GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BESTEL EN LEES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BESTEL EN LEES

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice,

Deze week maak ik het kort. Maar krachtig. Ik wou je verzoeken: bestel, wat ik je niet cadeau geef; bestel een boek, dat ik je noemen ga.

Sedert den góéden dag, waarop ons Studentencorps zich laat vertegenwoordigen op de Bondsdagen van jongelingen zoowel (zoo zeg ik het goed) als van meisjes, worden zij in den kring van „jongere tijdgenooten" te gerseder meegerekend met den trouwens nooit als zoodanig erkenden leekebroeder of het evenmin geaccepteerde leekezusje. Ze spreken niet meer — zooals vroeger — van „jonchelinchen"; en naast dit negatieve komt het positieve: ze vinden 't goed, ook zelf jongelingen te zijn met de jongelingen. En wat zoo mooi is: heb je pas gelezen dat kleine driestarretje over de breedheid van de wel niet , .smalle", maar toch wel „versmalde" gemeente? Welnu, iets van die breedheid hebben onze studenten ook: ook de M.V. kan in. sympathie zich tot hen overbuigen, de M.V. dan qualitate qua, want er is ook een vrouwelijke student.

Nu daji, als onze studenten in jouw gezichtskring vallen willen, laat hen dan daarin toe. Ik kreeg het verzoek — langs een omweg — een stukje te schrijven over den nieuwen Almanak van 1951 van het Studentencorps Fides Quadrat Intellectum. De redacteur deed dat vroeger zelf in zijn eigen rubriek. Dan beval hij altijd dat boek keurig aan, zonder onderscheid te maken tusschen ouderen en jongeren in de aanspraak: bestel en lees. Hij schijnt te denken, dat dat vriendelijke advies niet in zóó'n hevige mate is opgevolgd, dat de studenten een enorme oplaag hebben mogen aandurven. Dat zal wel liggen aan den afstand, die er altijd geweest is tusschen studentenmaatschappij en andere maatschappijen. Misschien lag het ook wei een beetje aan een mondjevol latijn soms in een almanak en aan de waarneembaarheid van minister Lieftinck, die voor wat varia en poëzie en studentenwijsheid niet te veel flnancieele mogelijkheden overlaat.

Maar dit jaar is het (afgezien van dien minister) anders. Het is dezen keer een bizondere almanak. Met weinig latijn en veel zakelijkheid, waarover straks. De redacteur wil blijkbaar dat ik speciaal jou op dien almanak wijs, en is niet bang, dat hij, door óns met z'n beiden over dat boek te laten redekavelen, de anderen onder de lezers uitsluit. Hij verbeeldt zich, dat ook wel eens enkele oudjes over je schouders heenkijken, als mijn briefjes aan jou door je gelezen worden. Bovendien denkt hij, geloof ik: als de ouders het toch betalen moeten, helpt een vraag van hun zoon of dochter meer dan een krantenstukje van K. S.

Zooeven noemde ik den almanak 1951 zakelijk. Dat komt vanwege dat proces, dat tot driemaal gevoerd is over den naam van het Corps. Twee maal is het zoo afgeloopen, als wij rechtvaardig achtten, de derde maal ging het anders. Het fijne is nu, dat in dezen almanak een breed stuk opgenomen is, een memorandum, betreffende den gang van zaken in de desbetreffende rechtsprocedure. Daarin is opgenomen een breede critische bespreking van de overwegingen, die bij het laatste geding voor het desbetreffende Hof hebben gegolden; en die voor een deel een terugslag zijn op wat de advocaat van de overzijde heeft aangevoerd. Uit dit uitstekend gedocumenteerde stuk kan men zien, dat onze studenten niet „zoo maar" de bewering hebben aangedurfd, dat het vonnis tn derder instantie hun niet juist voorkwam te zijn. Wij hebben er respect voor, dat het artikel zoo breed op de dingen ingaat, en enkele aperte onjuistheden in de geleverde betoogen aanwijst, onder aanvoering van de desbetreffende gronden. Waar nu deze gronden voor een def! ook een beteekenis hebben, die buiten de engere procedure om naam en goederen van het Corps omgaat, meen Ik dat de ouderen en de jongeren er goed aan zullen doen, dien almanak te bestellen. Dat kan gebeuren bij den heer W. Bax, Voorstraat 88, Kampen; gironummer 80120,

De almanak bevat voorts onderscheidene wetenswaardigheden. Voorop gaat een aantal gedenkdagen, die elk jaar te , , onderhouden" zijn; onder andere worden daar vermeld de publiekmaking van de Acte van Afscheiding van 1834, en de eerste kerk in doleantie (Kootwijk), 2 Febr. 1886. Ik zou den studenten willen aanbevelen ook te vermelden den datum van 4 September: dat Is de dag waarop in 1944 de kerk van Bergschenhoek is geplaatst buiten het verband van de Gereformeerde Kerken door de daartoe onbevoegde en niet gerechtigde synode. Die datum is weliswaar nooit vermeld, het besluit evenmin, in de Acta van deze synode. Hetgeen hoogst merkwaardig, en zeer verkeerd is; de scriba behoort immers aan te teekenen, hetgeen waardig is, aangeteekend te zqn; dat is zijn welomschreven taak, bij kerkenordening vastgelegd. Maar de scriba van de synode van destijds heeft blijkbaar die buiten-verband-plaatsing niet gerekend onder de dingen, die waardig zijn, opgeteekend te worden. Waarom niet? Schaamt men zich ervoor? Dan moet het des te meer worden opgeteekend, 'opdat hetgeen als een rechtvaardige handeling is aangemerkt, ook worde erkend als niet goed, een ding om zich over te schamen. Het was een publieke daad, en de kerk van Bergschenhoek heeft er een oorkonde van aangeboden aan onze Theologische Hoogeschool. Het punt is van beteekenls ook voor de procedures; want als men door het geval dood te zwijgen stilzwijgend erkent, dat men een fout gemaakt heeft, is het óók een fout, te doen, en te pleiten, alsof die kerken, die zich op tijd er voor schaamden, Bergschenhoek mede uit te werpen, „iets nieuws" zijn. Men heeft het nog al eens over samenspreking. Hoe zal men samenspreken, aU niet eens de Acta van publieke zaken (bij het jministerie bekend te maken) eerlijk worden geschreven? Wie niet eens de Acta eerlijk laten berichten, wat men toch als van God geëischten handel heeft aangediend, die verbergen iets, dat toch officieele kerkhistorle is. Die moeten niet verlangen, dat er nog meer onttrokken wordt aan de officieele geschiedbeschrijving, terwijl het toch als zoodanig is aan te merken, met bevel, om zich daaraan te houden.

Verder bevat de almanak een artikel, dat ten onrechte is aangemerkt als een der op den Schooldag 1950 aangemerkte redevoeringen; maar dat toch wel den hoofdinhoud ervan weergeeft; ook dit artikel gaat over ons Corps en zijn naam.

Enkele jaarverslagen, plus portretten van den senaat, van den rector, van de twee zestigjarigen onder de professoren — maar dan in alle huiselijkheid — zijn tevens opgenomen. Plus jaarverslag, en wat meer in zoo'n almanak thuis hoort. Ook enkele Varia; maar die gaan natuurlijk boven het petje van Adolphus Venator. Alleen meen ik enkele goede gezichten te herkennen uit eenige goede teekentngen.

De prijs is me onbekend: het voordeel van een recensent (wat voel Ik me vandaag). Maar met hulp van vader en moeder of vrouw kom je over dat bruggetje wel heen. Of anders — doe het boek aan „haar" cadeau. Ze zal er blij mee wezen.

En nu, een besten groet, misschien wat studentikoos, van je

ADOLPHUS VENATOR.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

BESTEL EN LEES

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's