GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. IilLÊNfiËiEifi.' DE JOODSCHE S£A: V'IN-, ' een verhaal uit den tijd van Titus, naverteld en van aanteekeningen voorzien door J. A. WOR.MSER.

— J. H. Kok. — 19.14. — Kampen. ,

Het vvas een schoone namiddag in Augustus van het jaar 66. Velen van de inwoners van Jerusalem hadden de nauwe, heete straten der stad verlaten, om een wandeling te maken langs den Oostdijken stadsmuur en de beek Kedron, naar den Koningstuin. Anderen begaven zich naar den Olijfberg, van welks top men een heerlijk gezicht had over de stad met haar prachtige gebouwen en geduchte vestingwerken. Een jeugdig Joodsch meisje, dat blijkbaar tot den gegoeden stand behoorde, trad de zoogenaamde Koperen of Corintische poort uit, vergezeld van een bejaarde vrouw in eenvoudiger kleeding

Aldus het begin van DE JOODSCHE SLAVIN, het boek waarin J. A. WORMSÈR het'historisch verhaal uit den roman van JUTTA IHLENFELB navertelt.

Wijl dit werk .van de Duitsche romancière niet in mijn bezit is, kan ik niet beoordeelen in hoeverre deze Hollandsche navertelling of vrije bewerking er op klopt. Ik heb echter geen den minsten grond om ook maar te vermoeden, dat de heer WORMSER aan het verhaal dat hij navertelt, veranderd zal hebben. Mijn beoordeeling van zijn boek kan zich dus bepalen tot de vertelling zelf en de' wijze van vertellen.

Om met het laatste té béfinnen.

Wie bij ons een Duitscli boek vertaalt, vrij bewerkt, navertelt, heeft daarbij dan, als lezers, landgenooten'óphet oog, die met de taal onzer oostelijke nabureh niet of althans niet goed overweg kunnen. Voor verreweg nu de groote meerderheid der lezers, die WORMSER alzoo met z'n DE JOODSCHE SLAVIN op het oog heeft, komt het rnjj voor, dat zijn wijze van navertellen van JUTTA., , IHLENFELD'S verhaal juist is wat zij hebben moeten.

De enkele volzinhen die ik uit het begin overschreef, kunnen van deze vertellingswijze als staal dienen. ' i

Het is de echt-gezellig ouwerwetsche.,

Onderhoudend, licht verstaanbaar, zonder veel omhaal en drukte, en daarbij, wat van WÓRÏISER, die zijn moedertaal zoo goed kent, niet anders te verwachten'was, zich bedienend vair'n'Hollandsch van onberispelijke zuiverheide -

Zeker een, bij voorbeeld door > de beweging van '80« beïnvloed auteur zou, om iets te noemen, indien hij zich al waagde aan zöo'n kunst-, stuk als het vertellen van-het-in-'66-Jerusalemzien-van-den-top-des-Olijfsbergs, - het anders doen. Hij zou c: nkel trachten zijn lezer de gebouwen en vestingwerken van Jerusalem van den top des Qlijf bergs te doèn-zien en daarmee was het dan uit. Want gelukt hem dit, dan zal zich bij den lezer zélf ain dat »zien« wel het «bewonderen* verbinden.

Wie 'nu echter van al dat snieuwere gedoe* — dat toch eigenlijk zoo heel nieuw niet is — niets hebben' moet, kan bij den heer WORMSER terecht. En ik moet zeggen, voor 'n lezer wien het alleen te doen is wat naders te »weten« van die sjoodsche skvin* en hoe het met haar afliep, is die andere methode van vertellen van dergelijke dingen, die in het oog van zoo'n lezer toch maar »bijwerk« zijn, veel te omslachtig, zoo niet erger. Zal voor hém een schrij ver 'n aangename verteller blij ven, dan moet hij zoo'n »bijkomstigheidje« vlug afdoen. Zqo'n enkel berichtje als, dat het gezicht dat men in 66 op dien top had «heerlijk» was doordat de gebouwen »prachtig« en de vestingwerken «geducht* waren, kan er .in zijn kortheid nog net bij hem mee door. Het voor kennisgeving aannemend, denkt zoö'n lezer: ' »nu goed! doch vooruit maar, van de joodsche slavin en hoe dat zoo kwam en hoe dat dan afliep!»

En den navertellér van JuTTA IHLENFELD'S verhaal is het gelukt een aangenaam verteller te blijven.

Zoa kom ik dan tot het eerste; het verhaal.

Daarvoor heb ik niets dan lof, en ik kan mij begrijpen, dat de heer WoRMSER.zich gedrongen voelde het voor zijn geen-duitsch-lezende, christelijke landgenooten na-te-vertellen. Want, laat mij er dit terstond bij zeggen, — al is de hoofdpersoon ook een Joodsch meisje, — het is in goeden, echten zin' een »christfelijk« verhaal. Daarbij éen boeiend verhaal.

Met het overschrijven van die enkele vplzinnên uit het begin bedoelde ik niet alleen een staal te geven van WORMSER'S wijze van vertellen, maar ook, wat dit begin uitnemend doet, omtrent tijd en plaats waarin het verhaal aanvangt, te oriënteeren.

De situatie is, in het kort, deze.

Wij zijn te Jeruzalem in. 66 n. €hr. Het jaar waarin de krijg der Joden tegen de Romeinen uitbreekt. Het Joodsche meisje, dat op dien Augustus-middag van. dit jaar uit een der poorten treedt, is RUTH, de dochter van den rijken koopman RUBEN en diens vrouw SALOME, die 'n zuster van den Apostel PAULUS is.

De bejaarde vrouw, die haar vei^ezelt, is de huisslavin IRIS, sedert jaren het eigendom der familie van SALOME.

Op haar wandeling lastig gevallen door drie Germaansche zwaardvechters, wordt RUTH dan bijgestaan-door den ridderlijken, jongen Romein ANTONIUS ARRIUS. , , .

Door de geweldenarijen van den Romeinschen landvoogd FLORUS verbitterd, was in Mei de strijd der Joden tegen hun overheerschers uitgebroken. Wij doorleven de laatste jaren van Juda's volksbestaan, de belegering, verovering en verwoesting van JERUSALEM in ÏO onder TITUS, den zoon van Keizer 'VESPASSIANUS. -

In den triumphtocht van VESPASSIANUS en TiTüs, lóopen te ROME ookRurn, wier ouders zijn gestorven, , met RUBEN, haar broeder, als krijgsgevangenen mee..

Terwijl zij haar broeder uit het oog verliest, wordt zij zelf als slavin gekocht door een aanzienlijke Romeinsche, CLAUDIA, de weduwe van éen hooggeplaatst officier.'

RUTH, nu Joodsche slavin, was echter onder invloed van IRIS, reeds te Jerusalem Christin geworden.

In het-huis der heidénsche CLAUDIA maakt zij te midden van de daar heerschende zeden vaak pnoeielijke tijden door.'

Op zekeren dag ontmoet haar in dit huis de ridderlijke ANTONIUS ARRIUS, wiens belangstelling in de slavin dus CLAUDIA'S toom wekt, dat deze op plannen zint om RUTH in de arena voor de wilde dieren te doen werpen.

Door bemiddeling van TITUS wordt dit echter verijdeld.

RuTH vindt dan haar broeder DAVID terug en trouwt met ANTONIUS ARRIUS, die, evenals DAVID, Christen , is geworden.

Dit verhaal, \vaarin om de genoemde, zich nog tal van andere personen groepeeren, is er een van »Waarheid en Verdichting".

Wat het historische betreft, heeft WORMSER, door zijn met zorg bewerkte »aanteekeningen" er aan toe te voegen, den lezers van zijn boek een niet geringen dienst bewezen.

Maar de dichtende verbeelding van JUTTA IHLENFELD heeft er ook een wondere bekoring aan gegeven.

Zeker, er zijn aanmerkingen op den inhoud te maken.

Het zeer lange hoofdstuk XXI OUDE HERIN­ NERINGEN van ASTRID, de Germaansche slavin en beschermster van RUÏH in het huis van CLAUDIA, had, zonder aan de «handeling* schade te doen, kunnen wegblijven, of althan'S bekort.

Ook wil het mij voorkomen, dat hier en daar, het van Jood of van Heiden tot Christen worden, niet altijd zielkundig genoeg is gemotiveerd.

Iets wat echter niet geldt van het Christin worden, van. RUTH zelf.

Ook is de karakterteekening in DE JOODSCHE SLAVIN vaak lang niet onverdienstelijk.

Dan, wat voor mij aan dit verhaal van waarheid en verdichting, dat ons van de christenen der eerste eeuw en hun geheime samenkomsten in ROME vertelt, — de grootste bekoring geeft, is de voorstelling, die het mij biedt van het sjonge Christendom".

Een voorstelling, waarvan op ons. Christenen der 20ste eeuw, een diep verootmoedigende, maar toch ook een machtig verheffende invloed uitgaat.

I3e lezing van DE JOODSCHE SLAVIN kan ik onder meer daarom, — ook aan wie met de Duitsche taal wel goed overweg kunnen, — ten, zeerste aanbevelen, wijl men er wellicht beter Christen door kan worden dan men reeds is.

• G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1914

De Heraut | 4 Pagina's