Gemengd Nieuws.

De heer Spurgeon deelt in zijn »Zwaard en Troffel" mede, dat hijgden 29sten Juli een aangenamen avond had, toen hij in zijn tabernakel een ure des gebeds hield. De predikant had eiken vriend verzocht een klee dingfstuk mede te brengen voor een liefdadige vereeniging. De groote tafel werd door de aangebrachte kleedingstukken zoo overladen; dat Spurgeon zeide, dat hij er niet over heen kon zien en een gevoel had, alsof hij levend begraven ware. Men belegde daarom ook andere tafels met het goed ea vulde de kasten naast de trappen van den predikstoel er mede. In het geheel waren 600 kleedingstukken medegebracht.

Om aan de meeting luister bij te zetten, Het Spurgeon een neger, die als zendeling in Afrika gearbeid had en derwaarts zou terugkeeren, een woord tot de ver gadering spreken. Deze deelde mede, hoe bezwaarlijk het was, om den negers de begrippen van Gods. zonde, ziel, enz, duidelijk te maken. Zij zijn met die denk beelden geheel onbekend; in hun taal heeft men er geen woorden voor. De zendeling, de heer Coles, deelde mede, dat hij, om te doen beseffen, wat eene ziel is, leerde, dat er een klein mensch in elk mensch is, die door zijne oogen ziet en met zijne ooren hoort. Wanneer iemand sterft, dan gaat die kleine mensch naar God; indien het goed is, dan blijft hij daar, maar indien het slecht afloopt, wordt hij in het eeuwige vuur geworpen.

Den 30sten Juli ontving Spurgeon de vrienden, die zich bij zijne kerk wenschten te voegen. Zij die zich daartoe aanmelden, worden eerst door een ouderling ontvangen, en worden dan eerst tot den leeraar toe gelaten. Dit is noodig; want anders wordt Spurgeon overstroomd door menschen, die thee willen verkoopen, of een aalmoes vragen, of verzoeken om in te teekenen op een boek, dat in afleveringen verschijnen zal. De beroemde prediker deelt mede, dat op genoemden dag onderscheidene personen tot hem kwamen, die door de wegen der voorzienigheid uit andere kerken tot zijne kerk overkwamen; terwijl sommigen er haast niet toe te bewegen waren, om mede te deelen, door welke beweegredenen zij gedrongen werden om zich bij hen te voegen, bleven er genoeg, over wier belijdenis de kerk zich mocht verheugen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen