GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitscliland. De Duitsche Christenen over de Transvaal. *

De Allgem. Ev. Luth. Kirchenzcitung springt zeer voor de Boeren in de bres. We gaven nu en dan uittreksels in dit blad, om dit te laten zien. Hetgeen het Luthersche orgaan schreef over den strijd in Zuid-Afrika vond zooveel weerklank in Duitschland, dat de redactie verzocht werd, het in eene afzonderlijke brochure uit te geven „tot sterking van hen, die even als Aaron en Hur in den slag tegen de Amalekieten dienst willen doen." In een Zondagsblad van Zuid Duitschland werd daarentegen beweerd, dat de geschiedenis leerde dat het gebed om aardsche dingen niet onvoorwaardelijk verhooring vindt, zoodat men niet kan zeggen dat de zaak der boeren zal triomfeeren. Immers ook een vroom volk kan het onderspit delven, gelijk de Hugenooten in Frankrijk of de Evangelischen in Boven-Oostenrijk, die om nog hoogere zaken streden als de boeren.

De A. E. Kztg. meent dat die vergelijking niet opgaat, omdat een Christenmensch voor de zaak der religie wel moet willen sterven, maar daarvoor de wapenen niet mag opnemen; een stelling die men tracht te bewijzen door aanhaling van Matth. 26 : 56, doch die hiermee niet bewezen wordt, omdat de Heere Jezus daar alleen heeft aangetoond dat Zijn rijk niet kan bevorderd worden door het zwaard, maar niet heeft verboden, dat een volk tot verdediging van zijn dierbaarst recht, de vrijheid van consciëntie, niet met het zwaard slaan mag.

Een ander correspondent deed aan de redactie de vraag: hoe de nederlagen der boeren met het Godsbestuur en met de gebeden van zoovele Christenen voor de overwinning der rechtvaardige zaak te rijmen zijn?

Hij lost de zwarigheid op door met Psalm 73 te wijzen op het einde, en beweert dat God ongetwijfeld aan de boeren de zegepraal zal verleenen. Wij hopen ook van harte, dat de geschiedenis van Israels redding uit de hand der Egyptenaren en van de overwinning van den herdersknaap over den reus Goliath zich moge herhalen, en dit niet uit sympathie voor de boeren, maar omdat het ons als Christenen moet verblijden, wanneer het blijkt dat de rechterhand des Heeren hoog verheven if.

De, A. E. L. Kztg. merkt echter op, dat de rechtvaardigste zaak somtijds volgens Gods wil voor het uitwendige moet ondergaan, hetgeen blijkt uit het Kruis van Christus. Tot Petrus, wien zulk een loop van zaken niet behaagt, zegt de Heere: Gij verzint niet de dingen die uit God zijn, maar die uit de menschen zijn. Nu is er in de geschiedenis geen conflict, waarin zoo uitsluitend aan de zijde der overwinnaars alle onrecht en aan de zijde van den overwonnene alle recht geweest is. Ook kunnen wij niet loochenen, dat bijv. in den strijd van de Polen en van de Ieren ten minste betrekkelijk het recht aan hunne zijde was. Desniettegenstaande zijn die staten verdwenen, en naar menschelijke berekening, voor altijd. Dit is echter, volgens het blad, niet in strijd met de goddelijke gerechtigheid, want wij weten aan de eene zijde dat de „Poolsche Wirthschaft" en de lersche trouweloosheid Gods gericht wel verdiend hadden, en wij weten anderzijds, dat Hij aan def kinderen de zonden der vaderen bezoekt. Nu willen wij gewis de boeren niet op dezelfde lijn stellen met Polen en Ieren. Maar dat zij van vroeger bij hun indringen in de landen van vreemde volksstammen en bij hunne verhouding tegenover de inboorlingen veel gezondigd hebben, hetgeen tot een bezoeking wel aanleiding geven kan, zal niemand durven ontkennen.”

Hier wordt weer bewaarheid het bekende Satanische „lastert maar voort, er blijft wel altijd iets van hangen." Dat de boeren het land, dat zij achtereenvolgens bezetten, niet hebben gestolen, maar gekocht of wettig door verovering verkregen, schijnt men in Duitschland niet te weten. En dat de boeren voor de inboorlingen beter zijn geweest dan de Engelschen, die hen in dit opzicht steeds hebben beschuldigd, is boven allen twijfel verheven en blijkt in den laatsten tijd uit vele getuigenissen ook van Engelschen.

Maar dit neemt niet weg, dat de bewoners van de Zuid-Afrikaansche republieken geen heiligen zijn. Ook kan het zijn, dat God den glorierijken ondergang der beide republieken toelaat, om krachtiger op de gewetens, ook in Engeland, te werken, dan hun zegepraal doen zou. Daarom houden wij het er voor, dat de redding der Boeren niet in zekere mate tot een eisch moet gestempeld worden, met welks vervulling de goddelijke gerechtigheid staat of valt. Zoo lang deze aarde staat, zal men het zien, dat dikwijls de onrechtvaardige Mammon triumfeert. Een aarde waarop gerechtigheid woont, hebben wij eerst te verwachten, wanneer de Heere Jezus wederkomt.

We beamen dit betoog geheel. Maar niet minder waar is hetgeen het blad verder zegt: „Ja zeker laat God de gerechtigheid dikwert onderliggen. Maar wanneer de onderliggenden zich aan Hem houden, dan leidt het onderliggen niet tot vernietiging, maar tot grootere heerlijkheid. Christus' lijden is dikwijls als voorbeeld aangehaald; maar wij weten dat Hij ook is opgestaan. „God heeft Hem verhoogd en Hem een naam gegeven die boven allen naam in hemel en op aarde is". De ervaren psalmist die bijna gestruikeld was, toen hij den vrede der goddeloozen zag, terwijl de vromen dagelijks geplaagd werden, zag op het eene van beiden en erkende, dat God de menschen rechtvaardig en wonderbaar regeert. Dit doet ons hopen dat God de Boeren niet geheel zal prijs geven. Hij kan hen wellicht nog eenmaal in de diepte leiden, nog dieper, dan bij Cronje's nederlaag. Het kan hun gaan als de oude Grieken of als de Pruissen ten tijde van Napoleon. Maar na Thermopylae kwam Salanus, en na Jena Leipzig! Wij moeten op het einde wachten en niet onrustig worden, wanneer de

huidige toestand doridere wolken laat zien. En voorts, zeker bezoekt God dikwijls alle zonden, want zijne molens malen langzaam. Er kan bij de Godvreezende Boeren menige ongebroken zonde zijn, die God nu strafifen wil. Maar zou daarom Gods barmhartigheid toegesloten zijn? Wanneer God alle zonden der menschen kinderen bezoeken wilde, wie zou dan kunnen bestaan? De Heere is barmhartig en genadig. Dat de ' Boeren een Godvreezend volk zijn, is buiten allen twijfel. Een mensch die een ge woonte-Christendom heeft, klaagt niet over den dood van zijn vijanden en .keert niet in alle stilheid van het slagveld terug. Het is geen schijnvroomheid, wanneer zij onder het suizen der granaten spreken: „Gods hand is over ons uitgebreid." Hoe matig er nuchter zijn zij! hoe barmhartig zijn zij tegen hunne verwonde, gevangene vijanden, dat de Engelschen eerst van hen leeren moesten om hun eer als beschaalde natie te redden!

Zelfs hunne tegenstanders moeten hun het getuigenis van een oprecht christélijken wandel geven, ja zij hoonen hen om hunne vele gebeden. En zou al dit Godsvertrouwen in dood en gericht eindigen ? „Heere, wie zal dan be staan? ”

De A. E. Kztg. vat dan hare beschouwing samen in de woorden: „die den Heere verwachten, worden niet beschaamd. Zij kunnen in de diepte geleid worden; zij kunnen ter helle nederdalen, maar worden ook daaruit opgehaald. De gebeden van zoovele Christenen kunnen niet te vergeefsch zijn. Zij zullen zulk eene verhooring vinden, dat wij er ons over zullen verwonderen. Het kan niet uitblijven, dat er ten slotte zal moeten geroepen worden: Heere onze God, hoe heerlijk is Uw naam over de geheele aarde.”

Correspondentie. Een onzer lezers deed de vraag: als Gereformeerde predidanten op de kansel de sociale quaestie niet mogen bespreken gelijk Dr. HijUman te Hamburg, hoe dan door genoemde predikanten wèl daarover in het midden der gemeente moet gehandeld worden.

Die vraag kunnen' wij hier niet beantwoorden. Wel wenschen wij het volgende op te merken: Wij zeiden naar aanleiding van de zaak van Dr. HijUman: „een predikant van Gereformeerde beginselen bespreekt de sociale quaestieanders, " omdat deze prediker de Fransche revolutie verheerlijkte gelijk alleen een liberalist doen kan. Dr. HijUman schreef dat hij op den kansel zich aldus had uitgelaten: „Bij de behandeling van het sociale vraagstuk, vergeleek ik onze wisseling der eeuw met die vóór honderd jaren; toen een naar voren dringen van den middenstand, nu van de arbeidende klasse. Beide bewegingen bevatten veel dat aan ophitsing en fanatisme moet toegeschreven worden, maar de strooming die aan beide ten grondslag ligt, gaat uit van Hem, die het verlangen in de wereld gebracht heeft, over wiens kribbe de engelen zongen van het heil, dat al den volke wezen zou.”

Dat de Fransche Revolutie uit God was, in den engen zin van het woord, zal geen Gereformeerd predikant zeggen. Het tegendeel is een iegelijk duidelijk, die „Ongeloof en Revolutie" van Groen van Prinsterer maar even heeft doorgelezen. Hiermede meenen wij aan' het verlangen van onzen correspondent uit Rotterdam te hebben voldaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1900

De Heraut | 4 Pagina's