GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gemengd nieuws.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemengd nieuws.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herder en leeraarschap boven professoraat. Toen in de maand Juni te Montauban het herinneringsfeest van de stichting dier hoogeschool gevierd werd, schreef de hoogleeraar Pédéiert, die door hoogen leeftijd verhinderd was, om de feestelijke vergadering bij te wonen, o. a. het volgende dat op genoemde vergadering zou voorgelezen worden:

Daniël Encoutre stelde, niettegenstaande hij zulk een geleerd man was, het predikambt boven het professoraat. Toen bij in de faculieit een preek van een student gehoord had, zeide hij tot dezen: »Ik heb u slechts ééne opmerking te maken; als ik even goed preeken kon als gij, zou ik mijn professorale toga aan den kapstok hangen, en een predikantstoga aandoen!' »Ik heb niet gehoord, ' zoo voegt de oud-hoogleeraar er bij, »dat een ander hoogleeraar ooit een dergelijke opmerking aan een student gemaakt heeft."

Wij vernamen van een predikant in Nederland, dat hij, tot het professoraat geroepen zijnde, daar voor bedankte. Tot zijne vrienden sprak hij toen uit: Men wilde mij van koning keizer maken, doch ik heb daarvoor bedankt. Later liet echter deze predikant zich eene benoeming tot professor toch welgevallen.

De melaatschen te Almarah. De predikant G. M. Bulloch, die zich in noordelijk Engelsch-Indië wijdt aan de verplegin; van melaatschen, geeft, terwijl hij in Engeland vertoeft, belangrijke mede deelingen omtrent zijn arbeid onder deze ongelukkigen. Wanneer men hem vraagt, of hij niet bang is om ook melaatsch te worden, antwoordt hij ontkennend, omdat hij zich niet noodeloos aan de besmetting blootstelt, en hij niet vreest, om datgene, wat de gevolgen van zijn werk voor hem persoolijk kunnen zijn, te aanvaarden. Het hospi taal, dat hij bestuurt, verzorgt 129 lepralijders. Zestig jaren geleden kwam een Schotsch vaandrig met zijn regiment ui het district. Er waren daar toen vele melaatschen, die aan den weg bedelden, en daar hij medelijden had met de lijders aan deze vreeselijke ziekte, gaf hij hun aalmoezen. Maar hij deed de ervaring op, dat dit niet de beste manier was, om de ongelukkigen te helpen. Hij liet daarom eenige hutten bouwen, waarin hij gedurende een tiental jaren twaalf melaatschen van voedsel en kleeding voorzag. In 1850 nam de heer Budden, die aanstonds begreep, dat de hutten door een hospitaal moesten vervangen worden dezen arbeid over. Daarna wijdde Ds. EuUoch zich aan de melaatschen. Sedert 1864 is men aanteekening gaan houden van de ongelukkige lijders die in het asyl in Almarah in Noord Indië verpleegd worden, en het is gebleken, dat 1032 melaatschen daarin werden opgenomen. Van dit getal gingen 507 tot het Christendom over.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juli 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Gemengd nieuws.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juli 1901

De Heraut | 4 Pagina's