GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING EN ONDERWIJS

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

WAT NU?

De vraag, die het opschrift vormt van dit artikel hield en houdt nog bezig hèn, die braken met „De Groote" — de Vereeniging van Chr. onderwijzers en -essen in Nederland en Overzeesche gewesten. Eén ding stond aanstonds bij hen vast: niet werkeloos toezien, niet aan den kant van den weg bMjven steism.

Op een of andere manier moest het komen tot een samenbimdeling van hen, die het lidmaatschap van „De Groote" niet wilden bestendigen. De gedachte kwam op of niet alle werkers bij het Chr. onderwijs van het Fröbel- tot het Voorbereidend Hooger Onderwijs in deze actie zouden kunnen worden betrokken. Daarom werd een advertentie geplaatst in „De Nieuwe Prov. Gron. Courant" van 17 October j.l., waarin alle werkkrachten bij liet Christelijk onderwijs in de stad en de prov. Gr< Hmigen werden opgeroepen voor een vergadering op Zaterdag 19 October.

Een honderdtal gaf aan den oproep gehoor. De heer Beeftink had de leiding en zette het doel van de vergadering uiteen aan de hand van een drietal pimten:

1. Welke strijd wordt bedoeld met den strijd der geesten in en om ons Christelijk onderwijs.

2. De noodzakelijkheid van een nieuwe aaneensluiting.

3. De beste aaneensluiting is de stichting van een nieuwe vereeniging.

Hij behandelde o.m. het Korte Hemmen-vraagstuk, het zitting nemen van onze menschen in de redactie van „De Nederlandsehe school", het laten optreden van Dr Van Niftrik op de Algem. Vergadering en de aansluiting bij het A.N.O.V.

De tegenstanders van het stichten van een nieuwe arganisatie kregen voldoende gelegenheid htm meening te uiten, waarvan velen gebruik maakten. Jammer was het, dat één der onderteekenaars van den oproep zich terugtrok omdat hem bij nader inzien oprichting va» een nieuwe vereeniging ongewenscht voorkwam. In dien geest spraken verschillende anderen, o.a. de heer Bothof, directeur van „De Groote", die oprichting van een nieuwe organisatie krachtig bestreed en het Comité, dat den oproep geplaatst had verweet, dat het de A.N.O.V.-kwestie maar gebruikte om het eigenlijke doel — oprichting van een nieuwe vereeniging — te verwerkelijken. Smalend sprak hij van de „upper ten", die het alléén meende te weten. Hrj waarschuwde tegen afsplitsing.

Da heer Beeftink beantwoordde de sprekers, zette nogmaals het doel van de op te richten vereeniging uiteaa en schorste de vergadering om de tegenstanders gddfigenliKid te geven de vergaderii^ te verlaten. Ben veertigtal Weef achter en op de vooitgeaette Vergöideiïng' WöJden. de pilaimen naiJer Kesprofen. Een commissie werd aangewezen om op een binnenkort te houden vergadering met bepaalde voorstellen te komen. Tot oprichting van een nieuwe vereeniging kwam het nog niet.

Intusschen zat „De Groote" niet stil.

Bothof plaatste een scherp artikel in het Correspondentieblad — 't orgaan van „De Groote", onder het vlanmiende opschrift: „Onheilig drijven", waarin o.m. de Volgende passage voorkomt: „Collega's wendt U van dit heillooze separatistische streven af. Hebt u uw bezwaren tegen het beleid van het Hoofdbestuur — komt er mee voor den dag en laten we samen zoeken naar de wegen, die op den grondslag van Gods onfeilbaar Woord, tot zegen kunnen zijn voor ons geliefd vrije Christehjke onderwijs en voor allen, die daarbij werkzaam zijn. Wij bidden en hopen dat God zal blazen in het werk van de mannen, die voor dezelfde zaak en op denzelfden grondslag als onze vereeniging willen strijden onder het valsche mom van nauwe aaneensluiting, terwijl ze splitsing en tweedracht zaaien".

Verder werd door de afdeeling-Groningen een vergadering uitgeschreven op Zaterdag 2 Nov., waar drie leden van het H. B. aanwezig zouden zijn om met de leden de gerezen bezwaren tegen den gang van zaken

in de vereeniging nader te bespreken. Van deze besloten vergadering zal ik natuurhjk niets vertellen.

Alleen — ik wil u mijn van te voren opgeschreven afscheidswoord, daar gesproken, hier laten afdrukken. Hier volgt het:

„Hoewel ik geen lid meer ben van de Ver., heb ik, al is het dan ook na eenige aarzeling, toch besloten gehoor te geven aan de uitnoodiging van den Secr. van de Afd. Groningen deze verg. bij te v/onen. NakaEirfcen hoort niet zoozeer tot mijn hobby, toch wil ik gaarne gebruik maken van de mij hier geboden gelegenheid, zoo kort mogelijk weer te geven, wat me er toe dreef met Uw Ver. te breken. Op détails ga ik hier niet in, ik zal mij tot, de hoofdzaak bepalen.

Het optreden van Dr Van Niftrik op de Alg. Verg. in de Kerstvac. van 1945 heeft mij zeer geschokt. Het lezen van zijn betoog in het C. B. heeft mij slapelooze uren gekost. Neen, mijne Heeren, ik weet heel goed, dat U zijn beweringen niet alle onderschrijft, dat ook ü de vrije Chr. school niet wilt prijsgeven, doch die wilt verdedigen, maar dan had U Dr Van Niftrik niet moeten laten optreden. Als U dat had willen bekennen, dan waren we een heel eind opgeschoten.

Mijn bezwaar tegen zijn optreden komt hierop neer, dat het mijns inziens in strijd is met 2 Joh. : 10 en 11. Daar staat:

„Indien iemand tot ulieden komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zeg tot hem niet: Wees gegroet.

Want die tot hem zegt: Wees gegroet, die heeft gemeenschap aan zijn booze werken".

U kunt niet ontkennen, dat U de verantwoordehjkheid voor zijn optreden op U hebt genomen. U wist met wien U te doen had, U wist ook wat hij zou zeggen. Zijn betoog bedoelde niets meer of minder dan de balken onder de vrije Chr. school door te zagen.

Hoe kon U dat toch toelaten?

IK kan daarvoor geen ander motief vinden dan dit: U hebt de menschen met Barthiaanschen inslag en hen, die lid zijn van de P. v. d. A. willen tevreden stellen. Dr Dijk had een vorige keer een soortgelijk onderwerp behandeld, nu was een spreker, die meer links georiënteerd was aan de beurt. Zoo had elk wat wils.

Behendig laveeren zou de eenheid van de Ver. redden!

Ik versta Uw moeilijkheden. Dat U de eenheid der Ver. ter harte gaat, is prijzenswaard, maar dat het bewaren van de eenheid altijd weer punt 1 is van Uw overwegingen, daarin kan ik U niet volgen. Het Woord van God moet Uw richtsnoer zijn en dat Woord verbiedt m.i. duidelijk het laten optreden van Dr Van Niftrik. Elen dergelijk feit is ook onbekend voorzoover ik weet, in de annalen van de gesch. van Uw Ver.

Ik weet heel goed, dat er altijd tamelijk groote verschillen zijn geweest in den boezem der Ver., maar tot zulke uitwassen, vergeef me dat woord, kwam het tot dusver niet. En dat vind ik des te bedenkelijker, waar we leven in een tijd, waarin de drang naar eenheid grooter is dan we tot dusver nog beleefden. Daarom is toegeven aan het eenheidsstreven nu gevaarlijker dan te voren. Dat moest U hebben verstaan.

In datzelfde licht zie ik ook de A.N.O.V.-historie, waarop ik hier niet verder zal ingaan.

U wilt meedoen aan het eenheidsstreven van dezen tijd. Dat JB mijn groote bezwaar tegen heel Uw houding en daarom hebt U mijn vertrouwen ten eenenmale verloren. De aansluiting bij het A.N.O.V. heeft voor mij de deur in het slot geworpen. Was er eerst bij den heer Van Andel eenige aarzeling te bespeuren en vreesde hij voor vervlakking en verdoezeling der grenzen, die vrees heeft hij overwonnen en met veel talent en energie heeft hij de aansluiting tenslotte verdedigd. En hij heeft succes gehad. Bij monde van het Referendum heeft zich de Ver. aan zijn zijde geplaatst. De aansluiting bij het A.N.O.V. is een feit gemorden. U kunt niet terug en U wilt niet terug. U hebt gekozen. Welnu, ik heb ook gekozen. U wilt den weg van de synthese, ik kan U op dien weg niet volgen en zie geen anderen weg dan met de Ver. te

Dat heeft mij moeilijke uren gekost. Ik behoor n.l. tot de weinige leden v. d. Afd. Groningen, die trouw de vergaderingen bezochten. Zonder overmacht héb ik ze nooit verzuimd. Ik heb mijn best gedaan de Afd. nieuw leven in te blazen en heb de voorzittershamer eenige jaren gehanteerd; de leden van de Afd. waren mijn vrienden. Als U denkt, dat me het scheiden gemakkelijk is gevallen, dan hebt U het mis, maar niettemin staat mijn besluit vast. Zoolang Uw Ver. blijft aangesloten bij het A.N.O.V., kan en mag ik de verantwoordelijkheid voor het lidmaatschap niet dragen.

U hebt Uw keuze gedaan! Verbreking van den band met A.N.O.V. zou beteekenen ik zie dat heel goed de breuk met Barthianen en de mannen van de P. V. d. A.

U moest een keuze doen tusschen hen, die principieele bezwaren hadden tegen den gang van zaken, en hen, die het isolement willen doorbreken. U hebt de partij van de laatsten gekozen en daarmee is het tafellaken tusschen U en mij doorgesneden.

De heer Bothof heeft zijn anathema over onze hoofden uitgesproken. Wie dergelijke middelen durft gebruiken, moet weten wat hy doet. Ik beroep mij op Lucas 8 : 17: „Want daar is niets verborgen, dat niet openbaar zal worden, noch heimelijk, dat niet bekend zal worden en in het openbaar komen".

En met deze woorden, mijne heeren, neem ik afscheid van U en Uw Ver. Ik hoop en bid, dat U tot inkeer moogt komen, want het is mijn vaste overtuiging, dat de weg, dien de „Groote", welker belangen mij altijd heel na aan het hart lagen, thans inslaat, dood loopt en dat haar kracht gebroken is.

Aan de goede bedoelingen van de heeren v. h. H. B. heb ik geen oogenbUk getwijfeld, maar de richting, waarin ze koersen, vind ik fout.

Ik hoop echter, dat het verschil van inzicht, dat openbaar geworden is, niet , moge leiden tot wederzijdsche verbittering. Al vechten we in het vervolg niet meer op één front, daar blijft het mijn wensch, dat onderlinge waardeering en respeeteering van eikaars bedoelingen ook in de toekomst moge blijken".

En nu verder, gedachtig aan het woord van den Heiland: Niemand, die zijn hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het

Koninklijk Gof"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's