GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. MENIGERLEI GENADE. Wekelijksclie Leerredenen van Gereformeerde Predikanten, onder redactie van Prof. Dr. P. A. E. SILLEVIS SMITT en Dr. B. WIELENGA. J. H. Kok. 1914. Kampen.

De preekbundel onder dezen titel uitgegeven en hier meer dan eens besproken, vond in onze kringen en ook daarbuiten een gunstig onthaal. Sedert Mei van dit jaar is het karakter dezer LEERREDENEN in zooverre veranderd, dat het geen preeken meer zijn over „vrije stoffen", maar over de ZONDAGSAFDEELINGEN van den HEIDELBERGER CATECHISMUS.

Ook düs zullen deze Wekclijksche Leerredenen zeker niet minder gunstig ontvangen worden.

Het Leerboek der Vaderen is onder ons Gereformeerden nog altijd geliefd en \yie het goed weet te verklaren en toe te passen, kan op een luisterend gehoor rekenen.

Ook déze Catechismus-prêeken, de uitgave is reeds gevorderd tot Zondag XXVIII, zullen, naar wat ik er van zag, met belangstelling worden gelezen.

Behalve de beide redacteuren hebben zich de volgende heeren met de bewerking belast: DR. J. C. DE MOOR, DS. C. LINDEBOO.M. DS. C-VAN PROOSDIJ, DS. G. WIELENGA en Ds. H. HOEKSTRA.

Zeven preekers van meer dan gewone gaven. De vierde en volgende jaargang van MENI­ GERLEI GENADE zal, ook als Catechismuspredikmg, zoo aan hen, die niet kunnen opgaan, als bij leesdienst in vacante kerken, uitnemend hulp kunnen bieden.

2. TEKST EN UITLEG. Practische Verklaring van het Nieuwe Testament door PROF. DR. A. VAN VELDHUIZEN, met medewerking van PROF. DR. J. K-C. VAN LEEUWEN, PROF. DR. J. W. PONT, PROF. DR. J. DE ZWAAN e. a. Te Groningen bij J. B. Wolters' U. M. 1914.

DR. VAN VELDHUIZEN, hoogleeraar vanwege de Ned. Herv. Kerk aan de Rijks-Universiteit te GRONINGEN, heeft het plan, met medewerking van een aantal andere geleerden, onder den titel TEKST EN UITLEG, een practische bijbelverklaring te geven.

Voorloopig za^l deze bijbelverklaring alleen saan over het NTRI'WE TESTAMENT ; later ook «ver het OUDE.

De^e \i\]hf: \vsrklitriiig is ietsjanders dan de nieuwe Mï^éiiiertaling., die van positief-christelijke zijde thans wordt ondernomen, en waartoe behalve VAN VELDHUIZEN en enkelen der hierboven genoemde hoogleeraren, ook andere vakmannen op het gebied der bibliogische Theologie saamwerken.

Van deze nieuwe bijbelverklaring, alzoo niet te verwarren met de nieuwe bijbelvertaling, — ligt het eerste deeltje, — een boekje van 143 bladzijden in keurigen band, hier voor mij.

Van het N.-T. zullen in deze VERKLARING 10 zulke deeltjes het licht zien. Elk deel, zal gelijk de hoofdtitel van het werk reeds kort en bondig aanduidt, behalve een INLEIDING óp, TEKST en UITLEG vïn een bijbelboek geven.

In tegenstelling met de bijbelvertaling, waarbij het aankomt op een eommimis opinio., op een algemeen geldende 'meening in den kring der overzetters omtrent het weergeven van het oorspronkelijke in onze taal, in het Nederlandsch van ónzen tijd, en waarbij dus samenwerking noodig is, zal deze bijbelverklaring meer indi­

vidueel of subjectief werk zijn. Van TEKST EN UITLEG toch zal ieder deeltje worden bewerkt, door één vakman, geheel op eigen gelegenheid, schrijft PROF. V, VELDHUIZEN in zijn L. S.

Dan, al bestaat er tusschen de medewerkers aan deze, van positief-christelijk zijde ondernomen, bijbelverklaring geen saamwerking, toch hgt, naar wij van den hoofdredacteur vernemen, aaii hun arbeid een soort „werk-program" ten grondslag.

De inleidingen op ieder bijbelboek zullen zich bepalen tot de resultaten van de wetenschap der canoniek, en zullen zonder vertoon van geleerdheid verstaanbaar zijn voor »ontwikkelde gemeenteleden". Om echter > even te doen zien wat er aan vast zit", zal achter iedere «inleiding" een opgave volgen van de geraadpleegde vaklitteratuur. Bedoehng van de «inleidingen" zal vooral zijn, > het beeld van den schrijver en van zijn gedachtenkring in de lijst van zijn tijd te geven".

Wat den tekst betreft, zullen de bewerkers hun vertaling »stipt aansluiten bij hetGrieksche N. T. van NESTLE, den laatsten druk." Daarbij zal echter in het weergeven van het oorspronkelijke aan den vertaler een zekere mate van, op persoonlijk inzicht en taalgevoel berustende vrijheid worden gelaten. Iets wat, zooals PROF. VELDHUIZEN terecht opmerkt »vaak een groot verschil zal veroorzaken met de toekomstige nieuwe bijbelvertaling"; en van den tekst wordt dan nog verder nog gezegd: > Het doel is, vrij te staan tegenover de Staten-vertaling, niet uit gebrek aan eerbied daarvoor, maar om door het gebruik van andere woorden het verstaan te vergemakkelijken".

Wat eindehjk de uitlegging betreft, schrijft V, VELDHUIZEN: > de uitleg, geheel ingedeeld als de tekst, zal zoo practisch mogelijk zijn. Niet allereerst stichtelijk, maar helder en aanschouwelijk."

Naar dit werk-program nu is ook dit Ie deeltje van TEKST en UITLEG bewerkt.

Het bevat HET EVANGELIE VAN MARKUS door DR. A. VAN VELDHUIZEN. Ik kan niet anders zeggen, dan dat de lezer door deze inleiding metterdaad voldoende wordt ingelicht omtrent den persoon van den schijver van ons tweede Evangelie, omtrent MARCUS, en dat ook zonder de litteratuur-opgaven aan het einde, men den indruk krijgt, dat aan het schrijven van deze inleiding heel wat studie vast zit.

Wat den tekst betreft, is het zeker dienstig, in onzen tijd bij de vertaling een andere uitgave van het Grieksche N. T. te gebruiken, dan die waarvan onze Statenvertalers zich bedienden. Het Godverheerlijkend, wijl op de oorspronkelijke of althans daaraan het naast komende bewoording van den tekst des ^^'ooEDS zich richtend onderzoek, heeft na de 17e eeuw tot resultaten geleid, die niet mogen worden verwaarloosd. Een uitgave van het (Jrieksche N. T. welke, als die van NESTLE, met deze resultaten rekent, aan een vertaling ten grondslag te leggen, verdient dan ook zeker aanbeveling. „

\^'at »de weergave in het Nederlandsch* betreft, wil het mij voorkomen, dat de vertaler over het geheel wel geslaagd is. Alleen komt mijn taalgevoel hier en daar tegen een uitdrukking op, die mij als minder »gewijd«, nu niet bepaald aangenaam aandoet. Toch zijn dit uitzonderingen en staat deze vertaling, wat dat betreft, veel hooger dan de bekende Leidsche vertaling.

Wat eindelijk zijn uitlegging betreft, verloochent ook daarin PROF. DR. V. VELDHUIZEN allerminst zijn positief-christelijke Geloofsovertuiging, zonder dat bij daarbij zijn exegese door zijn dogmatiek laat beheerschen.

Zoowel het een als het ander reken ik zijn uiltleg als een deugd a^.

Toch heb ik tegen zijn methode van uitlegging een bedenking. Een bedenking die mij des te zwaarder weegt, wijl deze methode uit het „werkprogram" van TEKST EN UITLEG schijnt te volgen.

Wat ik bedoel is dit.

Op p. 80 schrijft v. VELDHUIZEN midden in de uitlegging van een Alarcus-plaats: , , Het is om alleen om de beschouwing va tl Marcus te doen".

Op zich zelf is er zeker niets tegen, dat men bij de uitlegging van een Bijbelboek naar de beschouwing, naar den kijk van zijn schrijver, den auctor secundarius., vraagt. Maar, dat men bij een BijbelTerklaring.^ en nog wel een practische zooals TEKST EN UITLEG toch zijn wil, daar alleen mee te doen heeft, ben ik zoo vrij te bet\yijfelen. Ik denk hier aan den ouden regel van het Schrift tnet Schrift i'ergelijken, en ik meen, om nu maar bij de synoptische-evangeliën te blijven, dat de verklaring van één dier evangeliën meer aan haar doel zal beantwoorden, wanneer de uitlegger ook met de beschouwing der twee andere evangelisten rekent.

Jets wat nog heel iets anders is dan het zich bezondigen aan harmonistiek.

Mijn bedenking gaat tegen de uitsluitend analytische methode en de opzettelijke verwaarloozing van de synthetische; iets waarbij men gevaar loopt den blik op het organisme der Heilige Schrift te verliezen.

Niettemin acht ik dit eerste deeltje der practische Bijbelverklaring: TEKST EN UITLEG, een boekje dat men niet zonder vrucht zal lezen.

Velen zullen het MARCus-evangelie er beter door leeren verstaan en, hoewel de uitleg niet „allereerst stichtelijk is", toch kunnen de vaak rake opmerkingen, die PROF. V. VELDHUIZEN zoo nu en dan maakt, dienstig zijn aan den opbouw van christelijke-geloofsovertuiging en christelijke-levenspraktijk.

Ik voel voor den wensch, dien PROF. V. VELD­ HUIZEN voor de Bijbelverklaring' TEKSJ' EN UITLEG op het einde van zijn L. S. uitspreekt: „Blijke èn uit den inhoud èn uit het debiet, dat ons Vaderland niet voor andere natiën, die veel op dit terrein geleverd hebben, behoeft onder te doen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 november 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 november 1914

De Heraut | 4 Pagina's