GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

WAT IS DE BELOFTE ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT IS DE BELOFTE ?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Antwoord aan Ds Hoeksema).

Hier komt dan het beloofde vervolg van ons antwoord aan ds Hoeksema.

Wekenlang is dit uitgebleven. Een haastige scribent maakte er al zijn beklag oyer, dat wij blijkbaar niet verder op de zaak wilden ingaan. En ook het , , Geref. Weekblad" toonde .zich benieuwd naar het uitblijvende gedeelte van onze artikelen.

Laat ik de schrijvers en lezers geruststellen: het is mij een dankbare taak^ de bespreking te mogen voortzetten. Die dankbaarheid is in een nieuw stadium gekomen door de tusschentijdsché ontvangst van de concrete vragen van ds Hoeksema. Wel heb ik naar aanleiding daarvan 'een gedeelte van de reeds ingezonden copie teruggevraagd. Ik had namelijk juist de hand kunnen leggen op een serie brochures over de - sclfeüring in Amerika, en de resultaten van mijn verder onderzoek leken mij zoo de moeite waard, dat ik ze al was begonnen te : verwerken in een meer uitvoerige bespreking van heel den samenhang der in Amerika en < lier in den kerkstrijd aan de-orde geko-' men kwesties. Om maar één punt als voorbeeld te noemen: de frappante overeenkomst tusschen de methode, waarop men in Amerika van synodewege heeft gewerkt met de daar in 1924.aangenomen leerformule (de j^rie Punten") om sommige ambtsdragers uit te bannen en andere ongemoeid te laten! Maar dit blijft ' nu even rusten, om vooreerst alle aandacht te geven aan de concreet-geformuleerde vragen van ds Hoeksema. Intusschen heeft dat „overschakelen" mij temidden van alle andere beslommeringefl in ons vrijgemaakte kerkleven noodgedwongen weej" oponthoud bezorgd. - i^n de haastige critici mogen best weten, , dat wij' predikanten , als wij ons werk serieus opnemen, nog wel ' iets meer te doen hebben dan geregeld artikelen tè schrijven' voor de pers.

En nu ter zake. Aan het slot van zijn deor mij gewaardeerden brief-(zie „De Reformatie" van 12 April « j.l.) zijn de vragen te vinden, ' waarop hij een duidelijk antwoord van ons begeert.

De eerste vraag was deze: „Welke onderscheiding maakt men ten Uwent tusschen belofte en toezegging ? "

Op die vraag kan ik misschien het best antwoorden met een gedeelte uit de bekende „Verklaring van gevoelen", in Novenjber 1943 overgelegd door d^ bezwaarde predikanten S. O. Los, H. Meulink, Joh. H. Rietberg, R. Schippers, M. B. van 't Veer en F. de Vries. Daarin staat op de eerste bladzijde:

„Van ganscher harte gelooven en belijden - wij, dat (ïód trouw is in Zijn toezeggingen ook aan en omtrent het zaad des verbonds, en in. het daaraan gestand doen.

Van ganscher harte gelooven en belijden wij, dat Gods belofte onvoorwaardelijk is in dien zin, dat God hun, wien deze belofte toekomt, niet , het verricliten van een bepaald werk of het komen in een bepaalde - gestel< ^eid als voorwaarde stelt, waaraan door hen eerst moet v/orden voldaan, vóór God het woord Zijner belofte aan hen begint te vervullen.

Maar terwijl wij dit van harte en vóór alles gelooven en belijden, gelooven en belijden, we evenzeer, dat Gods verbondsbelofte, waarvan Christus de inhoud is, gesproken wordt en dus niét alleen toezegging, doch ook zeer bepaald toe zegging is”.

Uit deze passage kan ds Hoeksema - zien, hoe een groep van vooraanstaande bezwaarden in dit stuk de woorden „belofte" eir „toezegging" • afwisselend gebruiken zonder een nadèïe onders(; heiding. Ook in wat verdei* van onzen kant is gepubliceerd, herinner ik mij een dergelijke onderscheiding niet. Mogelijk heeft _ds Hoeksema haar aangetroffen in een geschrift van onze zijde; dan willen we graag een vingerwijzing van hem ontvangen.

Wat ik mij wèl herinner is dit: dat de niet-vrijgemaakte ds J. G. Woelderink eens gewezen heeft op het onderscl^eid tusschen belofte en profetie, tusschen' tóe-zeggiiig en • voor-zegging. In-navolging daarvan is die onderscheiding ook wel eens door vrijgemaakten naar voren gebracht, om flaarmee aan te geVfen, dat de synodale theorie de verbondsbelofte denatureerde tot een goddelijke-mededeeling of voorzegging van heil aan dezen en dien uitverkorene; een eenvoudige mededeeling van „onvervreemdbaar heil", „waarvan de vrucht hun niet kan ontgaan" (Praeadvies pag. 55); of zooals het op pag. 53 van het Praeadvies werd beredeneerd: „in verbond en sacrament zegt God tot den uitverkorene^ of geloovige: „Ik ben uw God (d.i. uw heils-God) voor eeuwig". Hier staat vast, dat de aangesprokene het heil zal ontvangeii, ja in beginsel (tegelijk met het Godswoord) reeds ontvangen heeft; eri dat dit niet meer afhankelijk i's van epnige conditie, waar\^n het Godswoord het onzeker zou laten, of ze wel of niet zal worden vervuld. In dezen zin, dus in tegenstelling met de' algemeens aanbieding dés heils, heeft de Toelichting gesproken van de onvoorwaardelijke heilsbelofte aan dé uitverkorenen”.

Wat dus de eerste vraag van ds Hoeksema betreft, is het antwoord vrij gemakkelijk: bij mijn weten wordt van onze zijde geen wezenlijk onderscheid gezien tusschen „belofte" en „toezegging”.

De tweede vraag raakt rechtstreeks het gröoté punt, ' waarover de strijd hiei-zoo fel is ontbrand, en dat ook" het verschil in zienswijze tusschen ds Hoeksema en ons beheerscht. Omdat het hier op nauwkeurigheid aankomt, herhalen we de vraag nog even woordelijk:

„In betrekking tot de belofte des verbonds, is het Uwe beschouwing:

a. Dat zij voor alle gedoopten onvoorwaardelijk . geldt ? Indien ja, houdt deze belofte ook in, dat de Heilige Geest , , iri ons wonen, en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil" - (en wat daar volgt in het Doopsformulier. L. D.)? Indien ja, , waarom vervult God dan Zijne belofte niet aan alle gedoopten?

b. Dat zij voor alle gedoopten is, maar daïi voorwaardelijk? Indien ja, moet dan het gedoopte kind die voorwaarde vervullen, eer God Zijne belofte aan hem wil vervullen, en aan dat kind wil „toeëigenen hetgeen het in Christus heeft"? Indien ja, hoe kan dat kind, dat van nature in zonden ontvangen en geboren is, en een kind des toorns, die voorwaarde of ook maar eenige voorwaarde vervullen?

c. Of dat zij voor d|e kinderen der belofte is (naar Rom. 9), die voor het zaad gerekend worden? Naar mijn overtuiging kan goede exegese van heel het verband in' Rom. 9 slechts tot de conclusie leiden, dat met „kinderen der belofte" het geestelijk of uitverkoren zaad bedoeld is. Ik ben nog altijd bereid dit te verdedigen, ook nadat ik gelezen heb, wat ten Uwent hierover is geschreven in den laatsten tijd”.

Dit is dan de tweede vraag van ds Hoeksema. Jammer genoeg moet ik juist hier het artikel afbreken. Maar nu kunnen we ons op het antwoord des te beter prepareeren.

L. DOEKES.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juni 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

WAT IS DE BELOFTE ?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 juni 1947

De Reformatie | 8 Pagina's