Leestafel

1. ACTE VAN AFSCHEIDING. De uitgever E. J. BOSCH te NIJVERDAI. zond fins ACTE VAN AFSCHEIDING VAN HET NEDER-LANDSCH HERVORMD KERKGENOOTSCHAP DEN 14EN OCTOBER 1834 TE ULRUM GETEEKEND. BENEVENS ES NO'TULEN YAN DE EERSTE KERKE-RAADSVERGADERING DER AFGESCHEIDENEN. (GE­ HEEL VOLGENS HET ORIGINEEL GEDRUKT).

Het was een goede gedachte van den heer BOSCH om van dit historisch stuk een facsimile te publiceeren.

Door ons Gereformeerden zal' deze reproductie van het verslag der eerste daad van Reformatie door Separatie, zeker, met de piëteit die men tegenover familiestukken koestert, worden aangenomen en bewaard. En niet alleen voor de Gereformeerden in NEDERLAND, maar ook voor die in AMERIKA en AFRIKA heeft het stuk deze beteekenis.

Dan, ook met het oog op de zoo zegenrijke gevolgen, die de kloeke daad der maimen en vrouwen pin ULRUM - ^ naar men uit de gefacsimileerde handteekeningen zien kan, meest eenvoudige menschen — niet alleen voor het kerkelijk, maar ook voor het maatschappelijk leven ten onzent gehad heeft, Is de^-e uitgave een document voor de beschrijving der socialegeschiedenis van ons Vaderland in de 19e eeuw.

De tekst van het stuk, die niet'minder dan anderhalve bladzijde fo. beslaat, is te omvangrijk om hier optenemen. DE NOTULEN VAN DE EERSTE •KERKERAADSVERGADERING DER AFGESCHEIDENEN, welke aan het stuk zijn toegevoegd en in het oorspronkelijke slechts zes regels innemen, mogen hier een plaats vinden.

Dingsdagavond den 14en October hebben wij na biddend en knielend opzien tot den Heer ons afgescheiden van de valsche kerk .en in de mogendheden des Heeren het ambt aller geloovigen aangenomen, hetwelk hij de Heere de Ahnagtige de Eenige en Drieëenige God bevestige ! ' Met Psalmgezang en dankzegging is die plegtigheid besloten".

„Valsche kerk".

Zwijg gij maar stil, ik weet het ook wel, dat we, een goede vijftig jaar later, toen we achter de distinctie van »Kerkgenootschap" en splaatselijke Kerken" waren gekomen, ons zoo niet uitdrukten, maar in de daad dier mannen en vrouwen van ULRUM zie ik daarom toch niet minder een iwerk Gods" en daarbij doet de warmte van het vroom gestemd gemoed, die mij uit deze enkele regels toekomt, mij bijzonder weldadig aan.

2. JAARBOEKJE VOOR DE GEREFOR.MEERDE KER­ KEN IN NEDERLAND VOOR HET JAAR 1916, ONDER REDACTIE VAN DS. G. DOEKES. EEN EN ZESTIG­ STE JAARGANG. IJitgav'e van E. J. Bosch Jbzn te Nijverdal. (Vroeger verschenen bij P. v. d. Sluys te Enkhuizen.)

De Redacteur, Ds. G. DOEKES '^TE NIEUWDORP, van wiens jongste boek, de bekroonde prijsvraag over RoM. IX—XI, ik hier onlangs melding maakte, heeft eer ook van dit zijn werk op zoo heel ander gebied.

Meeterdaad is dit Jaarboekje een gids voor ons kerkelijk leven; een, vanwege zijn nauwkeurigheid, betrouwbare gids.

Voorop gaat een KALENDER, waarin plaats is voor »Aanteekeningen" en een alphabetische NAAMLIJST van onze Kerken en Classen. Volgt een STATISTIEK DER KERKEN en een lijst der DEPUTATEN-SYNODI. Dan een alphabetische NAAMLIJST DER PREDIKANTEN en der BEROEP­ BARE D. D. W. EN CANDIDATEN. Verder een STATISTISCH OVERZICHT OVER 1915 (bijgehouden tot half November). Hieruit blijkt, dat er nog altijd op 17 plaatsen meer dan een plaatselijke kerk is.

Te HAARLEM en te MIDDELBURG zijn er zelfs 3.

Het aan dit Overzicht toegevoegd ALGEMEEN OVERZICHT geeft op:54 Classes, 699 Kerken, 554Dienende-Predikanten, 188Vacaturen, 465.563 zielen, 180.632 belijdende leden.

De Rubriek ZENDING op MIDDEN-JA VA en SoEMBA bevat o. m. een overzicht waaruit blijkt dat het getal der MISSIONAIRE D. D. W. 11, dat der POSTEN 44, der GEDOOPTEN 2545 en der TOEGELATEN TEN H. A. 1115 bedraagt. In de volgende Rubriek vindt men de Inrichtingen voor Hooger en Voorbereidend-Hooger Onderwijs te KAJIPEN en te AMSTERDAM. Van de twee slot-Rubrieken heeft de een tot titel: STATISTIEK DER OUD-GEREFORMEERDE KERKEN ' IN PRUISSËN, de ander VEREENIGINGEN ENZ. Onder IN MEMORIAM (met portretten) vindt men levensbeschrijvingen van de in 1915 overledenen : DS. S. DE JAGER, DS. A. BRINK, DS. J. SMIT, DS. A. ROORDA, DS. P. POSTEMA, PKOF. M. NOORDTZIJ, DS. J. C. DE MOL MONCOURT, DS. G. KRAMER, DS. C. VAN PROOSDIJ, DS. JAN DIEMER, DS. A. G. H. SCHIPPERS, DS. P. A. LANÏING en Ds. W. T. VAN DIJK. Eindelijk: MENGELWERK in proza en poëzie.

De heer BOSCH heeft eer van de goed verzorgde uitgave van dit JAARBOEKJE, tot welke goede verzorging ik óok reken, dat hij het van een stevig en keurig linnenbandje met goudtitel heeft voorzien.

Bij dit JAARBOEKJE geeft de Uitgever, gehjk verleden jaar, als premieboek, — onder den titel KEURGARVE II — een bloemlezing uit het mengelwerk van vorige jaargangen, verzameld door den Redacteur Ds. G. DOEKES.

Men vindt hier een 13-tal, met zorg gekozen stukken, die met genoegen zullen worden gelezen en s ook herlezen, 'donder aan de waarde van de 12 andere ook maar in het minst te willen te kort doen, moet mij hier toch de verklaring van het hart, dat ik het meest genoten heb onder de lezing van VV. H. GISPEN'S EERSTE BLADZIJDEN UIT HET DAGBOEK VAN DOMINÉ STIJFSTRA. Voor velen is dit proza-stukje uit den 30steri jaargang, 1885, een oude bekende. Ik kende het alleen maar van hooren zeggen en was blij het nu ook onder mijn oogen te krijgen. Het was mij onder het lezen in Dominé's STIJFSTRA'S Dagboek of ik mijn ouden vriend GISPEN, met zijn diepe kennis van menschen, zijn hartgrondigen afkeer van gemaniëreerdheid, zijn nooit wrang-bitteren ernst en zijn he.irlijken humor, — weer hoorde vertellen. Vertellen, zooals hij mij dat óok, en toen voor het laatst, nog gedaan heeft op dien middag, een paai maanden voor zijn dood, op zijn kamer in zijn huis aan de SpiNozA-straat te AMSTERDAM.

Wat zuiver was zijn menschen-kijk ! V\'at kon hij doorkijken de maskers waar achter en de verkleedingen waarin zij zich vertoonden anders dan zij waren.

3. C. B. BAVINCK, Dienaar des Woords te Rotterdam, GODS RIJKE BEJIOEHNG MET DEN GERINGEN MENsCH. Gedachtenispredj kalle bij 25-jarige Ambtsbediening op 30 November 1915.

— Rotterdam. — J. H. Donner — 1915.

„Preeken en andere opbouwende stukjes lezen is immers voor vele Christenen al een straf".

Aldus DR. W. LEENDERTZ in het VOORWOORD van zijn mij bijzonder sympathiek boekje: LEVENS-SPANNING waarover ik het hier, in hel nieuwe jaar, eens hoop te hebben.

Ik zal de zooeven vermelde bewering van DR. LEENDERTZ niet trachten te weerleggen, maar het moeten toch al heel zonderlinge Christenen zijn, voor wie het lezen van BAVINCK'S gedachtenispreek een straf zou zijn.

Voor mij althans is de lezing daarvan 'n genoegen geweest bij het LEESTAFEL-WERK waartoe ik mij verplicht heb.

Reeds het opschrift deed mij, tegenover de klinkende en opzichtige titels, waaraan wij in onze stichtelijke literatuur gewoon zijn geraakt, aangenaam aan.

En niet minder heeft dat de preek zelf gedaan. WoRMSER prijst het in zijn Levensbeschrijving van V. RAALÏE terecht, dat deze zoo weinig over zichzelf sprak. Aan - de fout van dit, althans in hun eigen jubileumpreek, wèl te doen, heeft Ds. BAVINCK zich niét schuldig gemaakt. Slechts weinig, heel in het begin, spreekt hij over zichzelf, en dan zoo recht natuurlijk, zoo echt menschelijk. Een kort piëteit-vol vertellen van hoe zijn vader hem veor vijf-en twintig jaren te HAZERSWOUDE met 1 Tim. 4 : 16 bevestigde. Ook nog, dat hij te ROTTERDAM eerst veertien jaren in kerk A en nu ze^ien jaren in de ineengesmolten kerk arbeidde. „Gij hebt mij als het ware kunnen volgen van het begin tot nu toe. Daarom behoef ik u ook geen schets te geven van mijne bediening" En dan konit hij tot zijn tekst: salm 8 : 5 en 6. Het Schriftwoord, dat deze prediker zelf doorvoeld beeft en waarvan hij, zijn gehoor wijzend o-g de rechte beschouwing van den tnensch en de ware verheffing Gods., een juiste verklaring en een, in den letterlijken zin treffende, wijl het gemoed rakende toepassing geeft.

Voor de kerk van ROTTERDAM zal het in druk vastleggen van dit gedachtenis-woord van haar predikant, dien zij, de leeraarlievende, liefheeft, met dankbaarheid zijn begroet, maar ook daar buiten zal de lezing van dit zoo innig woord over een armen zondaar en een rijken Heiland een verkwikking kunnen zijn.

Aan de preek is het welgelijkend portret van den, nog in de volheid van zijn kracht staanden, prediker toegevoegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen