GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo dikwijls de Opleidingsquaestie onder Gereformeerden aan de orde komt, heeft met name Dr. H. H. Kuyper stem in het kapittel, die, gelijk men weet, de eenige, zoo hier te lande als in het buitenland is, die deze quaestie historisch heeft toegelicht.

Van zijn hand nu lezen we in de Friesche Kerkbode dit:

Er bestaat tweeërlei opleiding tot den Dienst des Woords, de eene aan onze kerkelijke School, de andere aan de Theol. fac. der Vrije Universiteit. Deze gedeeldheid werkt onder de bestaande omstandigheden sdiadelijlc. Daarover zijn allen het eens. Er moet dus een uitweg gezocht worden om beide inrichtingen te laten saamwerken. Maar dit mag itiet geschieden, doordat de Theol. facult. aan de kerkelijke School, of de kerkelijke School aan de Theol. fac. wordt opgeofferd. Beide moeten ge­ handhaafd blijven. En het voorstel van Prof. Bavinck doet dit niet. De Theol. fac. der Vr. Univ. wordt opgeheven en vervangen door de kerkelijke School. Van daar ons protest.

Ten onrechte heeft men in onze pers dit protest op rekening geschoven van zekere ».5-sympathiën", die bij onze redactie zouden worden gevonden. Het thans hangende vraagstuk heeft met A of ^, of wil men liever met de vroegere onderscheiding van Christelijk Gereformeerd en Nederduitsch Gereformeerd niets uitstaande. De Vrije Universiteit bestond voor iemand aan de Doleantie ook maar in de verte dacht; de gedachte in haar belichaamd heeft met de Doleantie niets uitstaande. Er zijn mannen geweest onder de leiders der Doleantie, om nu slechts één naam te noemen, Ds. Ploos van Amstel, die principieel tegen het denkbeeld eener Vrije Universiteit waren gekant en geheel meegingen met hen, die oordeelden, dat de Kerk van Christus geroepen was Hooger Onderwijs te geven. En wel is het waar, dat de Theologische School te Kampen een vrucht was van de Scheiding van 1834. maar, gelijk Prof. Bavinck met de stukken heeft aangetoond, is tot kort vóór de saamsmelting door geen enkele Synode ooit uitgesproken, dat hierin een dogma, een beginsel stak, als mocht de kerk alleen hare Dienaren des Woords opleiden. Prof. Bavinck zelf wil van zulk een dogma of beginsel niets weten, en spreekt ook in deze brochure, gelijk zoo vaak reeds vroeger, openlijk uit, dat hij de souvereiniteit van de wetenschap in ha»r eigen kring volmondig erkent. Het is dus beslist onjuist, wanneer men het voorstelt, alsof de strijd hier ging tusschen Doleantie en Separatie, A en B. Het gaat over de vraag of de opleiding tot den Dienst des Woords volgens het Gereformeerd beginsel kerlcelijk moet zijn of niet.

Juist daarom hebben wij tegen het vooretel van Prof. Bavinck een principieel bezwaar. Want al bedoelt Prof. Bavmck dit niet en al zegt hij dit duidelijk' en herhaaldelijk, wanneer de Synode zijn voorste! aanneemt, en de Theol. fac. aan de Vrije Universiteit wordt opgeheven en vervangen door de kerkelijke school, dan heeft het beginsel van een zuivere kerkelijke opleiding een beslisten triumf behaald en het beginsel eener vrije en zelfstandige Hoogeschool van Wetenschap heeft het in de praktijk afgelegd. Grootraoedigheidshalve moge aan de Universiteit het recht blijven toegekend, als zij eens zeer ruim bij kas is en de toevloed van geschikte personen voor het Hoogleeraarsambt buitengemeen groot, een eigen Theologische faculteit op te richten, zulk een concessie brengt een glimlach om de lippen. Heeft de kerkelijke school de Theol. faculteit eenmaal vervangen, dan is de Theol. faculteit voor goed dood. leder, die eenigermate op de hoogte is met den werkelijken toestand van zaken, zal dit volmondig beamen. De schoonste toekomst-rhuziek brengt ons in dit opzicht geen de minste illusie.

Dat onze blik op de gevolgen , van het voorstel van Prof. Bavinck niet onjuist is, moge een sterk sprekend feit bewijzen. Juist die mannen, die principieel vóór de kerkelijke opleiding strijden, en die in 1893 het luidst den kiijgstrompet hebben geblazen tegen het toen ingediende voorstel, hebben thans het nieuwe plan met de volste sympathieën de hartelijkste instemming begroet. Zij hebben gevoeld, en volkomen terecht, dat in dit voorstel hun geschonken werd al wat hun hart begeerde. Maar is het dan wonder dat wij, die even beslist voor de vrijheid van het Hooger Onderwijs strijden, als bij intentie gevoeld hebben, dat deze voorslag het Trojaansche paard binnen de veste onzer Vrije Universiteit zou brengen en daarom van meet af hebben gewaarschuwd?

Wij willen gaarne, dat het zeer ernstige en ingrijpende vraagstuk, dat aan deze quaestie ten grondslag ligt, rond en open in de kerkelijke pers en op de kerkelijke vergaderingen besproken worde. Al heeft men in 1892 bedongen, dat de beide beginselen: kerkelijke opleiding en vrije studie in de practijk erkend zouden worden, dit sluit allerminst uit, dat over de beginselvraag niet zou mogen gediscussieerd worden, en dat de Synode zich nooit over deze quaestie zou mogen uitspreken. Wordt door de voorstanders eener kerkelijke opleiding het geding aan de orde gesteld, dan vertrouwen wij op de kracht der Gereformeerde beginselen, op de duidelijke stem der historie, op de leiding Gods bovenal, dat bet rechte beginsel zegevieren zal. Geen enkel Gereformeerd theoloog van naam heeft ooit geleerd, dat de kerk geroepen was, de beoefening der Theologie aan de Universiteit uit handen te nemen. Ieder kenner der historie weet, dat Calvijn, Zwingli en al degenen, die op de Reformatie invloed hebben gehad, de bestaande kerkelijke scholen, waar de Roomsche kerk haar dienaren opleidde, heeft afgeschaft en vervangen door Universiteiten. Door ondergeteekendc is dit in zijne studie over de opleiding tot den Dienst des Woords met de feiten bewezen en die feiten zijn door niemand weerlegd. Men heeft er zelfs geen poging toe aangewend. Het beginsel, dat alleen de kerk theologie zou mogen onderwijzen, indien het een Gereformeerd beginsel is, is spliksplinternieuw, eerst in deze eeuw ontdekt en, lijnrecht in strijd met wat in vroeger eeuw door alle Geref. kerken is gedaan.

Een strijd op dit punt vreezen wij dus niet. Wij zullen dankbaar zijn, wanneer ons de kans wordt geboden, beginsel tegen beginsel te stellen. Maar wat wij wel vreezen is, dat door een zoogenaamd practische regeling van de bestaande moeilijkheden feitelijk een prjncipieele beslissing zou genomen worden, zonder dat de gelegenheid tot een principieelen strijd ons daarbij werd gegund.

Men achte daarom het belang van deze quaestie niet gerinjr. De Geref. kerken in Nederland hebben van God den Heere een hooge roeping ontvangen. Noch in Duitschland, noch in Hongarije, noch in Frankrijk, noch in Zwitserland, noch in Schotland, noch zelfs in Amerika heeft het Calvinisme zoo gehloeid en zulk et-n diepe beteekenis gehad voor heel de wereld als in Nederland. Op onze erve is het eenige Gereformeerde concilie saamgekomen, v.'aar de Gereformeerde leer het zuiverst, het scherpst belijnd, het schitterendst is beleden.

Nu het Calvinisme, na jaren lang te hebben gesluimerd, weer met nieuwe kracht ontwaakt is, opnieuw een breede plaats gaat innemen in de historie en zijn onverwoestbare levenskracht weer toont, is aan Nederland weder de eere geschonken, daarbij op menig gebied den toon aan te geven. Amerika, Schotland en zelfs voor een deel Duitschland erkennen dankbaar het licht, dat in ons land van den kandelaar straalt.

Maar deze eere legt ons een dubbel ernstige taak op de schouders. Zij eischt, dat de fundamenten op elk gebied niet dan na ernstig nadenken, met volkomen tot bewustzijn gekomen overtuiging zullen gelegd worden, zoodat er werkelijk sprake kan zijn van een principitele daad.

Zoo ligt het metterdaad principieel.

Maar natuurlijk hiermede is nog het laatste woord niet gesproken.

Bedoeld is thans een compromis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1899

De Heraut | 4 Pagina's