GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

We loopen min of meer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We loopen min of meer

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

We loopen min of meer gevaar, dat de zoo uiterst gewichtige quae.stie, waarover de laatste weken een vruchtbare gedachten wisselin, ? tusschen ons blad en enkele organen van Christelijke Gereformeerde zijde plaats grijpt, derailleere.

Men doolt af, en vergeet waar het om ging.

Mogen we daarom herinneren, niets meer, maar dan toch herinneren, dat we als uitgangspunt stelden niet een redeneering, maar een feit.

Het machtige en veelzeggende feit namelijk, dat ook de Christ. Geref. kerkeraden den Doop door pastoors, popen en Synodale predikanten h^^\& nA, erkend hebben, ^n slechts dan herdoopten, als de insteUing zelve geschonden was.

In dit feit hebben we ons van harte verheugd, omdat deze kerkeraden daardoor het beginsel van het Separatisme in zijn kwaden zin veroordeeld hebben, en het beginsel van de Catholiciteit in zijn goeden zin hebben gehuldigd en geijkt.

Ware dit andens, er zou van geen saamgaan sprake kunnen zijn. Nu dit zoo is, is saamgaan plicht. Plicht van Godswege. En ai wie deze'vereeniging of hereeniging om wat oorzaak ook tegenstaat of belemmert, zal er het oordeel om dragen.

Het geldt hier de trekking van de liefde in het Lichaam van Christus, en wee hem, die deze liefde bedroeft. Uitgaande nu van dit heuglijk feit hebben wij gezegd: Alzoo gij, geïnstitueerde kerken, erkent den Doop bediend buiten uiv instituut.

En dat niet, omdat ge elk ander instituut voor goed houdt, want dan kunt ge wel den Lutherschen Doop misschien, maar nooit den Roomschen erkennen.

Ge erkent dus dezen Doop, niettegenstaande hij bediend is in een instituut, dat ge organische als valsche kerk verwerpt. Hieruit volgt dat ge het bestaan van deelen der ware zichtbare kerk in allerlei andere instituten, zelfs onder een valsch instituut aanneemt.

En derhalve, zoo concludeerden we, erkent gij met ons, dat de sirens der zichtbare kerk gaat zooVer als de door uzelf erkende Doop reikt.

Mogen we nu, om ons geding vruchtbaar en ons pleidooi zaakrijk te houden, vragen of onze geachte tegenstanders, al dan niet met oiis Vraag 74 van den Catechismus beamen, waar staat: dat de kinderen der geloovigen door defi Doop in de Christelijke kerk ingelijfd en van de kinderen der ongeloovigen onderscheiden worden.

Zoo niet, indien we dit dan maar weten ' — '-• • i.i---j mogen, dan kunnen we over de juistheid ot onjuistheid van den Catechismus uit de Heilige Schrift gaan dis-puteeren.

Maar indien wel, en we vertrouwen dat onze broederen den Catechismus vooreerst niet zuilen afvallen, dan zij hun verder gevraagd :

Bijaldien er dan nu kinderen der geloovigen en kinderen der ongeloovigen zijn op aarde, en het is de Doop, die als merkteeken aanduidt, wie kindjren der gcloovigen en wie kinderen der ongeloovigen zijn, of de Catechismus dan niet letterlijk leert wat wij lecren, t. w. dat de Doop de grens trekt lusschen „geloovigcn" en „ongeloovigen", niet in diep geestelijken, maar in dien uitwendigen zin, die altoos geidt en gelden moet, waar sprake is niet van den Kenner des harten, maar van de kerk in het zichtbare.

Is het nu aan onze geachte bestrijders mogelijk, om zonder verwringing van den zin deze woorden van den Catechismus: „dai de Doop de kinderen der geloovigen en de kinderen der ongeloovigen onderscheidt" anders te verstaan of te verklaren dan wij doen, zoo gelieve men ons die andere verklaring voor te leggen en we zullen haar toetsen.

Maar indien niet; indien een ieder zeggen moet: Ja het staat er!, laat ons dan ook een einde des geschils maken, althans zoolang we beiderzijds belijden, dat de Catechismus dogmatisch juist spreekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's

We loopen min of meer

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's