GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

B. te P. vraagt:

In Hand. 28 : 2 worden de bewoners van het eiland Mehte' Barbaren genoemd. Hoe kan dit, daat zij zich jegens Paulus en anderen juist heel vriendelijk gedroegen f

Wij lezen daar:

»En de barbaren bewezen ons geene gemeene vriendelijkheid; want een groot vuur ontstoken hebbende, namen zij ons allen in, om den regen die overkwam, en om de koude."

Het Romeinsche rijk had destijds, 60 na Christus, zijn grootste uitgebreidheid verkregen, en omvatte alle landen rondom de Middellandsche Zee. Verschillende volken bewoonden die landen. Doch de voornaamste waren de Romeinen zelf in het Westen en de Grieken in het Oosten. De eersten hadden de macht, de laatsten de beschaving en de geleerdheid, die echter door de Romeinen van de Grieken werden overge­ nomen. De volken die buiten den Romeinsch Griekschen kring stonden, al leefden zij ook onder het gezag van Rome, werden door de Romeinen Barbaren, genoemd. Dat wilde dus zeggen dat de Grieksche Romeinsche beschaving en de kennis van Grieksch en van Latijn L hun ontbraken. Eerst later kreeg het woord Barbaar de ongunstige beteekenis die het nu heeft.

Op verschillende vragen van W. W. diene tot antwoord dit:

Het woord wal heeft verschillende beteekenissen':

1. In samensteUingen vaak de oude beteekenis van groot. Zoo in walnoot.^ walvisch.

2. Die van muur bijv.-de vestingwal.

3. Die van gracht, van het water voor den wal. Wal heeft hier net als gracht twee beteekenissen. Men spreekt no^ in Amsterdam van »walwater«, sin de wal gooien". Ook nog wel van »burgwalwater«, door de wal die van een burg was.

Een andere vraag van denzelfde betreft de uitdrukking: slemand zijn vet geven«, wat beteekent hem bestraffen, door hem scherp de waarheid te zeggen. Wat heeft dit nu met vet te maken?

Hoogt waarschijnlijk niets met het Nederlandsch woord vet. Het geldt hier een verbasterd Fransch woord.

De Franschen hebben namelijk twee uitdrukkingen die hier bij te pas kunnen kompn.

1. „Iemand fète (een feest) maken", wat zeggen wil hem uitschelden.

2. „Iemand zijn fait geven", dat wil zeggen zijn deel geven, hem flink de waarheid zeggen.

Zooals nu fete ol fait'-'\n deze voorbeelden doet ook in onze uitdrukking het woord svet" dienst.

Men ziet echter alweer hoe verkeerd en dwaas het onnoodig gebruik van vreemde woorden in onze taal is.

B. vraagt hoe hij de woorden van den hoofdman moet verstaan in Matth. 8.

De hoofdman zegt eerst, dat als de Heeré Jezus een woord spreekt, de knecht zal genezen zijn.'"Want, zegt hij, ook ik sta onder de macht van anderen. Welk verband is nu hier tusschen ? De hoofdman zegt dat hij niet oppermachtig is, en vlak daarop dat hij kan gebieden en gehoorzaamd wordt. Is dit niet eenigszins tegenstrijdig.

Men leest in Matth. 8 : 5, 6, 7, 8 en 9 :

„Als nu Jezus te Capérnaitm ingegaan was, kwam tot hem een hoofdman over honderd, biddende hgm. J

En zeggende : Heere, mijn knecht ligt tehuis geraakt, en kjdt zware pijnen.

En Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen.

En de hoofdman over honderd, antwoordende, zeide: Heere, ik ben niet waardig, dat gij onder mijn dak zoudt inkomen, maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal genezen worden.

Want ik ben ook een mensch onder de macht van anderen, hebbende onder mij krijgsknechten; en ik zeg tot dezen: Ga, en hij gaat; en tot den anderen: Kom, en hij komt; en tot mijnen dienstknecht: Doe dat, en hij doet het."

De hoofdman wenscht dat de Heere Jezus den zieke zal genej^n, en beroept zich daarbij op de macht van den Heiland. Hij wil zeggen: als ik, die onder de macht van anderen sta reeds zoo gebieden kan en gehoorzaamd wordt, hoeveel te meer Gij die goddelijke macht bezit. Alle onduidelijkheid verdwijnt zoo men het negende vers aldus leest:

Want ook ik, schoon een mensch onder dft. macht van anderen, heb onder mij krijgsknechten en ik zeg tot dezen: ga en hij gaat, enz.

Een lezer schrijft:

In een ouden jaargang van het tijdschrift Timotheus staat in een vers: Neemt gij me uit Adam weg. Zoo ziet ge een wijnvat staan. Wat moet nu worden weggenomen eii daarop doelt het.

Hoogst waarschijnhjk moet uit het woord Adam de letter d uitvallen. Dan blijft over Aam., de naam voor een groot wijnvat.

(Hierbij zij opgemeikt dat het Timotheus, hier bedoeld, niet dezelfde is welke thans bij Voorhoeve in Den Haag verschijnt. Ruim, 50 jaar geleden bestond er ook een tijdschrift Timotheus. Het was een klein maandblad voor de jeugd, onder redactie van den bekenden schrijver J. de. Liefde, die een baanbreker was in velerlei).

BRIEFWISSELING.

Een brief uit Z.-L. aan meer dan één adres te gelijk gericht, hebben we daarom en om andere *• redenen verzonden aan een der genoemde redactiën. Antwoord zal nu wel volgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1916

De Heraut | 2 Pagina's

Voor kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 juli 1916

De Heraut | 2 Pagina's