GEMENGD NIEUWS

Opgravingen in Egypte en Palestina. De Hoogleeraar Flinders Petrie heeft de steenen pyramide van Sennsert II, bij den mond van de Fayum, ongeveer zestig mijlen ten zuiden van Cairo, onderzocht. Het bleek hem, dat dit gevaarte, hetwelk vijfduizend jaar geleden gebouwd werd, vrijwel ongeschonden is gebleven. Gelijk andere gebouwen van dien aard is deze pyramide door plunderaars meermalen in den loop der eeuwen bezocht, maar op de een of andere wijs bleven sommige dingen voor hen verborgen. Zoo werden de graftomben der Koninklijke familie met vele schatten gevonden. De. onderzoekers ontdekten sporen van de vernieling, door plunderaars teweeg gebracht, maar ook vonden zij hamers die door Egyptische metselaars gebruikt werden, en rolblokken die gediend hadden om steenen op de begeerde plaats te brengen, toen de pyramide gebouwd werd. Zoo leert men het leven van het oude Egyptische volk kennen en krijgt men den indruk van een volk, dat over vele hulpbronnen beschikte.

Ook omtrent uitgravingen door Duitschers bij Sichem in Palestina worden mededeelingen gedaan. Hier was Abimelech een tijdlang koning; toen het rijk der tien stammen gesticht was, versterkte Jerobeam deze plaats en maakte er zijn residentie, van. Ofschoon Omri later Samaria als hoofdstad bouwde, blijkt het dat Sichem bestaan heeft van den Canaanitischen tot den Romeinschen tijd. In Sichem werd Jozef begraven, en niet ver daarvan verwijderd was de Jacobsbron, waar de Heere met de Samaritaansche vrouw gesproken heeft. Reeds zijn door de uitgravers de puinhoopen van zes torens, die op colossale, steenen fundeeringen rusten, gevonden, en men verwacht nog andere overblijfselen te zullen vinden. D'e uitgravingen geschieden onder leiding van den hoogleeraar Ernst Sellin. De Keizer van Duitschland stelt in dezen arbeid belang en steunt hem finantieel.

Uit den arbeid onder de Mormonen in Utah. Iemand die in Utah, den Mormoonschen st^at in N.-Amerika, arbeidt, beweert dat de Mormoonsche gemeenschap vol van lastering is tegen den Heiligen Geest en leidt daaruit af, dat zoo weinige Mormomen tot het ware geloof in Jezus Christus kunnen gebracht worden. De Mormoonsche menschen in hunne huizen bezoekende, bevond hij, dat zij de gedachte dat wij door het bloed van Jezus Christus van al onze zonden moeten gereinigd worden, voor bespottelijk houden; niet het geloof in Jezus Christus, maar hunne werken zullen hen zalig maken. Een vrouw zeide hem: »Jozef Smith is God< r, een andere sprak: »Ga weg met uw helschen Bijbel«, een andere: »Hang uw Bijbel op, ons boek van Mormon staat ver boven uw Bijbel«, een ander: »Als gij zoolang in Utah geweest zijt als ik, zult gij in God noch hel gelooven». Een oud man beweerde, dat hij Jezus Christus in het vleesch gezien had. Dergelijke uitingen doen 2ien waartoe het Mormonisme leidt.

Toch meldt dezelfde arbeider dat hij menschen onder de Mormonen gevonden heeft, die Christenen zijn geweest, en het nog zijn, welke, hoe ook dwalende, geen deel hebbende aan de lasteringen van de Mormoonsche hiërarchie.

Als men onder de Mormonen werkt, moet er in de eerste plaats op gewerkt worden dat het geloof in Gods Woord terugkeert, hetgeen het best geschiedt door persoonlijk bezoek, waarbij van hart tot hart kan gesproken worden. Het is daarbij noodig dat hij, die dezen arbeid verricht, goed in Gods Woord te huis is, dat hij een ernstig Christen is, die ook geestelijk onderscheidingsvermogen bezit.

De Wachter, het Amerikaansche blad, die het bovenstaande mededeelt, voegt er de volgende opmerkingen aan toe:

1. Volgens den census van 1910 heeft Utah eene bevolking van 366.583. Zestig procent is Mormoonsch volgens de Mormonen. In Ogden hebben de Mormonen twee personen benoemd om te arbeiden onder hen, die de Gej; ef. godsdienstoefening af en toe bijwonen, welke gehouden wordt in de Nederlandsche taal. Een dezer personen komt nu en dan spioneeren in den dienst, om dan soms reeds den volgenden morgen de menschen lastig te vallen met zijne ketterijen, die hij in de kerk gezien heeft.

2. De Non-Mormons zijn: Roomsch-Katholieken ongeveer 10.000. Grieken ongeveer 6.000. De Protestanten, die tot het een of ander kerkgenootschap behooren, tellen 9.000. Er zijn dus in Utah maar weinig christenen. Utah heeft vele bewoners, die met God en zijn dienst gebroken hebben.

3. De predikanten spreken in kerken met verscheidene ledige banken. Hemelvaartsdag woonde schrijver een dienst bij in de Duitsch-Evangelische kirche en was de eenige man onder de hoorders. In die kerk houdt men ook slechts éene godsdienstoefening op den Sabbath. Na jaren van arbeid heeft de Presbyteriaansche kerk nog maar vier zichzelf onderhoudende gemeenten. De predikanten klagen er over, dat zoodra de christenen, die van uit andere staten in "Utah zich kwamen vestigen, financieel kunnen, ze weer naar elders trekken. Dit verhuizen belemmert den groei der gemeenten. En toch kan het den menschen niet euvel genomen, want menigeen betreurt het, dat zijne kinderen in Utah gebracht zijn, vanwege gevaren, die groot zijn.

Wat kan en wat moet gedaan worden? Gewaarschuwd in de Staten, in Nederland en Z.-Afrika. Ieder Wackter-lezeï kan dit doen, door in een briefje naar familie in Nederland tegen de verleiders in Jezus' naam te waarschuwen. Als de menschen eenmaal in Utah zijn, is er weinig meer voor hen te doen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen