GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Het goede van Jeruzalem”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Het goede van Jeruzalem”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen alle de dagen uws levens. Ps. I28 : 5.

Naar luid van den Hebreërbrief was Melëhizedek een Koning van Salem, en beduidde dit: Koning des Vredes. Het Jeru dat voor Salem slaat, beduidt: woonplaats, of als men wil: stad. Jerusalem's naam werd dus verstaan als Stad des Vredes, en in dien naam lag symbool, profetie en belofte.

Nu kan het dit Jerusalem, dat oudtijds om Sion was gebouwd, en nu in Christus Kerk is te zoeken, wel gaan of kwalijk gaan. Wie aan Jerusalem, d. i. thacs aan Christus Kerk, of aan Gods volk banden voelt, kan alzoo tweeërlei aanschouwen, 't zij 't s: oede 't zij 't kwade van Jerusalem. En in bet Hamaaloth op het stille gezinsleven wordt nu als een gelukzaligheid aan al wie God vreest toegebeden, dat de zegen dien hij ervaart, hem uit Sion moge komen, en dat hij „'t goede van Jerusalem aanschouwen moge al de dagen zijns levens."

Dit is elk kind van God uit het hart gegre-» pen. Niet alleen ons Kerkelijk leven, maar ook ons huiselijk leven moet met den glans uit Sion bestraald worden. Oos persoonlijk zoowel als ons gezinsleven moet in Cttristus zijn middenpunt vinden. In het „goede van Jerusalem*^ moet ook het private leven van Gods kind verhooging genieten van gelukstaat en heil. £a dit niet slechts van ééne zijde, maar van drie kanten tegelijk. Het goede van Jerusalem kan beduiden den bloei en voorspoed van Christus Kerk in het uitwendige. Dan in de tweede plaats het goede voor Gods Kerk, dat opkomt uit innerlijken bloei en vrede. En ten slotte, in de derde plaats, kan het goede van Jesusalem in 't eigen hart schitteren, in verband met het Jerusalem dat boven is.

De eerste beduidenis lag voor den Psalmist het meest voor de hand. De bedeeling van 't heil aan Israel was een uitwendige bedeeiing. Jerusalem werd als sterke veste gedurig door

den vijud beloerd en belaagd. Dan was er in Jerusalem angst en vreeze. £n toog dan de vijand weer af, en werd de heilige stad weer vrij, dan was het kwade voor Jerusalem weer door het goede vervangen; bloeide de stad weer op; en genoten haar inwoners pais en vree. Oorzaak van dank aan Hem, die de stad verlost en haar den vrede hergeven had. j

Die dank voegt ook ons. Uit de historie weet ieder onzer, aan wat vervolging keer op keer Christus Kerk bloot stond. Thans is die spanning gebroken. De Kerk heeft vrede. £r is geen vervolging met het zwaard meer. Geen martelaarsschap wordt ons meer opgelegd. Christus'Kerk 'is vrij. En in zoover is het ook ons gegund, het goede van Jerusalem te aanschouwen.

Wel houdt de vervolging nog aan, maar ze richt zich niet meer tegen de Kerk als zoodanig, althans niet meer In ons land. De vervolging zoekt andere paden. Ze zoekt u persoonlijk, in uw beroep, in uw optreden, in uw verkeer in het midden der wereld, maar uw Kerk valt men niet meer aan. In zoover is het een periode van bloei die we doorleven. Stad des vredes, Jerusalem, mag thacs ook onze Kerk heeten. Geen ver volger jaagt haar achterna.

Maar al stemt dit tot dank, toch bedreigt het ons met een zeer ernstig gevaar. Als van buiten de vrede ons omringt, dreigt zoo licht de vrede van binnen te loor te gaan. Nooit heeft Christus Kerk geestelijk hooger gebloeid, dan juist in dagen van vervolging. Zoo is het in de zake des vaderlands, en zoo is het met Christus Kerk. Valt de vijand uw land aan, dan smelten de partijen zich ineen en staan saüm als één man tegen den overweldiger; maar is het vrede van allen kant, dan scherpen de partijen het zwaard tegen elkander en is de vrede in het land weg. £n zoo ook is het hier. Vervolgt men Gods Kerk, dan zijn alle broeders en zusters in den geloove één, en bloeit geestelijk de heilige vrede met hun God en onder elkander. Maar is er van nitwendigen druk geen sprake meer, dan raakt men weer van elkander af; gaat als groep tegenover groep staan; verdeelt en splitst zich het volk, en bant den innerlijken vrede uit het Huis onzes Gods.

Vandaar dat tegenspoed veel meer dan voorspoed de Kerke Gods pleegt te bouwen. Nooit zit ze vaster in haar voegen, dan juist in dagen als ze ten bloede toe vervolgd wordt. Zoo was het in de eerste eeuwen na Christus' hemelvaart, zoo was het ook onder onze vaderen in de jaren van den brandstapel. Dan voelt al wat in Christus Kf.ik is, warm voor de broederen. Men geniet er ia om saam voor het heilige op te komen. Alle twist en tweedracht zwijgt. En er is een stemming des gebeds, die toont in wat rijke mate de gemeenschap van den Heilige wordt genoten.

Maar laat alle vervolging en verdrukking af, en is er geen vijand meer te duchten, dan wil ieder weer zijn eigen weg gaan; verjaagt verdeeldheid de bezielende eenheid en het saamhooren; en met die gedeeldheid komen dan al die booze plagen, die maar al te vaak het volk des Heeren tot een aacflaitiog bij de wereld maakten.

Christus beeft ons gezegd, dat lijden om Gods wil ons lot zou zijn. „Ze hebben mij vervolgd, ze zullen u vervolgen 1" En juist dit wordt zoo heel anders in tijden, als 't vrede van rondom is. Dan kan men ijveren zelfs voor Christus op het erf der Philanthropie, der Zending en wat dies meer zij, en toch levenslang van smaad of veiyolging niets merken. Soms zelfs looft en prijst u ook de wereld om deze uw toewijding. En daarom, al kunnen we danken, zoo we 't goede van Jerusalem in het uitwendige aanschouwen veel heerlijker toch is het nog, zoo we het goede van Jerusalem ook inwendig mogen meegenieten. Zoo 't geloof opbloeit, de hope aanwast, de liefde aller hart vervult en, wat ook fale, de broederlijke trouw niet geschonden wordt.

Doch juist om dien innerlijken vrede te kunnen smaken, moet ook het streven waarop we doelden, intreden en het goede van Jerusalem in ons persoonlijk leven aanschouwd worden als 't goede van 't Jerusalem dat Boven is.

Israel zag daar weinig op. Voor Israel was het aardsche Jerusalem hoofdzaak. Dat kon niet anders, en hing saam met het uitwendige karakter van zijn bedeeling, saamgevat in het groote, allesbeheerschende feit, dat Jehova zijn zetel had boven den verzoendeksel in Sion. Maar voor ons staat het anders. Voor ons is dit zichtbare Jerusalem weg, en ons wenkt het heerlijke Jerusalem dat boven is.

Dat Jerusalem nu verduistert zich voor ons oog, zoo we innerlijk los raken van onzen Heiland. En dit toch is in Gods kind het vast karakter van alle zondig bestaan. Gelukt het aan satan, om weer een tijdlang een zijner demonen zich in ons hart te doen nestelen. Is er een zonde, waar we maar niet van af kunnen komen. Zinkt het Heilige onder den horizont van ons leven. Voelen we zelf, dat we in geloofskracht en in den moed der liefde achteruit gaan, ^—dan begint de band die ons aan den Christus bond, al slapper te wiegelen en raakt tenslotte zelfs althans ten deele los. Nooit geheel, dat kan bij Gods kind niet, maar dan toch ten deele. In zulk een onbevredigenden geestestoestand nu, genieten we het goede in bet hemekche Jerusalem niet meer, en ondervinden geen zegen des Heeren meer uit Sion.

Immers dat Jerusalem dat boven is, spiegelt in Gods kind zich innerlijk af, en in dat spiegelbeeld rijst of daalt de glorie van 't Jerusalem dat bij God is, al naar gelang we er met onze ziel dichter bij zijn, of er verder van af dolen.

Het hoogste heil is dus, zoo we het goede van Jerusalem aanschouwen èa in uitwendigen vrede, èn in den vrede onder de broederen, èn in den 'vrede van ons eigen hart. Maar kan niet dit alles ons deel zijn, en stonden we voor de keuze, dan zou het eerste waarnaar we te grijpen badden, zijn de vrede met God in 't hart, het tweede de vrede onder de broederen, en eerst het derde de vrede met de wereld.

Een heilige volgorde, zoo vaak juist het omgekeerde van wat geestelijk wordt gekend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

„Het goede van Jeruzalem”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's