GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen „passe-partout" schibboleth

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen „passe-partout" schibboleth

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de laatste jaren is onder ons met kracht naar voren gekomen, dat de Bijbel niet een verzameling is van abstracte^ tijdlooze godsdienstige spreuken, geen „samengeflanste Alkoran", om met Bilderdijk te spreken, maar de oogen zijn weer geopend voor het historisch karakter van de Schriftopenbaring. Men heeft weer oog gekregen voor haar historisch, aspect, voor de openbaringshistorie, de heilshistorie en de geloofshistorie, die ons in de Schriften gegeven is.

Dat geldt met name voor de dusgenaamde historische en profetische boeken der Schrift. Maar men mag niet vergeten, dat ook de epistulaire litteratuur, de brieven van het Nieuwe Testament, geschreven zijn naar aanleiding van bepaalde kwesties, moeilijkheden en nooden, in bepaalde situaties in de wording van de jonge Christelijke Kerk.

Men versta ons wel.

We hebben in geen der Schriften te doen met louter historische documenten. Dat historische is slechts een bepaald aspect van de Schrift. Zij is het Woord Gods voor de Kerk aller eeuwen. Maar om dat Woord Gods voor alle eeuwen, het eeuwig Evangelie te verstaan, is het noodig ook de historische situatie waarin de heilige mannen Gods het geschreven hebben te kennen voor zoover die situatie uit de Schriften zelf duidelijk is.

Men hoort in de gesprekken en besprekingen over het eenheidsstreven onzer dagen nog wel eens Johannes' woord citeeren: Hieraan kent gij den Geest Gods; alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is, die is uit God, en alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is, die is uit God niet, maar dit is de geest van den Antichrist" (1 Joh. 4 : 2, 3).

En-men hoort dan deze woorden aanhalen alsof hier nu voor alle tijden, voor elke historische situatie, voor alle landen het schibboleth gegeven is, waaraan elke ketter en alle ketterij is te onderkennen. En men hanteert dan déze woorden van den apostel alsof hier nu een formule gegeven is, waarin bij overig verschil van gevoelen, alle „Christenen" zich kunnen vinden, een basis, waarop bij overige divergentie in het „belijden" allen te allen tijde en onder alle omstandigheden kunnen „samenwerken".

Reeds exegetisch staat deze meening niet sterk. Want „belijden" is naar de Schriften méér dan „zeggen". Er is soms een zeggen-met-den-mond, waarmee een verloochenen-met-de-daad gepaard gaat. De Catechismus spreekt van menschen, die met de daad den eenigen Heiland Jezus verloochenen, hoewel zij met den mond van Hem roemen (Zondag 11). Zulk „roemen" is den naam van belijden niet waard. Want primo: elijden met den mond is eerst belijden als we. hetgeen we belijden met den mond, ook gelooven met het hart (Ned. Geloofsbel., art. 1, Rom. 10 : 9, 10). Maar dan hebben we het belijden nog slechts gezien van de subjectieve zijde. Er is voor het belijden ook een norm!

Belijden is homo-logein, naar en overeenkomstig de openbaring Gods spreken, haar na-spreken, met haar méé-spreken. En zoo mogen we ook niét het gegeven, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is, als een , , hoofdwaarheid" lospellen uit het geheel van het Woord Gods, maar hebben we deze waarheid te belijden met het geheel van „alles wat ons God in Zijn Woord heeft geopenbaard" (Zondag 7). En ik mag dus noojt aan een ander vragen: „Gelooft ge, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is? ", en hun zeggen: „als ge hierop ja zegt, dan vraag ik u verder maar niets meer; de rest is van minder belang".

Maar daar komt nog iets bij. Johannes waarschuwt in zijn tijd tegen bepaalde ketters en ketterijen. Tegen gnosticeerende stroomingen, die de vleeschwording van het eeuwige Woord loochenden. En toen was de brandende vraag: Is Jezus Christus de in het vleesch gekomen waarachtige God, ja dan neen? ". Aan het antwoord op die vraag was in die situatie der Kerk de geest-der-waarheid en de geest-der-dwaling te herkennen.

•Toen. Maar wie in Luther's dagen den geest der waarheid en den geest der dwaling wilde onderkennen, deed beter te informeeren naar andere dingen: of we gerechtvaardigd worden uit en door het geloof alleen of ook uit de werken ? Of we in het Avondmaal 't lichaam en bloed des Heeren door werking des Heiligen Geestes, dan wel met den lichamelijken mond uit een priesterhand ontvangen?

En in de dagen van de Remonstranten deed men wèl te vragen naar de souvereiniteit van den Heiligen Geest, in het werk van de toeëigening des heils.

Gelijk men zoo omstreeks 19'26 in de kerken in Nederland informeeren moest naar de historiciteit van: hetgeen ons in Genesis 1—3 wordt geopenbaard.

Zooals er vandaag weer andere vragen zijn.

De ketterij in de kerk is niet tijdloos.

Elke ketter heeft zijn letter.

Elke tijd zijn eigen ketter.

En daarom brenge men niet één enkel, als een tijdloos passe-partout gehanteerd schriftgegeven in geding, maar beproeve men aan al de Schriften de geesten, of zij uit God zijn.

Ook de belijdenis, dat Jezus Christus in het vleescb gekomen is, is geen passe-partout, geen tijdloos schib­ boleth.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 september 1949

De Reformatie | 12 Pagina's

Geen „passe-partout

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 september 1949

De Reformatie | 12 Pagina's