GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE PROTESTANTSCHE COALITIE VAN DACHAU. (I.)

Wanneer ik thans schrijf over de protestantsche coalitie te Dachau, dan is dat niet enkel om iets- te zeggen over de religieuze verhoudingen in het concentratiekamp Dachau, maar ook, om met dat voorbeeld voor oogen enkele verhoudingen bij ons te bespreken, die niet zijn, zooals ze moeten wezen, en de mogelijkheid te overwegen, of daarin geen verandering is aan te brengen. .Dat houde men goed in het oog!

Ik noem, wat we in Dachau hadden, maar, een coalitie. '

Laat nu niemand over dien naam vallen. Het is mogelijk, dat sommigen, die.-Dachau hebben meegemaakt, als ze dit lezen, bezwaar tegen het woord hebben, en zeggen: „Je mag niet spreken van COALITIE! 't Was daar veel meer, dan dat woord zegt! Spreek liever van de KERK van Dachau!"

Ik doe dat bewust niet. Ik weet, dat er ook zijn, die daar anders over denken, maar naar mijn overtuiging hebben we in Dachau geen , , Kerk" gehad; geen geïnstitueerde Kerk; het was slechts een religieuze kring van menschen van vei^schillende richting: een aantal predikanten en voorgangers, die zich daar aaneensloten en meer of minder samenwerkten.

Het waren vogels van diverse pluimage, zoowel wat richting aangaat, als ook met het oog op de nationaliteit.

Daar waren er van streng Lutersch tot stoer Calvinist.

Van strak orthodox tot uiterst vrijzinnig.

Menschen van de Kerk, en aanhangers van seeten Naast de leden (predikanten) van de officiëele Gereformeerde en Lutersche Kerken bevonden zich daar ook menschen van de Hernhutters, van de Pinkstergemeente en van absoluut vrije groepen, waarvan sommigen met een orthodoxen, anderen met een modernen inslag. Er waren ook leden bij van de Czechische Nationale Kerk, die beweerden, de ware volgelingen van Johaones Huss te zijn, al waren ze misschien meer nationaal dan Hussietisch.

En als men dan toekomt aan de nationaliteiten! Die waren al even gevarieerd.

Naast de Czechen waren er Denen, Duitschers, een Franschman, een Hongaar, Nederlanders, een Noor, Polen, en zelfs een Zwitser.

Omdat het een groep was, die samenwerkte, noem ik het maar een COALITIE. Ik zou het ook hebben kunnen aanduiden als de protestantsche religieuze KRING van Dachau, maar dat past toch weer niet zoo goed, omdat dit begrip breeder is, en er dan ook die Protestanten onder zouden vallen, die zich op andere bloks bevonden, en dat is niet het geval geweest: de mogelijkheid daarvoor was uitgesloten, want het was verboden, dat menschen van een ander blok dan het onze (blok 26) aan religieuze samenkomsten- en dergelijke deelnamen. Niettemin kwamen er wel geregeld enkelen van die bloks luisteren naar de preeken, die gehouden werden, maar ze behoorden niet officieel tot de COALITIE; dat kwam mee ook daardoor, dat het geen predikanten waren. Want de COALITIE bestond uit predikanten en mensclien die een theologische opleiding hadden genoten (theologische studenten en candidaten).

In hoofdzaak waren het PREDIKANTEN. Niet alle protestantsche bewoners van blok 26 namen actief aan de COALITIE deel; voor een deel kwam dat, doordat in de COALITIE het Duitsch als taal werd gebruikt; dat moest'wel, want oorspronkelijk werd vanwege de leiding 'van het kamp geen andere taal ^oegelaten, en bovendien was dat ook noodzakelijk vanwege de practijk: het Duitsch was de taal, die door de overgroote meerderheid werd verstaan; er waren er ook wel, die Sngelsch of Fransch spraken, maar dat aantal was veel kleiner. Toch waren er ook, die geen Duitsch kenden, en een niet gering aantal was volstrekt niet in staat om een toespraak of preek in het Duitsch te houden.

Daarnaast onthielden zich enkelen ook van actieve medewerking om andere redenen, waarop ik nog terugkom.

V. Hoe is die COALITIE ontstaan?

Och, dat ging haast ongemerkt. Aanvankelijk was ze beperkt tot blok 26. Later zijn de Protestanten van blok 28 (de Polen) er ook in opgenomen; vroeger mocht dat ook al niet: niemand, die tot een ander blok behoorde, mocht aan de ^godsdienstoefeningen van blok 26 deelnemen.

Van een COALITIE kan men feitelijk eerst spreken, toen eind November of begin December

1942 de Czechische eniï^ederlandsch dominees van blok 28 werden verlegÉSnaar blok 26.

Vóór dien, tijd was er geen eigenlijke COALITIE op blok 26. Want toen bevonden zich op. dat blok wel eien aantal dominees, die zich aaneensloten als een groep, en die daar ook „Diensten" hielden etc, maar die waren alle van dezelfde nationaliteit, nl. Duitschers, en bovendien waren ze op twee na ook Luthersch, terwijl die beide niet-Lutherschen oorspronkelijk toch tot de Luthersche Kerk hadden behoord. Maar HORST was met verloop van tijd „reformiert" geworden, en PAUL vras overgegaan naar de Pinkstergemeente. Te Dachau sloten ze zich echter volkomen bij de Luthersche groep aan, die toen onder leiding stond van GRüBER. Ik bedoel daarmee niet, dat ze toen weer Luthersch geworden zouden zijn. volstrekt niet! Maar ze vormden zoo'n kleine minderheid, dat men van een COALITIE toch niet kan spreken.

MaEir met de komst van, de Czechen en Nederlanders veranderde dat. Toen kwam er een getal bij, dat werkelijk iets beteekende, en dat bovendien van een andere nationaliteit was, en tevens van Calvinistisch beginsel, terwijl bij de Czechen ook nog een paar andere richtingen vertegenwoordigd waren.

De COALITIE is nooit formeel opgericht. Het ging zoo, dat we, op een blok gekomen, door GRÜBER werden uitgenoodigd om deel te nemen aan den arbeid der Duitsehe broeders, zoowel actief aJs passief, en dat werd aanvaard zonder formaliteiten. Daarom kan men zeggen, dat er formeel niets is veranderd, en met de intrede van de Czechen en Nederlanders alles hetzelfde is gebleven, behalve, dat het aantal werd-uitgebreid, maar zakelijk is er toch wel iets anders geworden, en men voelde dat ook duidelijk. Thans werkten niet enkel maar personen samen, doch groepen van verschillende nationaliteit en richting, hoewel daarmee de aard van het werk overigens wel hetzelfde bleef: men hield vast aan de bestaande Luthersche liturgie bij de „Diensten".

Een volledige samenwerking van allen is het nooit geworden.

Ik noemde dat reeds. Wat de passieve medewerking betreft, waren ér weinig achterblijvers: zoo goed als allen kwamen luisteren naar de „Diensten".

Maar tot actieve medewerking kwamen maar enkelen. Voor de Czechen, en Polen (die later er bij kwamen) ten'deele ook, was de taal het bezwaar: het Duitsch was voor hen een harde noot om te kraken. OPPO en ZELENY hebben zich er aan gewaagd van de Czechen, en later nog een derde, maar het was een wonderlijk Duitsch. Ik geloof niet, dat het ALLEEN daardoor kwam, maar de inhoud van hun preeken heeft m.i. aanmerkelijk geleden door het gebrek van beheersching van de taal. De meesten kwamen dan ook alleen maar luisteren.

Doch het taalbezwaar was niet het eenige, waarom niet werd gepreekt.

Er zijn er ook geweest, die zich daarvan hebben onthouden uit een heel ander motief. Voor hen — en dat waren hoofdzakelijk de Gereformeerden — was de COALITIE'geen KERK, doch slecht een religieuze kring, en daarom hadden ze bezwaar tegen het actief deelnemen aan officiëele KERKdiensten, terwijl ze daarentegen zonder bezwaar zouden hebben meegewerkt, wanneer de „preek" het karakter had gedragen van een religieuze TOE­ SPRAAK.

Ook de Noor, die er later bij kwam, en de beide Denen, en LEMAIRE, de ïYanschman (die ook bij de Pinkstergemeente behoorde: , hij was vroeger Roomsch geweest), en BORNAND de Zwitser hebben het bij passieve medewerkiflg gelaten. De laatste twee spraken geen woord Duitsch, en verstonden het zelf niet eens, en de Scandinaviërs zijn te kort op het blok geweest om er goed in te komen; want daarvoor was toch altijd eenige tijd noodig.

Ik kan me voorstellen, dat iemand vraagt: Maar wat gebeiu-de er eigenlijk door die Dachausche COALITIE? Waarin bestond die medewerking?

Op die vragen heeft men in hetgeen ik reeds heb geschreven ten deele al een antwoord. Niet volledig.

Er werden godsdienstoefeningen gehouden op de Zon- en Feestdagen.

Maar dat was toch het eenige niet.

Behalve dat hield men b.v. eiken morgen een korte morgenwijding van ongeveer, een kwartier. Dat geschiedde met als handleiding de kalender of het i.Losungsbuch" van de Hernhutters. De Hernhutters geven nl. elk jaar een soort kalender uit, waarin voor eiken dag een paar liederen en enkele texten voorkomen. Een deel van die texten wordt door loting (Losung) gekozen, en daarom draagt de kalender dien naam. Die morgenwijding verliep zoo, dat werd voorgelezen, wat er voor den bepaalden dag in het boekje stond, terwijl dan over den hoofdtext een korte toespraak werd gehouden, terwijl alles werd besloten met gebed, dat dan eindigde Met een gemeenschappelijk bidden van het ONZE VADER.

Voorts hield men èenmaa, r per week, als er tijd voor was, een samenkomst voor het bespreken van practische dingen; b.v. een der aanwezigen leverde een preekschets, waarop dan een bespreking er van volgde.

Bij de preeken van 's Zondags hield men zich aan het pericopenstelsel.

Dat is nu eens echt de dood in den pot. Dat maakt bijna elke preek dood, al geloof ik, dat het niet uitsluitend daarvan is gekomen.

Met die pericopen staat het zoo, dat men voor eiken Zondag in het jaar drie texten heeft, die uit enkele verzen bestaan, en zich zooveel mogelijk aansluiten bij het kerkelijk jaar; uit die drie texten kan men er een kiezen om over te preeken, en men is dus in di'ie jaar rond en kan dan weer van voren aan beginnen. Er is één gedeelte bij uit het Oude Testament, één uit de Evangeliën en één uit dè Epistelen of Brieven. In den regel zijn de pericopen veel te lang voor een preek, zoodat men den text haast nooit voldoende kan uitwerken. Daardoor is menige preek een misbaksel geworden, al geloof ik niet, dat het alleen de, schuld van de pericoop was, dat men een onmogelijke preek te hooren kreeg. Maar zooveel is me wel duidelijk geworden, dat we dankbaar mogen zijn, dat bij ons dat dwangbuis van het pericopenstelsel niet is ingevoerd. Het v/erkt v.erstikkend; men is gebonden en kan zich niet ontplooien naar behoefte.

's Zondags had 's avonds gewoonlijk ook nog een van ons tot taak een korte dagsluiting te houden in de slaapzaal. Op de werkdagen gebeurde dat door de Roomschen.Die lazen in den regel een Psalm of ander Bijbelgedeelte of ook wel uit een boek met meditaties of zooiets, wat dan werd besloten met het ONZE VADER; enkelen hielden ook wel een toespraak. Als pater DE CONINCK dat deed, gebeurde het in het Lat§n. Die sprak Latijn, alsof het zijn moedertaal'was! Op Zondagen werd de dag gesloten door een van de Protestanten; er werd dan een gedeelte uit den Bijbel gelezen, dat werd door een korte toespraak, en met een dankgebed besloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 juni 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 juni 1946

De Reformatie | 8 Pagina's