hun gebruinde, rustige gezichten en verklaarden: dat ken wel zoo! Dan was je er door! Een cummetje gaven zij echter zoo goed als nooit, ze hielden niet van „uitdouwing", bovendien zouden de klanten later ook geen cummetjes geven. Zoo werkten deze menschen en zoo leefden ze. Straks onder koppiestijd, want gelijk zij tijd namen om te werken, zoo namen zij ook tijd om te leven, zouden zij spreken over de dingen die bovenal hun hart innamen, over Kerk en School. Zij deden dat met dezelfde rust en zekerheid als waarmee zij hun zaken behandelden, zij schudden het hoofd bij een kwast in de preek zoo goed als bij een kwast in de plank, zij werkten niet met stroop, , maar zij breeuwden en pekten de gaten dicht totdat er geen druppel meer doorkwam. Gummetjes gaven zij zelden, maar als zij verklaarden: Nou, dat ken wel zoo! dan kon een dominee of meester tevreden zijn en een candidaat zijn handen dichtknijpen. Deze mannen van Dietschen stam zouden ; VOor pamfletjes totaal ontoegankelijk geweest zijn, ze zouden er zelfs hun pijp niet mee aangestoken hebben! Zoo was het beeld der vaderen, dat kloek en vroom geslacht! Wanneer het einde kwam van hun zorgenvol en toch zoo waarachtig gelukkig leven, dan gingen zij niet met een cummetje ten hemel in. Zij zagen hun leven ernstig onder de oogen, zij moesten erkennen: een plank met veel kwasten. Doch dan vouwden zij de vereelte, gebruinde handen over het dierbare Woord: Heere, Gij hebt het gezegd! Zoo ontsliepen zij in vrede, terwijl de grafrede der broeders zou kunnen zijn samengevat in de woorden: ik geloof dat hij thuis is! Zij hebben in houten hidzen met balken zolderingen gewoond^ in pilow en Engelsch leer rondgewandeld, zij hebben noest gearbeid en vele kinderen voortgebracht en... geloofd dat God waarachtig is. Het Woord! Gods Woord! dat was de uitdrukking die telkens in hun gesprekken terugkwam, het argument dat het begin en het einde van hun redeneeringen uitmaakte, het schild waarop de ï)ijlen van Diabolus afstuitten, het geheim van hun zielskracht.

Zielskracht! Het is misschien een woord, dat wij niet zonder beschaming kunnen lezen. De onze is in de laatste weken zwaar op de proef gesteld. Mogelijk beziet u met een ontsteld gezicht uw puntenlijst, daar komen weinig voldoende's op voor, er staan eenige schandelijke éénen op. Wel, wij zijn hier ook om te leeren! David heeft ons een kostelijk college over zielskracht gegeven in Psalm 62. Naar de vertaling van NoordtMJ zouden wij dit lied Davids kunnen noemen: de JA-PSALM.

JA, naar God is mijn ziel stil, JA, Hij is mijn rots en redding. JA, wees stil naar God, mijn zieL JA, Hij is mijn rots en redding, mijn rotsburcht. JA, ijdelheid zijn de menschenkinderen...

Zoo getuigde een ziel, die zich onvoorwaardelijk vereenigd had met het Woord des Heeren. JA, , getuigden onze vaderen, als zij bij het Woord leefden en op het Woord ontsliepen.

JA Heere, zegge onze ziel.

Doch gij, mijn ziel, het ga zoo 't wil, stel u gerust!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1940

De Reformatie | 8 Pagina's