GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Socialistische propaganda ook door ki n der li 11 e ratuur. Alcoholverbruik in Duitschland. Stöcker tegengewerkt.

Wat men op de sociaaldemocraten ook moge tegen hebben, dit is zeker, dat zij een verwonderlijken ijver aan den dag leggen om hunne beginselen te vérbreiden. Dat zij daarbij door »den geest die steeds ontkent" gedreven worden, betwijfelt niemand, die verstaat hoe de sociaal-democratie welbewust tegen Gods Heilig Woord ingaat. Wel heeft men in sociaaldemocratische vergaderingen de houding aangenomen, als wilde men den godsdienst »privat sache" laten, d. i. aan de keuze van ieders hart overlaten, maar daartegen heeft men onder socialisten duchtig geprotesteerd, niet alleen met woorden maar ook met daden, daar er eene beweging werd op touw gezet, om alle aanhangers van de socialistische partij, te bewegen in massa met de landskerk te breken. Tot hiertoe behooren de meeste socialisten in naam nog tot de staatskerken van het land hunner inwoning. Doch enkel radicale leiders willen dat het laatste draadje, dat hunne volgelingen aan de kerk verbindt, zal worden doorgebroken.

Als een bewijs hoe men zelfs de jeugd zoekt te winnen voor het socialisme en afkeer poogt in te boezemen voor den godsdienst, om ook op die wijze het socialisme te propageeren, diene het volgende:

Er verschijnt te Berlijn een weekblad de Lichttoren getiteld, sBerlijnsch weekblad voor volksontwikkeling." Dit blad heeft ook eene rubriek »voor kinderen", en onder dat hoofdvondt men dezer dagen eene ïFabel" waarin ïde ervaringen eener muizenfamilie" worden beschreven. De moeder der jonge muisjes onderricht hare kleinen op de volgende wijze: De menschheid is verdeeld in twee vijandelijke legers. Het eene bestaat uit de geloovigen; zij gelooven namelijk aan een hooger wezen en aan een leven na den dood. Het andere leger bestaat uit ongeloovigen. Gene hebben een dik boek, dat zij voor heilig verklaren, dat zij in alles gelooven, omdat alles wat er in staat, volgens hun inzicht door het hoogste wezen ingegeven is. In, dit boek staat nu ergens, dat een man der zon geboden heeft een dag lang stil te staan, en daarom honden zijn vereerders het er voor, dat de zon zich om de aarde beweegt, en dat de aarde stil staat. Eindelijk gelukte het aan de> wetenschap te bewijzen, dat de zaak omgekeerd is. Toen ontstond groote ergernis ondei de geloovigen, die men ook »vromen" noemt, en zij wilden het niet gelooven. Maar eindelijk hebben zij moeten wijken, doch in den nieuwsten tijd zijn er bijzondere heiligen in hun midden opgestaan, die van oordeel zijn, dat de wetenschap ongelijk heeft en dat de Bijbel gelijk heeft en dat dus de aarde stil staat en de zon draait."

Dit stukje dat bestemd' is om de jeugd reeds vroeg geestelijk te vergiftigen, staat helaas niet alleen. Er is zelfs een geheel »leesboek voor kinderen van verlichte ouders" door Werra geschreven, in het licht gezonden, hetwelk door het socialistisch orgaan Voorwaarts zeer aanbevolen wordt.

Een andere, niet minder vieeselijke vijand, die het Duitsche volk steeds ernstiger bedreigt, is de alcohol. In 1890 werden in het Duitsche rijk gedronken 2, 279, 828 hektolhers brandewijn, 47, 524, 928 hektoliters bier, en 3, 352, 819 hektoliters wijn, eene waarde vertegenwoordigende van ongeveer ƒ 1, 500, 000, 000 of twee en een half milliard mark per jaar. Wat wordt er niet dikwerf van socialistische zijde geklaagd over de hoogte waarop het budget van oorlog is gevoerd. En ongetwijfeld kost de gewapende vrede in Duitschland schatten gelds. Maar er wordt vrijwillig aan alcoholische dranken zesmaal meer uitgegeven, dan men voor het leger belasting betalen moet. De gevolgen van een toenemend verbruik van alcoholische dranken blijven niet uit. Terwijl in 1881 wegens dronkemanswaanzin in de openbare ziekenhuizen van de hoofdstaten van Duitschland 4143 personen opgenomen werden, was dit getal na vijf jaren tijds, dus in 1885, reeds tot IO, T6O geklommen. In de krankzinnigengestichten werden in 1881 5291 personen ingevolge van thronisch alccAiolisme opgenomen, in 1885 moesten 11, 974 personen verpleegd worden, om dezelfde ziekte. In 1889 werden in het Duitsche rijk wegens verschillende overtredingen 369, 642 personen door de rechtbanken veroordeeld, de oorzaak van 258, 750 misdrijven was in den sterken drank te zoeken.

Er is dus wel arbeid voor mannen en vrouwen die het heil van land en volk in Duitschland zoeken.

Doch jammer genoeg worden juist die mannen, die in leer en leven vermanen, om tot de paden van Gods Woord terug te keeren, op allerlei wijzen tegengestaan. Er is in Duitschland schier geen theoloog van naam te vinden, die de beginselen van Dr. Zahn uit Stuttgart deelt. En ook vindt een man als Stöcker, na eerst, om het standpunt dat hij innam tegenover het sumepiscopaat van den Duitschen keizer genoopt te zijn geweest, als hofprediker zijn ontslag te nemen, allerlei tegenwerking. Van het kerkgebouw dat men als blijk van waardeering van den gewezen hofprediker wilde stichten, is de eerste steen gelegd. Dit heeft de regeering stil laten begaan. Maar de verdere bouw wordt tegenggehouden, wie weet hoe lang, omdat men meent wellicht de ruimte, die men thans bebouwen wil, noodig te hebben, voor het verleggen van een straat.

De hoop dat door den val van Von Bismarck als leider ook der binnenlandsche politiek, het Christelijk element des Duitschen volks meer op de medewerking der regeering zou kunnen rekenen, is tot hiertoe niet verwezenlijkt. Men denke slechts aan het terugnemen van het voorstel om de schoolwet te herzisn. De regeering ging aanstonds voor het rumoer dat van liberalistische zijde gemaakt werd uit den weg en miste dus den moed om eene poging te wagen ten einde het Christelijk karakter der volksschool scherper te doen uitkomen.

FrankTijfe. Benoeming van professoren aan de Hoogeschool te Montauban.

Eindelijk is er eenige rust gekomen in de Fransche Protestantsche wereld. Sinds lang waren de gemoederen niet zoozeer in beweging geweest, als wel "in het laatstehalve jaar, toen er drie hoogleeraren aan de theologische faculteit te Montauban moesten benoemd worden. Deze faciliteit is ten dienste van de Gereformeerde staatskerk, terwijl de Parijsche theologische faculteit voor de helft door Luthersche professoren en voor de helft door hooglceraren van Gereformeerden huize bezet is. Dat de professoren een grooten invloed uitoefenen op het leven der kerk, zal niemand ontkennen en daarom spreekt het als van zelf, dat er in de kerk een hevige strijd gevoerd is, niet over de vraag: wie tot hoogleeraren zouden benoemd worden, liberalen of orthodoxen, maar welke mannen er zouden aangewezen worden. Het was jammerlijk om op te merken hoe in dien strijd over professorenzetels zooveel persoonlijke dingen voor den dag gebracht werden. Volgens de Fransche wet kan de kerk haren invloed bij de benoeming van hoogleeraren doen gelden door middel van de consistoriën; wij zouden in onze spreektaal zeggen: door de classicale besturen.

In de consistoriën is er over gestemd wie men als hoogleeraar begeerde, terwijl het resultaat van de stemmingen der consistoriën aan den z. g. centralen raad werd bekend gemaakt, die daarna zijn advies aan de regeering in zake de professorenbenoeming gaf. De minister van eeredienst vereenigt zich dan gewoonlijk met hetgeen de centrale raad, een staatscreatuur, dat dienst moet doen om een tusschenpersoon tusschen de regeering en de Geref. staatskerk te zijn, aanbeval. Doch ditmaal heeft de regeering meer op de uitspraak der kerk dan op het advies van den centralen raad acht gegeven; althans door de regeering werd als hoogleeraar in de apologetiek benoemd den predikant Q. Meyer, die door den centralen raad niet aanbevolen was, doch die in de conseils presbyterial de meeste steramen gekregen had, ofschoon de candidatuur van den heer Meyer in de Eglise Libre heftig bestreden was.

Het treurigste van alles is, dat een man van liberale richting als de heer Moutet, ook

door de aanbeveling van vele zich noemende rechtzinnigen, tot hoogleeraar in het Nieuwe Testament en in de Patristiek benoemd is. Kennelijk hebben vele rechtzinnigen of die daarvóór willen gehouden worden, den liberalen de hand gereikt. De leiders der officieuse synodale organisatie, hebben de groote fout begaan, van niet voor den dag te komen met een candidatenlijst, ter aanbeveling van de candidaten voor hun kant. Het schijnt dat de anderen de gesteldheid der geesten vooral van de jongere predikanten niet recht kennen. De anderen hebben zeker niet kunnen gelooven, dat de jongeren een compromis met de liberalen zouden aangaan.

Wat is er sedert 1882, toen de officieuse synodale organisatie in het leven trad, veel veranderd! Toen dachten velen, dat het leggen van een sydodaal verband, buiten de toestemming der regeering om, het begin van de vrijmaking der staatskerk zijn zou zoodat ook datgene, wat niet bijeen hoorde, van elkaar zou gescheiden worden. Doch de officieuse synodale organisatie, was op den grondslag van het collegiaal kerkrecht opgetrokken en daaruit is dan ook mede te verklaren, dat deze organisatie zoo weinig vrucht voor de staatskerken heeft afgeworpen. Sedert 1882 heeft de ethische leer zooveel ingang gevonden, dat men zonder schroom zeggen kan, dat de school van Gauszen haast niet meer vertegenwoordigd wordt. Vandaar dan ook dat men in z. g. orthodoxe of Evangelische kringen veel meer geneigd is, om met de liberalen of modernen te vereenigen, dan om tegenover hen positie te nemen, gelijk in 1882 nog geschiedde. Wellicht is de tijd niet verre meer, dat de officieuse synoden niet meer zullen vergaderen, maar dat men van de regeering een officieele synode vragen zal. De regeering wilde vroeger wel eene officieele synode toestaan, doch ons dunkt alleen op voorwaarde dat deze alleen administratieve werkzaamheden verrichten zal, alleen de vrees dat eene tweede officieele synode, gelijk die in 1872 samenkwam, leer tucht zou gaan uitoefenen, weerhield de Fransche Overheid eene nieuwe synodale vergadering toe te staan.

Het blijkt dat de krijgswet die in 1889 door het Fransche parlement werd aangenomen, vele bezwaren in den weg ligt van dezulken, die zich willen gaan wijden aan het herder-en leeraarsambt. Volgens de wet zijn alle burgers, ook de herders en leeraars van het 21ste tot 45ste levensjaar dienstplichtig. Wel is den aanstaanden Evangeliedienaars toegestaan slechts één jaar in de gelederen te dienen, maar het staat hem niet vrij te kiezen welk jaar hij het geweer dragen wil. Nadat hij gediend heeft, moet hij aanstonds zijne studiën voortzetten, van het 24—30ste jaar behoort hij bij de reserve, en als hij 36 jaar oud is, moet hij als predikant de kerk dienen. Hierdoor wordt het bezoeken eener buitenlandsche universiteit zeer bemoeilijkt. Een predikant moet bovendien tot zijn 45ste jaar als hij van standplaats verandert, daarvan bericht geven aan de over • heid; ook moet hij er kennis van geven als hij een reis doet die meer dan vier weken duurt ook mag hij zich niet zonder bijzonder verlof van de zijde der regeering in het buitenland vestigen.

Bekend is het hoe de Fransche Ultramontanen verdeeld zijn, over de vraag, welke houding men heeft aan te nemen tegenover de Fransche republiek. Er zijn er die den republikeinschen regeeringsvorm blijven bestrijden en ijveren voor de herstelling van het Koningschap. Er zijn er ook, vooral sedert den va van Boulanger, die zich in de republiek vinden kunnen en er nu op uit zijn om zooveel mogelijk invloed op den gang van zaken uit te oefenen. Van het laatste gevoelen is ook paus Leo XIII. Onlangs sprak de bisschop van Grenoble de volgende opmerkenswaardige woorden, met het doel om zijne hoorders te bewegen het gevoelen van het hoofd der Roomsche kerk aan te nemen. »0p de verheven plaats waar Leo XIII troont, heeft hij meer licht en meer genade van boven dan wij. Hij is leeraar, hij is vader, hij is onze Christus. De hemel zegt ons : Hoort hem! Laat ons daarom naar hem luisteren ; wij kunnen niet dwalen, als wij dit doen." Hoe stuitend deze woorden voor den Gereformeerde mogen zijn, op Roomsch standpunt zijn zij volkomen correct, wanneer de paus als paus een uitspraak doet, dan behoort elke Koomsche zijn woord aan te nemen als van den Christus zelven. De leer van 's pausen onfeilbaarheid is wat men ook van Oud-Roomsche zijde moge beweren, niet anders dan een juiste doorvoering van hetgeen de Roomsche kerk steeds beleden heeft omtrent de kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's