GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Deze Eezus zal alzoo wederkomen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Deze Eezus zal alzoo wederkomen.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

[HEMELVAART.]

Deze Jezus, die van u opgenomen is in den hemel, zal alzoo komen, gelijkerwijs gij hem naar den hemel hebt zien henenvaren. Hand. i:11.

Na zijn opstanding kon Jezus niet op aarde blijven.

Deze wereld ligt nog in het booze, onder de macht van den dood; en Jezus had den dood achter zich. Hij had den dood achter zich, niet als Lazarus, die wederom stierf; maar als een overwinnaar, die heel de vallei der schaduwe

des doods had afgetreden; die de bitterheid | des doods ganschelijk had uitgedronken; aan wien alles gestorven was; en die daarom, na den eeuwigen dood doorworsteld te hebben, niet meer sterven kon.

Hij zou dus op deze wereld eindeloos hebben moeten blijven leven. Maar ook dit kon niet, want Jezus was niet meer van deze aarde. Hij hoorde hier niet meer thuis. Hij leefde na zijn opstanding in de eeuwigheid. Zelfs in zijn aanvankelijk verheerlijkt lichaam kon hij geen aansluiting meer hebben aan een.wereld, waarin alles vergankelijk was en onderworpen aan den dood.

Vandaar dat Jezus na zijn opstanding een daad van opoffering doet, door nog veertig dagen lang, nu en dan, aan zijn discipelen te verschijnen. Alles riep hem naar boven. Deze wereld bood hem geen plaatse der ruste meer. Hij was door den dood vreemd aan haar geworden. En niet genoeg kan de liefde, kan de deernis en kan het goddelijk mededoogen geloofd, waarmee de Christus ook na zijn opstanding, nog op deze wereld vertoeven blijft.

Hij deed dit uit liefde voor zijn jongeren. Hij deed dit uit liefde voor zijn kerk. Hij deed dit uit liefde ook voor u. Maar voor hem was het vrijwillige berooving van hemelheerlijkheid. Voor hem ontfermende zelfopoffering. Zich een lijden getroosten, dat niet meer voegde bij zijn staat.

Ge merkt dan ook wel hoe Jezus reeds terstond na zijn opstanding alle aanraking naar het vleesch afstoot, en tot Maria zegt: »Raak mij niet aan, want ik ben nog niet opgevaren."

Dat Jezus ten hemel opvoer was derhalve niet raadselachtig noch vreemd, maar volkomen natuurlijk.

Hij kon op aarde niet blijven; hij moest naar den hemel toe; en nu zijn er, om van de aarde naar den hemel te komen, slechts twee wegen, < 5f door den dood, óf door een opvaren.

Sterven nu kon Jezus niet meer. Hij moest dus wel ten hemel varen; en al ware het dan ook, dat de Evangelisten en de Handelingen ons geen opzettelijk bericht van deze Hemelvaart gaven, toch zou de kerk geen oogehblik in twijfel kunnen verkeeren, maar met zekerheid getuigen kunnen, dat Jezus ten hemel gevaren was.

Ze wist uit het gebeurde met Elia, dat hemelvaart mogelijk is, en waar de weg des doods voor Jezus was afgesneden, had ze dus geen andere keuze, dan om ook bij Jezus van een hemelvaart te spreken.

Toch heeft de Heere niet gewild, dat zijn kerk alleen op onderstellingen bouwen zou. Neen, hij is niet eenzaam en verlaten, ongemerkt en ongezien, van deze aarde verdwenen, maar heeft gewild dat zijn jongeren van zijn hemelvaart getuige zouden zijn. Zij waren er bij, toen hij op 'zou varen. Hij nam afscheid van hen, eer hij opvoer. En toen de wolke hem wegnam van voor hun oogen, verschenen twee engelen Gods om zijn discipelen te troosten, en nogmaals aan de discipelen, en door hen aan heel de kerk, de belofte te herhalen, dat hij eens uit dien hemel naar deze aarde zou wederkomen, om het werk te voleinden en den triomf te besluiten, die op Golgotha en in het geopend graf was aangevangen.

En juist die belofte nu van zijn wederkomst hoort bij zijn hemelvaart bij. Zonder die belofte is de hemelvaart slechts de aanduidmg van de wijze waarop hij, uw Jezus, van deze aarde wegkwam. Dan raakt ge uw Heiland door zijn hemelvaart eenvoudig kwijt. Dan is zijn taak op aarde afgedaan, en of hij nu wegkomt door een tweeden dood of weggaat door een opvaren ten hemel, het resultaat blijft hetzelfde, dat uw Jezus weg is, en dat gij op aarde het nu zonder Jezus hebt af te doen.

Maar met die belofte wordt dit heel anders. Evenzoo anders als het verschil wat het voor uw gezin maakt, of vader voor langen tijd van u gaat, op verre reizen, maar met het voor-. nemen om straks weder te keeren, of wel dat ge uw vader verloart door den dood.

Gaat vader van u, om nooit weer te keeren, dan hebt ge uw leven er op in te richten, om voortaan zonder vader te zijn, en kunt ge niet meer met hem rekenen. Maar gaat vader op verre reizen, met de belofte van straks weer te keeren, dan leeft ge wel voor een tijd verlaten, maar wordt alles er op ingericht, om na korter of langer tijd vader weer in liefde te ontvangen en het leven met hem voort te zetten.

En dat beeld nu heeft Jezus zelf in zijn gelijkenis gebruikt, van een aanzienlijk man die reisde naar verren lande, om een koninkrijk te ontvangen, en die, nadat hij het ontvangen had, tot de zijnen weder zou keeren.

Om weder te keeren, niet maar als de vader, die terugkwam gelijk hij ging, maar ais een hoofd des gezins, dat inmiddels van arm rijk was geworden, en nu zou terugkeeren, niet enkel om de zijnen door zijn weerzien te verblijden, maar om ze rijk, om ze overgelukkig te maken, en ze te doen deelen in zijn weelde.

Een fout, een onvergeeflijke, een liefdelooze fout is het dus in het geloof van Gods volk, als hel na Jezus' hemelvaart voortleeft, alsof Jezus niet alleen weg was, maar eeuwig weg zou blijven.

En toch, dat komt maar al te veel voor." Duizenden bij duizenden van Gods kinderen leven wel in de hope, om straks bij hun sterven in den hemel in te gaan, en daar met Jezus te wezen, maar ze talen niet en ze hunkeren niet naar die heerlijke belofte, die voor al Gods volk in zijn toekomst ligt.

Ze vergeten, dat, als ze sterven, hun lichaam niet medegaat, en dus alleen hun ziel, afgescheiden van hun lichaam, gedrenkt zal worden met geestelijke zaligheid; en dat ze dus in dien afgescheiden staat wel geestelijke gemeenschap met hun Jezus in de ziel zullen kunnen oefenen, maar dat ze hem nooit met het oog zullen zien.

Ze vergeten, dat de gezaligden in den hemel in het visioen op Pathmos, branden van ongeduld, om de heerlijkheid van hun Christus te zien ingaan, en telkens roepen: z> Tot hoe lange, Heere !" — en dat hun gezegd wierd, dat ze nog een weinig tijds geduld moeten oefenen; ja, dat hier de lijdzaamheid der heiligen in bestaat.

En ze vergeten eindelijk, dat God hen als mensch schiep; dus naar ziel en lichaam, en dat ze dus geen volle menschelijke gelukzaligheid en heerlijkheid genieten kunnen, zoolang ze de helft van hun bestaan missen in het ontbloot zijn van hun lichaam.

Waar dan bij .komt, dat al zulk zielsbestaan door en door onschriftuurlijk is, want dat én de profeten vanouds, én de uitspraak van Jezus, én het getuigenis der apostelen, ér de Jterk dêS Heefert telkens en telkens wepr bij bepaalt, dat het niet uit is met de zaligheid uwer ziel; dat er ook daarna nog een hoogi r heerlijkheid komt; en dat dan eerst de vrijheid der heerlijkheid van Gods kinderen zal geopenbaard worden.

En daarin nu ligt de beteekenis van het vieren van den Hemelvaartsdag.

Dan toch roept Gods Woord ons allen saam weer naar den Olijfberg, om getuige van Jezus opvaren in glorie te zijn; maar ook om van God zelf, door het getuigenis zijner engelen, de leering te ontvangen, dat deze hemelvaart alleen te verstaan is, zoo ge haar beziet in het licht van Jezus' wederkomst. »Deze Jezus zal alzoo weerkomen, gelijk gij hem ten hemel hebt zien opvaren."

Immers zóó eerst is al den tijd, die tusschen Jezus' hemelvaart en zijn terugkomst verloopt, niets dan een intermezzo; een tusschenbedrijf; een overgangstoestand. Die ja, lang kan duren en eeuwen aan kan houden, omdat duizend jaren bij den Heere zijn als één dag; maar die toch, ook al duurde het reeds bijna twee duizend jaren, toch nooit iets anders dan een overgangstijdperk zijn kan.

Hij ging, maar hij komt weder. Al geldt dus het «Volbracht" van Golgotha ten volle van het offer der Verzoening; het geldt volstrekt niet van het Middelaarswerk.

Dat Middelaarswerk zal eerst dan volbracht zijn, als de Zoon het Koninkrijk aan God en den Vader zal overgeven en God zijn zal alles in allen.

Dus was het nog niet af bij de Hemelvaart, maar ging Jezus de hemelen binnen, om dit Middelaarswerk voort te zetten; om zijn offerande geldend te maken bij den Vader; om voor ons te bidden; om ons door zijn Geest en Woord te regeeren; om voor ons tegen Satan te strijden; om zijn kerk bij de verworvene verlossing te beschutten en te behoeden; en aldus de eindelijke openbaring van zijn glorie en de glorie van Gods kinderen mogelijk te maken.

Oo'k van hem geldt dus : Jezus werkt aldoor. Hy is rusteloos bezig om ons plaatse te bereiden.

Maar ook hiermee loopt het Middelaarswerk niet ten einde; en voltooid zal dit groote, goddelijke Middelaarswerk eerst dan zijn, als diezelfde Jezus die van den Olijfberg ten hemel voer, uit dien hemel, met de kroon van het fijnste goud op het hoofd, zal terugkeeren naar deze zelfde aarde, om den antichrist te verdoen met den adem zijns monds, en al zijn verkoren volk te doen deelen in zijn glorie. Dan zullen al Gods kinderen, die reeds den hemel waren ingegaan, uit dien hemel met Jezus naar deze aarde wederkeeren; hunne zielen zullen weer met hun, dan verheerlijkte, lichamen vereenigd worden; de Bruid zal het Lam ontmoeten; heel Jezus' kerk zal, uit alle eeuwen saamvergaderd, hier op aarde voor haar Koning verschijnen ; en dan zal het worden een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; een aarde waarop gerechtigheid woont. Ook'^^gij, als ge sterft, gaat dus wel van deze aarde weg, maar om evenals Jezus eens tot deze aarde terug te keeren, en in eeuwigen, eindeloozen jubel, den lof uit te galmen van hem, die opvoer, maar wederkeerde, en dd, n in glorie heerschen zal als de Middelaar, voor wien alle knie zich buigt, en wiens victorie over Satan, Dood en Zonde door alle tong beleden wordt.

KUYPEB.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's

„Deze Eezus zal alzoo wederkomen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's