GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Welke houding neemt „Trouw” tegenover ons aan?

Bekijk het origineel

Welke houding neemt „Trouw” tegenover ons aan?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ter inleiding op drie brieven, die hieronder volgen, diene, dat ik mij, bij schrijven van 27 Sept. 1947, gewend heb tot den Hoofdredacteiir van het Dagblad „Trouw" over de wijze, waarop „Trouw" verslag gegeven had van de rede van Ds E. Th. v. d. Born, getiteld: „De kerk in de branding", gehouden op den Theol. Hbogeschooldag. Ik stelde daarin, naast andere vragen, ook deze: „Of moet ik de oorzaak hiervan (n.l. van dit zóó verslaan van deze redevoering, dat juist de quintessence v/eggelaten wordt) zoeken, dat „Trouw" niet op wil nemen, wat door D's v. d. Born gezegd is? Omdat U, b.v. den inhoud van de rede van Ds v. d. Born gevaarlijk acht voor de eenheid van de A. R. Partij? ”

Ik kreeg antwoord, gedateerd 4 Oct. 1947; maar, daar dit antwoord mij niet bevredigde, schreef ik 11 Oct. 1947 opnieuw aan Dr Bruins Slot en eindigde dit schrijven met deze vragen: „Acht de leiding van „Trouw" zich in de consciëntie, van Gods wege, gebonden aan hetgeen in de „Vervangingsformule" beieden wordt, zóó, dat wie de „Vervangingsformule" niet aanvaardt, dus in strijd komt met de belijdenis der „Drie formulieren van eenigheid"; zóó, dat deze belijdenis geldt voor heel het leven, dus ook voor het leiding geven in de politiek en het sociale leven? Is de leiding van „Trouw" bereid, van haar standpunt openlijk mededeeling te doen in „Trouw", opdat wij volledig weten, wat wij aan elkaar hebben ? M.a.w. opdat wij, naar ieders overtuiging, in gehoorzaamheid aan Zondag 21, vr. en antw. 55, zullen kunnen uitmaken, hoever de gemeenschap der heiligen reikt? ”

Op 14 Oct. 1947 kreeg ik antwoord van Dr Bruins Slot. Hierin kwam o.a. dit voor: „De door U mij in Uw brief van 11 October gestelde vragen beantwoord ik dan ook niet. En wel daarom niet, wijl mijns inziens deze vragen-aan „Trouw" niet behooren te worden gesteld. „Trouw" behoort m.i. geen positie in dit conflict te kiezen. En behoeft dat ook niet te doen om zijn roeping als voorlichtingsorgaan te dienen”.

Zooals onzen lezers nu wel bekend zal zijn, bevatte het weekblad „Trouw", waarvan dezelfde Dr Bruins Slot hoofdredacteur is, een artikel van „O.", getiteld: „Nieuwe Tweespalt". Onze eindredacteur heeft dit heele artikel reeds in „De Reformatie" opgenomen en van passende opmerkingen voorzien.

Op 17 April verzond ik den nu volgenden brief aan Dr Bruins Slot:

Leiden, 17 April 1948.

Den Weled. zeergel. Heer Dr J. A. H. J. S. Bruins Slot. Hoofdredacteur Weekblad „Trouw". Amsterdam.

Weled. zeergel. Heer.

In het weekblad „Trouw" van 9 April J.l. staat als hoofdartikel afgedrukt een stuk, getiteld „Nieuwe Tweespalt", ondertekend: „O”.

Hierover wil ik tegenover U enkele opmerkingen maken.

Ten eerste: wie is deze „O"? Ondertekening met de naam voluit, komt mij zeer gewenst voor, als bijv. uit de kop van het blad niet duidelijk opgemaakt kan worden, wie met bepaalde initialen bedoeld wordt.

Vervolgens wil ik enkele opmerkingen maken over de inhoud en de strekking van dit artikel.

U schreef mij op 14 Oct. 1947 naar aanleiding van aanmerkingen mijnerzijds over de verslagen van de Theol. Hogeschooldag te Kampen: „Trouw behoort m.i. geen positie in dit conflict (bedoeld was het kerkelijke, P. J.) te kiezen. En behoeft dat ook niet te doen om zijn roeping als voorlichttogsorgaan te dienen". Tegen deze regel nu, gaat het artikel van „O" m.i. rechtdraads in. „O" schrijft toch, nog wel in het vetgedrukte gedeelte: , , Het politieke Paascongres van de Gereformeerden, die zich onder leiding van Prof. Schilder hebben vrijgemaakt van de Gereformeerde Kerken". Even verder schrijft hij over „tuohtprocedures, waardoor Prof. Schilder en de zijnen buiten de Geref. Kerken geraakten". Weer verder heeft hij het over „een predikant der Kerken, onderhoudende art. 31 K.O. (de kerk, waartoe Prof. Schilder behoort)". U zult toch weten, dat de , , vrijgemaakten" zich met vrijmaakten van de Gereformeerde Kerken; maar van besluiten van een bepaalde synode. U moet toch eveneens weten, dat zij in volle ernst beweren de wettige voortzetting dier kerken te zijn en dat de ongeveer 90 % der kerkleden, die zich niet vrijmaakten van die besluiten, buiten de Gereformeerde Kerken geraakt zijn. Uit het derde citaat blijkt, dat „O" de kerken, onderh. art. 31 K.O. liever niet als „Gereformeerde Kerken" aanduidt!

„Trouw" neemt dit alles op; nog wel als hoofdartikel; zonder ook maar één woord critiek van de hoofdredacteur! Als eens een artikel aan „Trouw" aangeboden werd, waarin over de Geref. Kerken (bedoeld dan die lierken, die, ter voorkoming van misverstand nog steeds geen postale aanduiding aangenomen hebben, maar volmaakt doen, alsof zij DE Gereformeerde Kerken zijn!) geschreven werd op een wijze als in dit artikel over de Geref. Kerken, onderh. art. 31 K.O., en ondertekend b.v. met K.S. of B.H. of C.V., zoudt U het dan ook, zonder enige critische noot, geplaatst hebben als hoofdartikel; gesteld, dat de inhoud verder even „degelijk" was als van dit artikel ? Ik weet zeker van niet!

De kwalificaties van ons, vrijgemaakte Gereformeerden, die in dit artikel voorkomen, zijn dan ook voor ons krenkend.

En ook door de plaatsing van dit artikel heeft „Trouw" zijn kerkelijke onpartijdigheid laten doorbreken.

Bovendien bevat het artikel aperte onjuistheden. „O" schrijft toch maar: „Zo heeft (volgens het Amersfoortse congres) de heer Schouten geweigerd, om de kerkelijke tuohtprocedures, waardoor Prof. Schilder en de zijnen buiten de Geref. Kerken geraakten, tot onderwerp van bespreking te maken in partijverband”.

U weet ook wel: dit heeft geen vrijgemaakte gewild, noch voorgesteld. Die weten heus wel, dat kerkelijke zaken, als beroepen van een predikant, candidaatstellingen voor ouderlingen, ook tuchtoef4Sningen over in zonde levende leden der kerk, alleen maar thuis horen op de kerkelijke vergaderingen en niet op die van een kiesver-'eniging. Maar U zult mij, als het goed is, ook toe moeten stemmen, dat kerkelijke tuchtoefeningen wel degelijk verdragende konsekwenties kunnen hebben voor allerlei werkzaamheden in het Koninkrijk Gods, waartoe ook de christelijke politiek behoort. Deze konsekwenties van bepaalde kerkelijke besluiten hebben wij ter sprake willen brengeh en willen wij nóg ter sprake brengen; niet die besluiten zelve! De besluiten zijn voldoende publiek gemaakt; destijds wijdde , , De Standaard" 7 kolommen druks aan het rapport over de schorsing van Prof. Schilder! Dan zijn de konsekwenties eveneens publiek. Dat , willen wij, omdat wij door die besluiten met hun konsekwenties de eenheid van de A.K.-partlj in ernstig gevaar zien gebracht; en, omdat wij prijs stellen op een hechte eenheid; en wars zyn van alle tweespalt onder hen, die geloven lu onze Here Christus.

Maar dan is het met slechts een totaal verkeerde weergave van het karakter onzer daden, maar een buitengewoon krenkende kwalificering dier daden; te meer, als dan nog boven dit artikel staat: „Nieuwe Tweespalt". Niet onduidelijk toch staat hier: als de christelijke politiek en de christelijke partijen weggevaagd waren geworden, was dat te wijten geweest aan de felle aanval der Barthianen. Nauwelijks van deze felle aanval bekomen, ziet de partijleiding zich geplaatst voor een meuwe opstekende storm, „mogelijk een, scheuring", dan is dat te wijten aan die, door de vrijgemaakten ontketende storm! Degenen, die dus op de bres willen springen voor een hechte eenheid, en die daarom ernstige pogingen aan willen wenden om een basis van samenwerking, die aan het vermolmen geslagen is, te vervangen door een degelijke, uitgemaakt voor scheurmakers! Ten diepste wordt, ook ia deze beschuldiging, weer stellmg genomen in het . kerkelijke conflict.

Ik zou nog veel meer kunnen noemen; maar zal dit nu niet doen.

Ik zou U, gezien het bovenstaande, wel dringend willen verzoeken, in het eerstvolgende nummer van het Weekblad „Trouw", op een opvallende plaats op de eerste pagina, te willen meedelen, dat dit artikel door de hoofdredactie m zijn geheel wordt teruggenomen.

Terwijl ik er dan voor het vervolg prijs op zal stellen, als vóór de plaatstog scherper critiek op de inhoud wordt uitgeoefend.

Ik deel U ten slotte mee, dat ik mij, over dit artikel ook gewend het) tot het Bestuur van de A.R.-kiesvereniging te Leiden. *

Hoogachtend, (w.g.) P. JASPERSE.

Op dit schrijven kreeg ik 1 Mei 1948 op papier van de Hoofdredactie - het volgende antwoord:

Den Weledelgeboren Heer P. Jasperse (arts). Witte Stagel 72, Leiden.

Weledelgeboren Heer,

Naar aanleiding van Uw brief van 17 April, moge ik

U meedelen, dat naar mijn mening het door U bestreden hoofdartikel in het Weekblad „Trouw", niet rechtsdraads mgaat tegen hetgeen ik U verleden-jaar geschreven heb aangaande het positie kiezen in het kerkelijk conflict.

Het congres te Amersfoort handelde over politieke zaken.

Voor het overige kan ik U meedelen, dat ik de verantwoordelri'kheid voor het opnemen van dit artikel aanvaard.

Br is niet het minste bezwaar tegen, de naam van den schrijver te zeggen. Dat is Prof. Mr N. Okma. De ondertekening met één letter dient met ter verdoezeling. Het is van algemene bekendheid, dat Prof. Okma aldus signeert.

Hoogachtend, Uw dw., (w.g.) BRUINS SLOT.

Op 8 Mei heb ik aan Dr Bruins Slot opnieuw géchreven. Deze brief was van den volgenden inhoud:

Weled. zeergel. Heer!

De inhoud van Uw schrijven d.d. 1 Mei j.l. stelde mij zeer teleur. Ging het niet om een zaak van vérgaande strekking, ik zou er U met op geantwoord hebben.

Nu de eenheid vem de A.R.-partij door zulk een antwoord in direct gevaar komt, acht ik mij geroepen, juist ter wille van de bewaring van die eenheid, U nogmaals te schrijven.

Het bedroevende van Uw antwoord is, dat U op de hoofdzaak, die ik in mijn schrijven aan U, d.d. 17 Apr. j.l. aansneed, in het geheel niet ingaat. U poneert slechts, dat dit artikel van Prof. Okma niet rechtdraads mgaat tegen wat U mij vorig jaar schreef aangaande het positie-kiezen in het kerkelijk conflict; maar U voegt er geen enkele weerlegging bij, van wat ik U schreef.

U merkt alleen op: „Het congres te Amersfoort handelde over politieke zaken".

Maar ik schreef U niet over het congres te Amersfoort; maar over het artikel „Nieuwe Tweespalt" van Prof. Olana in het weekblad „Trouw" van 9 April 1948!

Dat artikel kiest wel degelijk positie in het kerlielijk

conflict; Ik citeerde TJ verschillende zinsneden eruit, die •dit bewijzen. En door dit artikel te plaatsen, en nog wel als hoofdartikel, stelt „Trouw" zich partij in dit conflict.

Ik citeerde verder enkele uitlatingen, die krenkend zijn voor een deel der leden van de A.R.-kiesverenigingen. TJ negeert dit gedeelte van mijn schreven geheel!

Deze krenking accentuerend, schrijft U „voor het overige kan ik U meedelen, dat ik de verantwoordelijkheid voor het opnemen van dit artikel aanvaard”.

Zó iets te schrijven komt neer op het forceren van de breuk in de A.R.-partij! U zit toch ook voor de A.R.partij in de Tweede Kamer!

Ten slotte: „de ondertekening met één letter dient niet ter verdoezeling". Ik vraag U: heb ik U beschuldigd van verdoezeling? Ik wilde alleen maar zeker weten, wie „O” was.

Ter wille van het bewaren der eenheid heb ik U dit geschreven. Ik hoop van harte, dat U, eveneens met dat doel, mijn brief van 17 April j.l. alsnog zult willen overlezen; en dat U alsdan de moeite zult willen nemen, In Uw antwoord recht op mijn bemerkingen en grieven • in te gaan.

Hoogachtend, (w.g.) P. JASPBRSE.

Het is m.i. overbodig commentaar op deze brieven te geven. Ze spreken voor zichzelf.

Alleen wil ik nog mededeelen, tot op heden, 21 Mei, geen antwoord van Dr Bruins Slot ontvangen te hebben. Indien hij mij alsnog antwoordt, hoop ik het eveneens in , ; De Reformatie" te publiceeren.

Uit mijn eersten brief blijkt, dat ik mij over deze zaak ook schriftelijk gewend heb tot de A. R. kiesvereeniging te Leiden. Dit was geschied bij schrijven van 16 April j.l. Van deze kiesvereeniging ontving ik antwoord, gedateerd 24 April:

Weledelzeergel. Heer,

Hiermede bericht ik U de ontvangst van Uw brief d.d. 16 April j.l.

In onze eerstvolgende bestuursvergadering zal deze •brief besproken worden.

Hoogachtend, (w.g.) C. KROMHOUT, Secretaris.

Mijn brief van 16 April j.l. eindigde echter:

„Hopende, dat dit schrijven zoo spoedig mogelijk op een ledenvergadering onzer kiesvereeniging voorgelezen en behandeld worde, verblijf ik ".

Ik vroeg dus om behandeling op een 1 e d e n v e r-gadering; het artikel , - , Nieuwe Tweespalt" was nu eenmaal gepubliceerd in het weekblad „Trouw". Het positie-kiezen in het kerkelijk conflict, evenals de voor ons, vrijgemaakte Gereformeerden, krenkende opmerkingen, waren dus eveneens publiek gemaakt; iedereen, wie maar wilde, geloovige of ongeloovige, kon het lezen. Daarom, is de behandeling van mijn schrijven op een leden - vergadering m.i. eisch.

De secretaris schreef mij echter: Uw brief zal in onze eerstvolgende besftuurs vergadering besproken-worden.

Ik heb, eveneens tot op heden, niet gemerkt, dat deze bestuursvergadering gehouden is.

P. JASPERSE.

BATAKSCHE KERK

In een overzicht van den R e g e e r i n g s v o o r-lichtings dienst te Batavia, dat tot opschrift draagt: INDONESISCHE PERS EN RADIO (REPUBLIKEINS), komt het navolgende uit Jogjakarta afkomstige Antara-telegram van 10 Mei voor:

„De protestantsohe Hoeria Bataksche Christengemeente van Java en Sumatra zal van 15 Mei tot en met 17 Mei a.s. te Jogjakarta haar synode houden. In deze synode zullen besproken worden de organisatie van de Bataksche kerk, het dogma van den status van de Bataksche kerk t.o.v. de buitenlandsche kerken. De besluiten van de a.s. synode zullen worden doorgezonden aan het Hoofdbestuur van de Hoeria Christen Bataksche kerk te Taroetoeng. De afgevaardigden van de Bataksche kerk van Jogjakarta naar deze synode zijn Ir Simandjoentak, Mr A. M. Tamboenan of Mr Amir Sjarrifoeddin”.

Tot zoover het telegram uit Jogjakarta. De vraag rijst waarom de Bataksche kerk, wier gemeenten in groote meerderheid in de Bataklanden op Sumatra gevestigd zijn en waarvan zich slechts een kleine gemeente in Jogjakarta bevindt, die ongeveer een jaar geleden werd gesticht en nog geen eigen predikant heeft, haar synode gaat houden in die laatste plaats. Opvallend is ook, dat als een van de waarschijnlijke afgevaardigden genoemd wordt Sjarrifoeddin, een van de aanstokers van het incident op het station te Jogjakarta bij aankomst der Nederlandsche delegatie, toen o.a. een der secretarissen bewusteloos werd geslagen, een bizonderheid, die alleen in een Maleische krant gestaan beeft.

Bovenstaand bericht ontvingen wij in dank van be­ voegde zijde.

K. S.

CORRESPONDENTIE

Tot onzen spijt moeten wij meedeelen, dat van de nummers 35» (29 Mei) en 36 (5 Juni) van ons blad geen exemplaren meer voorradig zijn.

DE UITGEVERS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Welke houding neemt „Trouw” tegenover ons aan?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's