GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Een pleidooi voor vrije zitplaatsen De Leeuw-preek.

De redacteur van een blad dat te Leicester verschijnt, heeft zich de moeite gegeven de verschillende kerken in de stad zijner inwoning te bezoeken, om het resultaat van zijn onder zoekingen op dit gebied in zijn blad te kunnen mededeelen. Zoo heeft hij gedurende vele maanden 150 kerkgebouwen bezocht, terwijl daarin godsdienstoefeningen gehouden werden. Als resultaat van zijn bezoeken brengt hij de volgende scherpe critiek uit. Vooreerst klaagt hij er over, dat zoo weinig predikers van hart tot hart spreken. Maar al te velen zijn „smeders van phrasen" (phrase builders). Overal waar hij een prediker vond die „diep gevoelde" en aan wien het te merken was, dat hij het eeuwig welzijn van zijn hoorders zocht, was gewoonlijk „een groote vergadering en een ware godsdienstige geest". Ook viel het den redacteur op, dat er zoo weinig mannen de samenkomsten der gemeente bezoeken. Ditzelfde valt helaas ook in Duitschland en vooral in de Roomsche keik van Frankrijk op te merken !

Het bovenstaande zouden wij echter de ver melding niet waard achten, als niet de redac teur van het Leicestersche orgaan The Guardian ook gewezen had op de noodzakelijkheid om in de kerken vrije zitplaatsen te geven. Bij zijn tochten door de stad werd het hem duidelijk, dat in die kerkgebouwen waar men het stelsel van vrije zitplaatsen volgde, de kerken het meest gevuld waren.

In het Engelsche Christelijke blad waarin wij deze mededeeling vonden, werd daaraan toegevoegd, dat Leicester een stad i', waar toe standen heerschen als o v^eral elders. Het schreef er ook bij, dat nog zoo weinig ketken hunne roeping gevoelen om ook de menigte, die buiten de kerk staat, te trekken en te bearbeiden. En het is ook niet te ontkennen, dat wanneer iemand in eene kerk komt en de koster staat hem alleen dan een plaats af, wanneer hij een zilverstukje wil offeren, hij een geheel anderen indruk krijgt van de gemeente des Heeren, dan wanneer iemand hem uitnoodigt om zonder vergoeding hier of daar plaats te nemen.

Elk jaar wordt in de Episcopaalsche kerk van St. Katharine Cree in Engeland de Leeuwpreek gehouden. Jaren geleden reisde een zekere John Gayer in Arabië. Hij dwaalde van de karavaan, waartoe hij behoorde, af, en werd door den nacht overvallen. Een leeuw kwam toen op hem af, en om den koning der wouden van zich af te houden, had Gayer alleen het fchild des geloofs. Hij bad vuriglijk tot den Heere en het roofdier deed hem niets. Den volgenden morgen vond hij zijn karavaan terug. Toen hij in Engeland teruggekeerd was, schonk hij aan de kerk van Sf. Katharine Cree een som gelds, met de bepaling dat elk jaar een preek zou gehouden worden om het den menschen van eeuw tot eeuw duidelijk te maken, dat in hachelijke oogenblikken in het leven alleen uitkomst van den Heere is te verwachten. Dit jaar werd de Leeuw-preek uitgesproken door Rev. A. B. Boyd Carpenter.

Frankrijk. Opheffing van staatstractement voor de Kerken?

De Figaro heeft, naar zij beweert, een onderzoek ingesteld bij eenige voorname predikanten en rabbijnen te Parijs over de vraag, hoe zij denken over de voorgestelde intrekking van de staatstractementen van Godsdienstleeraren. Het bleek dat allen voorstanders van dien maatregel waren. De Synode der Gereformeerde Staatskerk heeft zich in 1872 reeds in dien geest uitgesproken en de kerken uitgenoodigd, zich op de scheiding van kerk en staat voor te-bereiden. De Gerefoimeerden hebben onlangs 1.200.000 francs bijeengebracht voor buitenlandsche zending, en geven jaarlijks 500.000 francs uit om kleine gemeenten van predikanten te voorzien. Het komt ons voor, dat de Figaro hier slecht is ingelicht. Wellicht heeft men hier de vereeniging tot Evangelisatie van Fran ï rijk op het oog, die evangelisatieposten sticht en onderhoudt.

Wat hiervan zij, de Fransche Gereformeerden, die op een zielental van 6 a 800.000 geschat worden, kunnen de 1I/2 millioen francs, die de staat hun toelegt, best voor predikantstractementen bijeenbrengen. Zij kunnen dit, want zij hebben vele gegoeden onder hunne leden. Maar of zij het zullen doen?

Wij zouden het een zegen achten, als zij er toe gedreven werden, doordat de Regeering eenvoudig het budget van eeredienst liet vervallen.

Doch wij houden het er voor, dat het niet spoedig tot de verbreking van het concordaat komen zal.

Napoleon, die het bekende concordaat (overeenkomst) met den paus trof, wist wel wat hij deed. Door de Fransche geestelijkheid met staatstractementen te begiftigen, 'belemmerdehij niet weinig de vrijheid dier kerk.

Dit kwam in de laatste jaren helder aan den dag. De Fransche regeering heeft de bevoegd heid om zulke bisschoppen en lagere geestelijken, die zich niet naar den zin van de regeering gedroegen, te straffen door inhouding gedurende zekeren tijd van hun tractement. Wanneer een bisschop of een pastoor zich met verkiezingszaken bemoeit in een aan de heer schende regeering vijandigen zin, dan kan men hem nu nog klein maken door hem eenige maanden of jaren geen geld uit te keeren.

Het spreekt wel van zelf, dat bezadigde lieden, die de vrije ontwikkeling der kerk als een gevaar vreezen, daarom niet voor opheffing van het concordaat zijn. Alleen heethootden, die door het optreden van den minister-president tegen de niet erkende Roomsche congregatiën, voet hebben gekregen, eischen dat de verschillende kerken geen cent meer uit de Staatskas zullen ontvangen. Wie op den duur den boventoon zullen hebben, is niet te zeggen. Wellicht komt er in Frankrijk door het onbesuisde optreden van het ministerie Combes een ommekeer op staatkundig gebied, waardoor de tegenwoordig zoo bestreden en uitgeworpen clericalen aan het bewind komen.

In elk geval zullen de Protestantsche Kerken wèl doen, met zich op de opheffing van het budget van eeredienst voor te bereiden. De officieuse Synodale organisatie kan daarbij uitstekend dienst doen.

N. Amerika. Herziening der belijde nis in de Presbyteriaansche kerk. ( Vervolg).

Art. IV spreekt over de schepping. Daarin wordt o. m. gezegd, dat de mensch nog in staat is om te kiezen tusschen goed en kwaad, terwijl toch de de Schrift leert, dat de mensch van nature dood is in zonden en misdaden, en daarom niet in staat is het goede te kiezen.

Art. V handelt over de zonde. Het zegt: „Niemand kan zalig worden dan door zijn genade", maar er wordt niet bij gezegd, dat het de genade in Christus is, die zalig maakt.

Art. VI handelt over de Genade Gods. Naar het ons voorkomt, worden niet altijd genade en liefde behoorlijk onderscheiden. Verder wordt over Christus gesproken als den Zaligmaker van alle zondaren, en Gods liefde als voor alle zondaren in de gave van Christus en over de aanbieding van eene algenoegzame zaligheid aan alle menschen. Ook leert het artikel dat God een weg ten eeuwigen leven voor het gehce'e menschdom heeft geopend. Dat alles riekt naar de leer van de algemeene verzoening. Zeker, Christus is een verlosser van alle zondaren. Doch wie worden zondaren voor God} Toch niet alle menschen?

Art. VII spreekt van de verkiezing. Het zegt: „Wij geloovev, dat allen, die in hunne kindsheid sterven, en alle anderen gegeven door den Vader aan den Zoon, die buiten het bereik zijn van de uitwendige middelen der genade, door Christus worden wedergeboren en gezaligd door den Geest". Dit verondeisteh, dat allen, die in hunne kindsheid sterven, alle idioten en het meerendeel der heidenen door den Vader aan den Zoon gegeven zijn. Deze veronderstelling is in tegenspraak met de duidelijkste uitspraken van Gods Woord. Bevatte zij waarheid, dan moesten alle kerken den zendingsarbeid staken, want de heidenen, die door het woord der pre diking bereikt worden, loopen daardoor gevaar om verloren te gaan, terwijl zij anders zeker zouden zalig worden.

In Art. VIII wordt gesproken over „Onzen Heere Jezus Christus". Het verklaart Hem*te zijn de Middelaar „voor ons menschen en voor onze zaligheid". „Voor ons heeft Hij alle gerechtigheid volbracht". „Voor ons stond Hij uit de dooden op". Dit „voor ons" schijnt niet te doelen op de ware kerk, of de oprechte getoovigen, maar op [elk mensch, hoofd voor hoofd.

Art. IX handelt over „Geloof en bekeering". In dit artikel wordt niet duidelijk gemaakt, dat de vergeving der zonden zich grondt op de voldoening van den Borg. Het is daarom niet goed, dat de vergeving door den Vader zóó op den voorgrond geplaatst wordt, dat er voor de voldoening van den Zoon geen plaats overblijft.

Art. X spreekt over „den Heiligen Geest"". Daarin wordt verklaard, „dat de Geest overal inwerkt op de harten der menschen, om hen van het kwade af te houden en tot het goede aan te sporen". Hier is verwarring van de gemeene gratie en de particuliere genade.

Art. XI getuigt van de nieuwe geboorte en het nieuwe leven. „Wij gelooven" staat hier, „dat de Heilige Geest alleen de werkmeester en Bron van de nieuwe geboorte is". Dit kon er door, als men maar niet de gaven en den Persoon van den Heiligen Geest met elkander verwart.

Art. XII spreekt van de opstanding en hel toekomende leven. Het genot van de geesten der rechtvaardigen wordt gezegd te bestaan „in onmiddellijke gemeenschap met God, en het gezicht van Zijne heerlijkheid". Wanneer „de Wachter", waaraan wij deze mededeelingen ontkenen, hieruit afleidt, dat het de toeleg is om door dit artikel de rechtzinnige beschouwing van Christus van de baan te krijgen, dan meenen wij, dat dit uit het bovenstaande niet blijkt. Immers, in het rijk der heerlijkheid valt de Middelaar weg, opdat God alles zij in allen.

Art. XV spreekt van het laatste oordeel. De toestand van de goddeloozen wordt zoo zacht mogelijk beschreven; hun wee bestaat hierin, dat zij van de rechtvaardigen gescheiden zullen zijn, en dat hun loon eeuwig zal zijn. Van Gods toorn, van de_ eeuwige straf en van een dag der wrake wordt met geen enkel woord gerept.

Art. XVI spreekt van den Christelij'ken dienst en de eindelijke overwinning. Grondtoon van dit artikel is i Tim. 2 : 4 „En Hij wil dat alle menschen zalig worden en tot de kennis der waarheid komen". Kennelijk vatten zij dit woord van den apostel op als behelzende den wil des besluits, terwijl toch daarin de wil des bevels wordt bekend gemaakt.

Uit al het bovenstaande zien wij duidelijk, welke geest de mannen die een herziening der Westminstersche confessie wilden doordrijven, bezielde. Het verbaast ons, dat maar enkelen tegen ïulk een verandering der belijdenis hebben gestemd ! Worde het den Gereformeerden kerken van Nederlandschen oorsprong gegeven, tegen-" over het streven om de belijdenis der kerk te verwateren, te stellen de bedoeling om haar te verdedigen en te bevestigen.

— Een gunstige beslissing voor de bijzondere school. Een getuigenis te­gen het Ritualisme.

Er is onder onze Gereformeerde broeders in N.-Amerika een strijd ontstaan over het al of niet stichten van bijzondere scholen. De mannen van De Wachter bijvoorbeeld strijden voor bijzondere scholen, de redacteurs van De Hope zijn er tegen. Nu is in sommige deelen van N.-Amerika de toestand aldus, dat in de openbare scholen Gods woord wordt gelezen'. Maar in verreweg de meeste gevallen is van openbare scholen met den Bijbel geen sprake. Zij die in streken wonen, waar dat schoolbestuur het gebruik van Gods Woord toelaat, konden nog een oogenblik denken, dat de openbare school nog zoo slecht niet is. Doch dat dit op den duur niet houdbaar is, blijkt uit het feit dat het hoogste gerechtshof van den staat Nebraska heeft uitgesproken, dat op de publieke scholen de Bijbel niet mag gelezen worden noch godsdienstige liederen mogen gezongen worden. De uitspraak van dien rechter luidt aldus:

„De wetten van den Staat verbieden ieder onderwijzer in tegenwoordigheid van de kinderen in de publieke school gedurende de schooluren een gedeelte van den Bijbel te lezen, het zingen van godsdienstige liederen, het opzenden van gebeden i^ overeenstemming met de leer, het geloof, de gewoonte of gebruik van sectarische kerken of godsdienstige organisaties."

Deze verklaring Iaat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Wij hopen, dat de oogen den tegenstrevenden broeders zullen opengaan en dat zij van harte zullen gaan medewerken aan de stichting van flinke bijzondere Christelijke scholen. Hier te lande zijn alle Christenen er ook van lieverlede toe gekomen om in te zien, dat „neutraal" onderwijs niet kan gegeven worden en dat het daarom voor het opkomend geslacht noodig is, dat het een onderwijs ontvangt naar den eisch van Gods Woord.

Niet alleen in Engeland maar ook, schoon op kleiner schaal, in Noord Amerika woekert het Ritualisme in de Episcopaalsche kerk voort. Daarom heeft Dr. Huntington, een sympathetische naam in Gereformeerde kringen, bisschop van Centraal New-York, een herderlijk schrijven gericht aan de geestelijken in zijn bisdom, waarin hij hen bestraft over de afwijkingen van de in de Prot. Episc. kerk aangenomen leer en dienst, en het aannemen van Roomsche gebruiken. Door het veranderen van den tijd van den openbaren godsdienst zijn er velen, die hieraan geen deel kunnen nemen. Er zijn er namelijk, die het bij den morgendienst willen laten. De eigenwilligheid, waarmede sommige leeraars optreden, wordt ook ten zeerste afgekeurd. Terecht merkt bis^ schop Huntington op: „Indien het individualisme bepalen kan welke eenvoudige en eerwaardige gebruiken door een nieuwen leeraar kunnen worden afgeschaft, dan zal wat pas is ingevoerd, spoedig weer bij verandering van inzicht opzij worden gezet."

Deze vermaning van den bisschop is niet overbodig. Immers verklaarde zich een blad als The Living Church (De levende kerk) van Milwaukee voor de viering van het Avondmaal in den vroegen morgenstond, in navolging van de Roomsche vroeg-mis. Ook staat dit blad de gedachte voor, dat de naam der kerk niet Episcopaal, maar „Katholiek" moet zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 november 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 november 1902

De Heraut | 4 Pagina's