INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)
Mijnheer de Redacteur'.
Wil mij ten dienste der zending van de vroegere Christ. Ger. Kerk, alsook in mijn eigen belang s. v. p. toestaan, naar aanleiding van uw art. ïOnze kerken in Indië" in de Heraut van Zondag 21 Januari 1894, in het volgend nummer van dit blad, iets in het midden te brengen.
Ook mij deed indertijd het stuk van Ds. S. in ; de 7, uid-Holl. Kerkbode over de kerken te Batavia < -n Soerabaia onaangenaam aan. De vraag kwam toen, en komt nog bij mij op: Zou Ds. S. wel goed op de hoogte zijn? En dan meen ik haast met zekerheid te kunnen zeggen : neen ! Ik geloof, dat indien Ds. S. meerdere inlichtingen had ingewonnen, Z.Eerw. in zijn »toorn" Wel wat gematigder zou zijn geweest, en anders zou hebben geschreven.
Hoe het te Batavia is weet ik niet goed, en kan over die gemeente dan ook geen oordeel vellen; wel durf ik, met de kennis, die ik van Br. Huijsing en andere Br. te Batavia heb, verklaren, dat zoo er fouten zijn begaan in de inrichting der kerk aldaar, die niet zijn voortgevloeid uit zucht om «blank en zwart" te scheiden, dus uit.... rassenhaat (? ) doch daarr voor geheel andere redenen bestaan.
Hoe . het ook zij, liever bepaal ik mij bij de kerk te Soerabaia, [: die ik als zendeling-leeraar der Chr. Ger. Kerk heb mogen vergaderen, en gedurende ruim 6 jaren Febr. 1881—Aug. 1887 heb TnOgen dienen. Daar ik nog niet heb vernomen, dat sinds dien tijd in de inrichting dier kerk verandering is gekomen, geloof ook ik, dat de voorstelling, die Ds. S. van die kerk heeft, niet met de werkelijkheid overeenkomt.
Als bewijs wil ik, geheel volgens uw begeeren, feiten noemen, die toonen, dat het daar in élk geval tot Aug, 1887 anders was.
De gemeente werd onderscheiden in een Hollandsch en een Maleisch deel. Voor beide af deelingen werden afzonderlijke godsdienstoefeningen gehouden in de taal van de lieden, voor welke ze bestemd waren; omdat de Javanen geen Hollandsch, en zeer vele Europeanen niet genoegzaam de taal der Javanen verstaan, om de prediking in die taal te kunnen volgen. De leden waren evenwel volkomen vrij, om die godsdienstoefening bij te wonen, waaraan men de voorkeur gaf.
Het Mal. deel der gemeente telde toen 2 Javanen, 2 Amboineezen, en enkele Indo-Europeanen. In de HoU. godsdienstoefening, die der > : blanken«, kwamen niet alleen deze, doch ook de »zwarte«: leden der gemeente, ofschoon de laatsten er meestal niets of maar zeer weinig aan hadden. De godsdienstoefening voor de »zwarten< ! bestemd, werd ook wel bijgewoond door enkele «blanken», die ervoor in de gelegenheid waren, en de prediking konden volgen.
Die twee deelen der gemeente hadden maar één kerkeraad, eerst geheel uit blanken bestaande; later werden er ook Indo-Europeanen in gekozen. De Sacramenten werden altijd bediend in een samenkomst der geheele gemeente, en wel met het oog op onderscheidene omstandigheden, in de HoUandsche godsdienstoefening. In die vergadering werden de Bondzegelen uitgereikt, niet slechts aan «blanken", maar ook aan «zwarten". Die van de 'laatsten de HoDandsche taal •eenigszins verstonden, zaten niet zelden aan eenzelfde tafel met de «blanken"; zij die dat niet konden, zaten aan een afzonderlijke tafel, en werden in hun [taal (de Maleische) toegesproken.
Toeiï een der Javanen, als kind gedoopt, verzocht had openbare belijdenis te mogen doen, werd het onderzoek naar zijn kennis in de Christelijke waarheid, en de gronden van zijn verzoek door den «blanken" kerkeraad in het Maleisch gedaan. Die openbare belijdenis werd afgelegd in de vergadering der geheele gemeente. Vragen, toespraak en gebed daarbij, geschiedden in de Mal. taal, waarvan velen der Europeanen evenwel maar weinig begrepen.
Uit deze feiten blijkt nu toch wel duidelijk, dat het er met de kerk te Soerabaia, en met de zending der vroegere Chr. Ger. kerk in 't algemeen, waartegen de aanval toch eigenlijk t gericht was, niet zoo droevig gesteld is, als men uit het schrijven van Ds. S. haast zou gelooven. Dat ook door mij nog fouten zijn begaan, wil ik gaarne erkennen, doch het is zeker veel gemakkelijker in Nederland critiek uit te brengen over wat in het verre Indie geschiedt, vooral als men niet geheel zich op de hoogte heeft gesteld, dan in Indië zijnde, alles naar eisch te verrichten. Ook in dit opzicht geldt: »De beste stuurlui enz.
Wat betreft uw vraag, of de Javanen die afzonderlijke godsdienstoefeningen zelf verlangd hebben, zij meegedeeld, dat de Javaan, enkele uitzonderingen'^ daargelaten, er niet toe komt aan «blanken" i. c. den kerkeraad of den voorzanger, zijn wenschen en klachten bekend te maken. Het ontbreekt hem daarvóór te veel aan openhartigheid en aan moed. Gaat men evenwel zijn gedwongen houding na, als hij met «blanken" in aanraking komt, en zijn gemakkelijkheid en groote vertrouwelijkheid waar het zijns gelijken betreft, dan toont hij — tenzij hoogmoed in 't spel is — dat hij veel liever alleen met Javanen vergadert, dan ook met de blanke leden der gemeente.
Is het noodig de menschen zóó te bearbeiden dat dit verandert, toch zal'üïoeten toegestemd, dat met deze omstandigheden moet worden gerekend, en men kinderen in het verstand niet kan behandelen als dezulken, die tot de jaren des onderscheids gekomen zijn.
In hope, dat de toorn van Ds. S. door deze mededeelingen wat bekoelen moge, en ZEerw. en anderen met hem, in deze zaak tot wat gunstiger oordeel mogen komen, teeken ik mij, met dankbetuiging voor de verleende plaats ruimte,
Achtend
UiuE. dw. dn.
A. DELFOS.
Hellevoetsluis. 22 Jan. 1894.
[Wij ontvingen nog een schrijven van soortgelijken inhoud, waarvan de opneming slechts repetitie zou zijn Red.]
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 28 januari 1894
De Heraut | 4 Pagina's