Buitenland

Frankrijk. Een radicaal voorstel tot onderdrukking der Kerk.

Bij de debatten over de scheiding van kerk en staat heeft de afgevaardigde voor het departe ment du Var, Allard, mede namens andere afge vaardigden een wetsontwerp voorgelezen, dat uitspreekt wat in vele harten gevonden wordt. Daarin wordt geeischt, dat alle lokalen voor Godsdienstoefeningen afgeschaft worden, dat het Godsdienstonderwijs in Lyceën afgeschaft en alle Godsdienstoefeningen in hospitalen verboden worden. Voorts wil men alle feestdagen af schaffen, behalve die, op welke men feiten die het burgerlijk leven betreffen herdenkt. Het kerkgoed behoort aan de natie teruggegeven te worden; het luiden van klokken is verboden. Daarbij wordt een ieder met 100 tot 1000 francs boete bedreigd, die een burger een kerkelijke begrafenis bezorgt zonder dat hij dit uitdrukkelijk in zijn testament heeft verlangd.

Het is voor Frankrijk te hopen, dat zij, die de onderdrukking der kerk door middel van geweld willen, niet inde meerderheid zullen zijn.

Noord-Amerika. De zaak van Ds. Van Vlaanderen.

Wij lezen in De Wachter, onder het verslag van de vergadering der classis Illinois, den 28sten Maart gehouden:

„Met het oog op eene instructie, in verband met een schrijven van classis Hudson, besloot de classis, om aan classis Hudson te schrijven, dat men oordeelt, dat de eer der kerk en de goede naam van Ds. Van Vlaanderen eischt, dat de classis aldaar de zaak nader onderzoeke en in algemeene bevrediging brenge, door DsJ Van Vlaanderen officieel schuldig of onschuldig te verklaren."

Tot verklaring diene, dat Ds. Van Vlaanderen van zijne gemeente te Paterson was ontbonden of „losgemaakt." Er waren bezwaren tegen Z E.W. gerezen; de kerk liep leeg, maar in plaats van kerkelijke behandeling, besloot de kerkeraad in overeenstemming met Ds. Van Vlaanderen, den in Nederland steeds meer gebruikelijken weg van „losmaking" te bewandelen, met dit onderscheid echter, dat aan Ds. Van Vlaanderen door den kerkeraad een behoorlijk wachtgeld werd verzekerd. Het verheugt ons daarom, dat men in de Chr. Geref. kerk in Noord-Amerika inziet, dat de weg der „losmaking" niet verkieselijk is, wanneer men in eene gemeente moeilijkheden met een predikant krijgt, doch die van kerkelijke behandeUng is te bewandelen. „Sion zal door recht verlost worden, " .... ook van verkeerde leeraars.

Het bovenstaande hadden wij reeds neergeschreven, toen wij het beknopt verslag van de classis Hudson onder de oogen kregen. Omtrent lie zaak van Ds. Van Vlaanderen lezen wij daarin:

„Op de namiddagvergadering ging de classis over tot het behandelen van de zaak van Ds. Van Vlaanderen, ontbonden leeraar der iste gem. te Paterson. Besloten werd om deze zaak tot op den grond toe na tevorschen, inzonderheid omdat de kerkeraad thans terug kwam van zijne vroegere verklaring, dat de aanklachten het bewijs misten. (Zie onder „L. S." het verslag van de voorgaande class, vergadering.)

Hierop werden de getuigen van beide zijden in zeer uitvoerig verhoor genomen. Dit verhoor en onderzoek duurde tot Vrijdagmorgen elf uur.

Toen ging de classis in comité vergaderen, mede ook de partijen uitsluitende. Deze deliberatie duurde tot Zaterdagmorgen i uur, toen de vergadering tot deze conclusie kwam:

L. S.

De classis Hudson van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Amerika, vergaderd in hare zittingen op den 2 2 sten tot den 2 5 sten Maart 1905, overwegende:

a. Dat de kerkeraad der Eerste gem. te Paterson terug kwam van zijn eigene verklaring (door de vorige vergadering der classis overgenomen), dat de aanklachten tegen Ds. Van Vlaanderen het bewijs misten, en

b. dat er twee protesten zijn ingediend, waarvan het eene nader onderzoek eischte en het andere herziening vroeg van het vroeger genomen besluit,

ging hierna over tot een onderzoek van de bezwaren en een in verhoor nemen van de getuigen, die omtrent de zaak eenige inlichting konden geven.

Na dit onderzoek werd het besluit aldus opgesteld en goedgekeurd:

Het algemeen oordeel der classicale vergadering is, dat de clausule van het besluit der vorige vergadering, n.l. „dat de aanklachten het bewijs Dttisten en mitsdien beveelt de classis Z.Ew's. dienstwerk bij de gemeenten aan" — dat deze clausule moet vervallen, omdat bij het langdurige en nauwkeurige onderzoek gebleken is, dat de beschuldiging van zich door den schijn des kwaads ongeschikt te hebben gemaakt voor den dienst des Woords in de iste Chr. Ger. Gem. te Paterson, N. J. genoegzaam is bewezen, en dien ten gevolge de gevraagde ontbinding moet veranderen in een ontslaan van den dienst aldaar door de classis.

Dit besluit werd Ds. v. Vlaanderen voorgelezen bij monde van Ds. v. Hoogen, zijnde Nestor dezer classis.

De tijd voor het indienen van appèl wordt bepaald tot op Zaterdag den Ssten April." ^

Dit besluit verheugt ons zeer. Doch dit neemt niet weg, dat wij het eerste besluit van den kerkeraad der eerste gemeente van Paterson niet goed konden keuren. Het gaat toch niet aan, dat men een leeraar ontbindt van eene gemeente, ofschoon de kerkeraad moest verklaren, dat de bezwaren die tegen Ds. Van Vlaanderen gerezen waren, niet konden bewezen worden. Zulk een leeraar had gehandhaafd behooren te worden. Het is toch dubbelzinnig, wanneer aan de eene zijde eene classis een leeraar ontbindt of losmaakt van de gemeente welke hij dient, en aan de andere zijde hem aanbeveelt voor andere kerken. Maar wêlUcht hebben de broeders in de nieuwe wereld dit van ons in Nederland afgezien; daarom durven wij er niet veel van zeggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen