GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de Boodschapper wierd kort

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Boodschapper wierd kort

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Boodschapper wierd kort geleden aanmerking gemaakt op een gebed.

Niet alsoi dit gebed op zichzelf óf min eerbiedig óf min smeekend óf op valschen grond neergelegd ware geweest, maar wijl de voorganger bij dit gebed den uitgang der broederen in 1834 voorbij was gegaan.

Dit vatten we niet recht.

Gelijk ieder weet, is er sedert 1816 aanhoudend protest en verzet geweest tegen de invoering der Synodale organisatie.

De Classis van Amsterdam, Schotsman, Molenaar, de Kerkeraad van Axel en elders. De Cock van Ulrum, Van Velzen, Brummelkamp, Kohlbrügge, Ledeboer, Buddingh, Witteveen, Van Dijke, Koeken van Moerdijk, en nu de Doleerenden, ze hebben zich allen, zonder onderscheid, uit beginsel tegen deze Synodale Hiërarchie gesteld, en in zwakheid en ieder op zijn eigen wijs, onder veel smaad, en soms onder vervolging, altoos met opoffering van veel dat hun lief was, de eere van Koning Jezus weer in zijn kerk zoeken op te richten.

Maar is dit nu oorzaak, om steeds den eisch te stellen, dat een ieder gedurig het verzet, waarbij wij persoonlijk het naast betrokken waren, gedenken zal?

Bestond er onzerzijds eenige zucht, om een dezer bewegingen te miskennen, dan begrepen we dit nog.

Maar gelijk men weet is dit niet zoo.

Integendeel, rusteloos hebben we weer en altoos weer met dank en innerlijke ver-'heuging het feit erkend, dat de Heere op allerlei wijs getuigen voor zijn Naam en eer verwekt had; en wat bij name de getuigen van 1834 betreft, is keer op keer onomwonden door ons uitgesproken, dat we, hadden we destijds geleefd, geen oogenblik zouden geaarzeld hebben, om meê op te treden.

Wat wil men dan meer.'

Men zal toch niet van ons eischen, dat we daarom de critiek der beginselen nalaten, waar het geldt niet Gods heerlijk doen in het verwekken van zijn getuigen, maar r-op een en ander in hetgeen die getuigen het des Heeren daarna op menschelijke wijze oordeelden e te mogen en te moeten doen. t ; Ook onze broeders van 1834 willen dit immers niet?

Ook hun immers is het er alleen om te doen, dat niet hun naam, maar de Naam des Heeren geloofd worde, en geen hunner zal immers den eisch stellen, dat wie ook, omdat Hij God den Heere looft voor de verwekking van zijn getuigen, daarom ook al het bedrijf dezer getuigen onvoorwaardelijk loven zal?

Welnu, bijaldien dit zoo is, en de godvruchtigen onder deze broederen willen het zelven niet anders, waartoe dan deze rustelooze klacht over miskenning?

Er is toch geen onfeilbaarheid onder menschen.

Feilen zijn ook door hen begaan.

En juist hoe gereeder en ootmoediger zij hier zelven voor uitkomen, hoe krachtiger ze toonen zullen, dat ze door genade geleid wierden en nog worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juli 1887

De Heraut | 4 Pagina's

In de Boodschapper wierd kort

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juli 1887

De Heraut | 4 Pagina's