GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De doleerende kerk van Dudewater in 'tbegin der 17de eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De doleerende kerk van Dudewater in 'tbegin der 17de eeuw.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XV.

Da Gereformeenlen op het knsseiii Beslait.

Binnen Oudewaters veste scheen maar geen rust te kunnen komen.

Doordat den 3den Januari een burgerszoon, wellicht gekscherend, aan een soldaat zijn spies ontnam, trokken de mannen van het garnizoen hunne wapenen; ook de burgers velden hun geweer — doch eenige leden der vroedschap scheidden de twistenden, zonder dat iemand eenig leed gedaan werd. Toch verwekte die zaak heel wat opschudding.

Den 5den Jan. kwam een schuitje aangevaren, dat de , poorten en boomen der stad gesloten vond. De korporaal der wacht ging vragen, waar dat vaartuig vandaan kwam ? Toen hierop nu eens: »van Leiden", dan weer: » van Rotterdam" geantwoord werd, en men ook betuigd had, dat men den burgemeester en Jan van Allen wenschte te spreken, welke laatste een bitter vijand der Gereformeerden was, — kreeg men achterdocht, liet het schuitje voor de boomen liggen en ontsloot voor de opvarenden de poorten niet. Een burger en een soldaat werden uitgezonden om te vernemen, welke personen in het schuitje waren, waarop geantwoord werd, dat de majoor van Antwerpen er in was.

Toen dit bekend werd, kwam de burgerij opnieuw in de wapenen, vreezende dat men de stad wilde overrompelen.

De bestemde tijd, waarop de leden der vroedschap moesten vergaderen, was nu aangebroken.

Toen dat college op het stadhuis saamgekomen was, begaven zich drie »ghequalificeerde burgers" naar de raadkamer en presenteerden een request. Daarin stond vermeld, dat de stad reeds van hertog Albrecht van Beieren, als graaf van Holland, een privilegie gekregen had aangaande de verkiezing der heeren van den magistraat, terwijl de Staten een octrooi hadden gegeven, waardoor de uitoefening van het privilege wel een tijdlang opgehouden werd, doch niet langer dan de Staten dit begeerden.

Volgens dit privilege en octrooi was dan »geordonneerd", dat de heeren burgemeesteren zouden verkozen worden uit de gequalificeerdste en de meest vreedzame burgers, welke volgens de «supplianten" niet anders konden behooren dan tot de ware Gereformeerde religie. Werden anderen gekozen, dan zouden »supplianten" »genooddrukt" worden, geen »contentement" te nemen met de verkiezing, maar bij de Staten aandringen op handhaving van het privilege.

Ook mondelmg verzochten, ja, smeekten deze mannen voor de vroedschap, dat toch twee vreedzame mannen zouden verkozen worden, die van de oude Gereformeerde religie waren.

De drie burgers moesten nu buiten staan en de beraadslaging over het verzoek ving aan.

Inmiddels waren eenigen van de burgerij, ten getale van 36, in een huis vergaderd. Eerst wilde de vroedschap een viertal burgers ont' vangen om hieruit eene keuze te doen; daarna kwam men tot het inzicht, dat het 't best zijn zou, dat men burgemeester Maerlandt zou »continueeren", en dat dan de gemeente een drietal zou stellen, waaruit zij eene keus zou doen. De drie afgevaardigden gaven daarop namens de burgerij te kennen, dat men een man als Maerlandt, die het vuur van tweedracht in de stad zoozeer had helpen aanstoken, niet begeerde, en dat er nog meer onrust zou ontstaan, indien men iemand als burgemeester naast hem plaatste, die de Gereformeerde religie beleed. De burgerij wilde vier personen nomineeren, waaruit dan door de vroedschap twee burgemeesters zouden verkozen worden. Er werd een viertal opgemaakt, waaruit men Allert Jansz en Aryen Bastiaensz tot burgemeesters benoemde. De verkozenen werden op het stadhuis geroepen, waar de gebruikelijke eed hun werd afgenomen, waarna de baljuw en de afgetreden burgemeesters hen veel geluk in hun dienst wenschten.

Des Zondags lieten de nieuwe burgemeesters eene publicatie aflezen, waarbij de oproerige personen, inzonderheid »twistgierige vrouwen'', vermaand werden om alle partijschappen, haat en nijd af te leggen, elkander met een Christelijke liefde te omhelzen en met zoodanige vriendschap en beleefdheid te bejegenen, waardoor de gemeente weder als tevoren in eendracht en vrede mocht gaan »floreeren." Voorts werd in dit stuk verboden om over de verschillen in de religie met elkander in het openbaar te twisten ; of elkander met de »odieuse" namen van »slijkgeuzen", »Arminianen", > bavianen" na te roepen, of geruchten uit te strooien, die de uitstrooier niet dadelijk met lofwaardige getuigenissen zal kunnen versieren of bewijzen, op boete van 25 guldens.

Zeker ook door middel van deze wijze woorden, keerde eindelijk de rust in de kerk van Oudewater terug. Wel trachtten de heeren in Den Haag alles ongedaan te maken, dooir een bode te zenden, verzoekende schriftelijk rapport van hetgeen er te Oudewater bij de verkiezing van burgemeesters was voorgevallen.

Mondeling en schriftelijk werd daarop nog voor de Edelmogende Heeren Staten te 's Hage gepleit; doch het einde der zaak was, dat zoowel Remonstranten als Contra-Remons'ranten vermaand werden »tot vrede onder elkander, de gemeene middelen voor te staan en te helpen mainteneeren, en de burgerij in goeden vrede te houden."

Zoo reisden dan partijen weder naar Oudewater, met uitzondering van Van Galen. Deze bleef te Gouda, waar hij zich metterwoon vestigde. Zekerlijk heeft hij, die wel het heftigst tegen de Gereformeerden inging, het niet kunnen aanzien, dat de regeering in hunne handen gekomen was.

De kerk van Oudewater had na heeten strijd de waarheid mogen zien triumfeeren; zij was in geede orde hersteld, vóórdat de Dordtsche Synode de Remonstranten veroordeelde. Vure de volharding der vaderen ook onzen ijver aan in den strijd van deze dagen, die in den grond der zaak dezelfde is als van toen. Dezelfde God, die toen de overwinning gaf, leeft nog!

WiNCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's

De doleerende kerk van Dudewater in 'tbegin der 17de eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's