GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater.

Willen wij de kracht en de beteekenis van het Huis van Oranje Nassau verstaan, dan moeten wij, zoo zei ik, uiteraard terug naar den tijd, toen de band van dat vorstenhuis en ons volk werd gelegd. En dan treedt »de eerste Willem op den voorgrond.

Groen van Prinsterer doet dien grooten vorst ons kennen uit de particuliere correspondentie, die hij voerde.

Onze dagen leeren ons wel, dat men den waren aard van een regime en van haar leiders niet licht leert verstaan uit hun officieele uitingen.

Wij zouden, om een voorbeeld te noemen, de toeleg van het communisme het best zien, als wij de geheime onderhandelingen en gesprekken konden beluisteren. Welnu — het is uit de brieven van den Prins aan de vele vorsten en machtigen van zijn dagen, waarin hij om hulp vraagt voor de z%sik die hij dient, en; de innigste overwegingen van zijn groote hart blootlegt, dat wij den aard van zijn strijd het best leeren waardeeren.

Groen doet dan allereerst zien, dat deze prins toen niet alleen dacht aan de belangen van ons land. In de taal onzer dagen zouden wij kunnen zeggen, dat hij „Êuropeesch dacht”.

Hij wilde Europa verlossen van een religieus en poUtiek despotisme, zooals het Huis Habsburg dit in dienst van Rome voerde.

Daartoe trad hij in verbinding met alle machtigen van Europa, op wier steun hij durfde te hopen. Helaas vaak te vergeefs.

Waarom zoo? Hij doorzag dit zeer goed. Hij schreef: die vorsten in Europa zijn niet onverschillig voor de vrijheid van ons volk, maar vaak wel omtrent de groote zaak, waarvoor ik strijd: de zaak der reformatie.

Deze prins van Oranje dacht niet aan een wereldparlement en aan wereldcongressen, hij sprak niet van humanistische waarden en van democratie en dergelijke vage onduidelijkheden, het was hem te doen om een Europeeschen vrede overeenkomstig met de regeering van het Woord van God. Het ging hem allereerst om de vrijheid der reformatie.

Geen vage religiositeit deed, zoo zegt Groen, ' hem rustig staan te midden der woedende golven — saevis inmotus in undis — maar het bouwen op de rots van het Woord Gods, dat hij kende en beleed naar de be-Ujdenis der reformatie.

Zijn vroomheid was even levendig en-nauwgezet als die van zijn moeder, en van zijn broeder Jan van Nassau.

Het was geen vaag religieus sentiment, dat hem dreef, maar nauwkeurige kennis van de gereformeerde beUjdenis en de fijne onderscheidingen naar het Woord des Heeren, die de waarheid van de dwaling doen onderkennen.

En hoewel hij den strijd tusschen Calvinisten en Lutheranen betreurde, wist hij toch zeer goed, waar het in dien kamp omtrent het zuiver belijden toch om ging.

Groen van Prinsterer keert zich in zijn verhandelingen, die aan het derde deel der Archives voorafgaan met groote scherpte tegen een Duitschen protestant, die over de Reformatie zoo ongeveer oordeelde als wij dit van de modernistische protestanten gewoon zijn. „Un progrès, un perfection de l'Eglise, eine Weiterbildung der Kirche”.

De reformatie, dus zegt Groen, was maar geen stap naar voren op den weg eener vage godsdienstigheid of bijgeloovigen vormendienst, zooals Rome die kende, zij was veeleer een wederkeer. Zij was r e • ge n e r a t i e, geen ontwikkeling. T e r u g k e e r tot de fundamenteele waarheden der Schrift, de redding alleen door genade om de verdiensten van onzen Heiland en Heere Jezus Christus; omverwerping van het getimmerte van wereldsche bijgeloovigheden, een doodelijke slag voor een kerkelijk regime, dat den Bijbel terzijde schoof, den hemel als bij opbod verkocht, Christus vervolgde in Zijn discipelen; Rome, meer antichristehjk zelfs dan de Caesaren.

En het is alleen mogelijk onzen opstand tegen Spanje te begrijpen, als men erkent dit godsdienstig principe van dien kamp, de natuur van eea staat, aan welken de Heer der kerk de geboorte gaf, zijn duur, en de kracht van Zijn kerk; en de verdienste van den Prins van Oranje is deze, dat hij als een instrument dienen mocht voor dit groote werk van God.

Het is niet maar alleen de vrijheid voor een vage religie, dat de Prins zijn strijd voerde, maar zeer beslist voor de vrijheid van de gereformeerde religie, voor de vrijheid der ware kerk, die hij kende, en waarbij hij zich voegde, naar den eisch van zijn Koning en Heere, Jezus Christus.

Zoo streed hij tegen Rome en tegen Spanje.

Want hij eerbiedigde het gezag van den Koning van Spanje, omdat hij wist, waarin het gezag der overheden is gefundeerd en daarmee ook de vrijheid en het recht der volken.

Maar toen het hem onmogelijk was in den dienst van dien vorst zijn plicht jegens God te vervullen, toen waagde hij een kamp als prins van Oranje, een strijd, die buitengemeen stoutmoedig, ja overmoedig mocht heeten, wanneer hij zich niet bewust was van het doel waarvoor hij streed en van de hulp van den Drieeenigen God.

Voor hem stond het vast, dat de vrijheid van de kerk der reformatie ook werkte de vrijheid van 'n volk. En daarom was hij tolerant en was zijn eerste werk, dit blijkt uit zijn brieven, wanneer onzerzijds een plaats aan het Spaansche juk was ontrukt, om te vermanen: zorg voor de prediking van het Woord in volle vrijheid, maar gun ook volle vrijheid aan de Roomschen en Lutherschen, ja zelfs aan de Wederdoopers, zoolang zij niet tot verkeerde, tegen de goede orde gerichte daden overgaan.

De prins ging in die zorg voor de vrijheid verder zelfs dan Aldegonde, die waarschuwde tegen de dooperij en daartegen strenge maatregelen van overheidswege niet kon afkeuren.

De prins was van overtuiging, dat de vrijheid van des Heeren Kerk en de vrije verkondiging van het Woord'Gods alleen veilig kon zijn als ook volle vrijheid aan het woord van menschen werd gegeven, mits, zooals dat behoort, dat ieder verantwoordelijk blijft voor hetgeen hij zegt.

En als wij dan zien uit zijn briefwisseling met de machtigen van-zijn tijd, hoe groot de teleurstelling telkens was, als hij riep om hulp, hoe alles hem steeds tegenüep, hoe het soms was, alsof alles, wat hij bouwde, weer werd afgebroken, hoe zelfs de grooten in de zeven provinciën vaak meer dachten aan him vermeende directe belangen, dan aan den kamp voor de vrijheid der kerk, en daarna telkens ook mogen opmerken, hoe zijn moed nimmer zonk, hoe hij altijd bleef betrouwen, ziende op zijn roeping hem van God gegeven, hoe*^hij bleef strijden onvermoeid, tegen misvattingen en miskenning, — het kenmerk trouwens van elke reformatie en haar getrouwe dienstknechten — dan stijgt onze bewondering voor dezen eersten Oranjevorst met elke bladzijde, die ons zijn brieven doen kennen; maar meer dan dit, dan danken wij den Heer der kerk voor de groote genade, dat Hij zulk een geloofsmoed en geloofskracht aan Zijn kinderen schenken wil.

De echte reformatie kent altijd tegenslag op tegenslag, teleurstelling na teleurstelling, wankelmoedigheid na wankelmoedigheid, misvatting na misvatting in den eigen kring; laat ons haar historie slechts nauwlettend nagaan; want de Heer der kerk wil ons behoeden voor deze groote fout, dat - wij zouden meenen de redders en behouders Zijner kerk te zijn. Hij beproeft het geloof van Zijn beste kinderen het meest, opdat het goud van dat geloof te heerlijker zou schitteren, alleen ter eere van Hem, Die het schonk en onderhoudt tot het einde.

Prins'Willem was er van overtuigd, dat de kracht in den strijd niet daarin wordt gevonden, dat wij weten de overwinning niet te zullen z i e n. Het moet ons voldoende zijn te weten, dat - pyij den goeden strijd strijden. Het beloop is in de hand des Heeren, en de overwinning wordt aanvaard in het geloof.

Zoo mogen wij het ook zeggen van den Koningstadhouder Willem III.

Van hem zegt prof. Kramer, die Groen's werk voor de Archives voortzette: het werk van Willem HE was de realisatie van een politiek beginsel, dat gold voor het belang van 'gansch Europa.

Hij begon den kamp voor dat beginsel (en dat was ook weer de vrijheid van de kerk der reformatie. M.) toen hij twee-en-twintig jaar was. Hij had het reeds ernstig overwogen in de dagen van zijn eenzame jeugd. Hij overwon — in zijn graf.

Hij zag dus ook niet de vrucht van zijn werk, al stond de zaak waarvoor hij streed toen anders dan toen zijn voorvader stervend, na door moordenaarshand gevallen, te zijn, die zaak den Heere zijn God zoo ootmoedig aanbeval.

Ik wil dezen brief eindigen met de woorden, waarmee Groen van Prinsterer zijn arbeid inzake de archieven van het Huis van Oranje besluit.

Het zal nüj, dus zegt hij, een oorzaak van levendige dankbaarheid bhjven, op deze en andere wijze te hebben mogen medewerken aan het in herinnering brengen van de groote daden, die dynastie en natie zooveel roem hebben gegeven. Om zoo te beter te doen eeren en te overwegen het voorbeeld onzer vaderen, maar vooral om te bevorderen, dat wij de knie zullen buigen in aanbidding en dankbaarheid voor den Almachtigen God, Die het in den wonderen weg van Zijn voorzienigheid zoo heeft gewild, ook door de instrumenten Zijner hand, dat hier werd gehandhaafd het Woord van onzen God, het Evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus, makende alzoo van dit kleine hoekje der aarde, aangevallen, overweldigd, gevloekt "door de vijanden van Zijn Woord, het schouwspel van Zijn bevrijdingen en oneindige zegeningen.

Gelooft gij niet, amice, dat wij van dit alles alleen de waarachtige handha-ving nog zien, niet in een wereldcongres van valsche profeten, maar aan alle plaats, waar nog in ons volk, zij het vaak een zeer klein getal kinderen Gods door den Koning der kerk vergaderd wordt, om te luisteren naar de volle verkondiging van Zijn Woord, in de kracht der aloude belijdenis, ook omtrent de kerk zelve, die helaas door zoovelen zelfs onder ons slechts aarzelend wordt uitgesproken ?

Met hartelijke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 september 1948

De Reformatie | 12 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 september 1948

De Reformatie | 12 Pagina's