GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland, Herdenking v^n het tot stand komen van de Unie der G e r ef. en L u t h. Kerk,

Niettegenstaande den oorlog heeft men in de Evangelische iandkerk van Pruisen gelegenheid gevonden, op 23 September 1.1. feestelijk te herdenken dat voor 100 jaar de »Unie« werd, ingevoe: rd. Van alle kansels werd een schrijven van den Opperkerkeraad der Ev. Kerk voorgelezen, waarin geregeld wordt, dat bij de invoering van de Unie van de Luthersche en Gereformeerde Kerk er geen gebrek is geweest aan misverstand en tegenspraak; maar in den loop van den tijd hadden al de gcmeenteii behoudens enkele uitzonderingen zich bij de Unie aangesloten. De beide belijdenissen in 'één kerk. hadden elkander hoe langer hoe meer leercn waardeeren door elkanders bijzondere genadegaven te erkennen, hetgeen tot welzijn van het geheel gestre: kt heeft. De Unie had de gerheenschappelijke kerkorde het aanzijn gegeven, had de Kerk sterk gemaakt in het afweren vau tegenstanders, , maakte het mogelijk dat Kerk en School gewichtige stappen voorwaarts deden, terwijl zij voor de in-en uitwendige Zending tot zegen geweest was. In één woord, het Godsrijk was er door gebouwd. De nOod door den oorlog veroorzaakt, deed uitkomen dat bij verschil in belijdenis het leven der geloovige gemeente zijn middelpunt gevonden heeft in de reformatie, terwijl men in de prediking van het heil in Christus datgene gevonden heeft, wat in leven en sterven troosten kan.

In. Air Evangelische Kirchenzeitung wordt een andere toon aangeslagen. Daarin leest men dat door de Unie de Luthersche Kerk het miust verloren heeft; de Gereformeerde gemeenten daarentegen worden langzamerhand in Luthersche richting geleid, en er bestaat hoop, dat door de herdenking van hetgeen door Luther werd.tot stand gebracht, de Luthersche geest zich nog krachtiger zal gaan openbaren. Hieruit blijkt dat de Gereformeerden, die in de invoering van de Unie een gevaar voor hunne kerk zagen, in het - gelijk gesteld zijn, — trouwens, de feiten hebben dit steeds bewezen.

Hetzelfde orgaan beweert ook, dat de Unie op staatkundig gebied geen heil heeft gebracht..

De Gereformeerde en Luthersche kerk onder één Kerkbestuur gebracht, is nooit populair geweest. Ook heeff de Staat zich do ir de Unie tot een harden.strijd tegen de Oud-Luthersche beweging laten verleiden^ die hij toch ten slotte in 1838 heeft moeteii opgeven.

Wij meenen dat het stichten van eene vereenigde Evangelische Kerk door Frederik Wilhelm III in het jaar 181-7, niet een feit is, dat dankbaar kan herdacht worden. Het invoeren - van de Unie verklaarde de verschilpunten tusschen de Gereformeerde en Luthersche Kerk voor onwezenlijk, en heeft een strijd in het leven geroepen en een vervolging veroorzaakt, waardoor zij, die voor de ongerepte Luthersche Kerk opkwamen, zeer hebben geleden. Tot op den huldigen oogenbhk bevredigt de Unie den Luthersche die «aan Gods Woord en Luthers's - leerc wil vasthouden niet, evenmin als den Gereformeerde, die prijs stelt op zijne belijdenis.

Opmerkelijk is het dat in N.-Amerika, waar-heen vele Duitsche Lutherschen gevlucht, zijn om verbeurdverklaring hunner goederen en gevangenzetting te ontgaa.n en Waarheen zich ook vele DuitscheGereformeerden begeven hebben, zoowel een Duitsch Luthersche .ais een Duitsch Gereformeerde kerk bloeit, terwijl daar aan een Unie van beide Kerken, (ioor het aanvaarden van een gemeenschappelijke kerkregeering en een gemeenschappelijke liturgie, niet gedacht wordt.

— Woorden van Luther.

De Duitsche - bladen die wij ontvangen, , zijn steeds, in den laatsten tijd althans, een veertien dagen oud. Vandaar, dat wij nu eerst berichten ontvangen omtrent het vieren van het vierde eeuwfeest der 'Hervorming. Wij krijgen den in druk, dat trots den oorlog, men overal waar Luthersche en Geref. Kerken gevonden worden, het Hervormingsfeest met geestdrift heeft gevierd. Dat men overal de beteekenis van Lulher voor de Kerk des Heeren recht heeft gewaardeerd, durven wij niet beweren. Daarom deed het ons weldadig aan, dat wij in een Duitsch kerkelijk blad eenige uitspraken van den grooten reformator afgedrukt vonden, waaruit blijkt, welk een geschenk de Xerk des Heeren in Luther ontvangen heeft. Luther heeft ook beteekenis voor het Duitsche volk, als schepper van de Duitsche taal. Ook uit een politiek en sociaal oogpunt is zijn invloed krachtig geweest ten goede. Bijna op elk terrein des levens openbaart hij zich als baanbreker. Als Luther's woorden gelezen worden, krijgen wij den indruk: hier is een allereerst man aan 'het woord, van God geleerd, die als baanbreker kan optreden bij de reformatie van de in zijn dagen zoo diep gezonken Kerk.

Enkele Luther-woorden, die wij in-bedoeld blad vonden, laten wij hier volgen: »Geiijk ik nu zie, heeft God gewild, dat ik de wijsheid der hoogescholen en de heiligheid der kloosters zelf en zeker zou leeren kennen, opdat het goddelooze volk (zijn tegenstanders) niet - pralend tegen mij zouden kunnen optreden, als tegen een die dingen waarvan hij niets weet, veroordeelt. Daarom, ben ik een monnik geweest en (ben het) nog, niet zonder zonde, doch zonder dat iemand mij kan beschuldigen of mij iets kan verwijten" (Brief aan zijn vader, 21 Nov. 1521).

Ik ben. 20 jaar monnik geweest, en heb mij afgemarteld met bidden, vasten, waken en koudelijden, zoodat ik alleen wel door koude had kunnen sterven, en heb mij daarbij zooveel leed gedaan, als ik nooit meer-doen wil. Wat heb ik daarmee anders gezocht als God, die zou aanzien, hoe ik de regels mijner orde onderhield en zulk een streng leven leidde f En zoo leefde ik steeds als in een droom. Want ik. geloofde niet aan Christus, maar hield hem voor niet anders dan een stieng en vreeselijk Rechter, gelijk men hem afbeeldt, gezeten op den regeuboog.' Daarom zocht ik andere voorbidders, Maria en andere heiligen; eveneens mijne eigene werken en de verdiensten van de orde. Dit alles deed ik niet om geld of goed, maar om Gods wil. Maar toch was het verkeerd' en afgoderij, wijl ik Christus niet kende en zulks niet door Hem zochi".

Pr. over Joh. 14, 15, 38.

»Te voren ontbrak mij niets, omdat ik geen onderscheid tusschen de wet en het evangelie maakte, maar beide voor ecu en hetzelfde hield, zoodat er voor mij tusschen Mozes en Christus geen onderscheid bestond, behalve het verschil in tijd en volkomenheid.»

Tafelgesprekken, 1542: sWaar het Christenkind niet geboren is, daar is geen vrede. Ik kan het betuigen met alle monniken, welke ernstig rechtschapen waren gelijk ik; maar Christus heb ik niet gekend.

Wij' hebben den Engelenzang gehoord en gezongen en drie Missen gelezen; de woorden wg, ren er, maai niet in het hart. M^ij wilden vrede maken tussehen oas en God, maar wij beproefden het tevergeefs, wijl alleen de Heiland vrede tusschen God en menschen maken kan.»

"•Predigtmachschrift 25, 1540.

»Ook ik ben een mensch (vgl. 2 Kor-12:2) welke, gelijk hij verzekert, deze straffen (kwellingen der ziel) meer dan e; ns geleden heeft. Zij duurden wel slechts zeer kort, maar waren zoo groot en helsch, dat geen tong het uitspreken, geen pen het beschrijven en niet een, die het niet ervaren heeft, het gelooven kan; zoodat wanneer zij geheel door hem gevoeld waren, al ware het slechts een half uur of slechts tien minuten, hij geheel had moeten vergaan en al zijn beenderen tot asch hadden moeten worden.

(Verklaring bij de 95 stellingen, 1518.) »Hierin ligt de zwaarste aanvechting van Satan, dat hij zegt: »God haat de zondaars; gij zijt een zondaar, daarom haat God ook u.»

In deze sluitrede is eenvoudig de eerste stelling te ontkennen'; het js niet waar, dat God de zondaars haat. Voor ongeveer tien jaar heb ik voor het eerst deze verzoeking tot vertwijfelens toe, omdat ik beefde voor den Goddelijken toorn, leeren kennen. Toen ik Staupitz mijn leed klaagde, zeide hij, dat hij zulke aanvechtingen nooit doorleefd had. Maar zeide hij, ï voorzoover ik versta, zijn zij voor u noodiger dan eten en drinken».»

Tafelgesprekken 14 Dec. 1531.

• »Het gebeurde dat mijn "preceptoir (in het klooster), toen ik hem mijn aanvechtingen onder vele tranen klaagde, tot mij sprak: Hoe is het nu, mijn zoon? Weet gij niet dat God zelf ons geboden heeft te hopen? Door dit eene woord »gïboden» werd ik. zoo gesterkt, dat ik wist, dat men aan de absolutie moet gelooven. Te voren had ik het telkens weer gehoord; maar ten gevolge van dwaze gedachten meende ik het woord niet te mogen gelooven, maar hoorde het aan alsof het mij niets aanging.» (Verkl.

Ps. 51, 1532). „In herinner mij, eerwaarde Vader (Joh. van Staupitz), dat onder andere vriendelijke en heil­ zame woorden uwerzijds, waarmede de Heere Jezus mij wonderbaar pleegt te troosten, gij ook eenmaal het woord „boete" gebruikt hebt. — Ik nam uw woord als een stem uit den hemel in mij op, ware boete is slechts dié, welke met liefde tot de gerechtigheid en tot God aanvangt. — Dit uw woord bleef in mij zitten, gelijk de scherpe pijJ van een sterke, en ik begon het weldra met de Schriftuurplaatsen te vergelijken, die over de boete handelen; en ziedaar, welk een kostelijk spel: de woorden vloeiden van alle zijden mij toe en bevestigden deze meening, zoodat hetzelfde woord „boete", dat van alle woorden in de Heilige Schrift mij tot hiertoe bijna het allerbitterste was, mij nu liefelijker en vriendelijker klonk als eenig ander woord, (Brief van'30 Mei 1518),

»De woorden »rechtvaardig» en sgerechtigheid» waren in mijn pauselijken tijd als een bhksemstraal in hét geweten; zij verschrikten mij, wanneer ik ze maar hoorde. Maar toen ik eens in dezen toren (in het Augustijner klooster te Wittenberg) over de woorden nadacht: de rechtvaardige leeft uit geloof» (Hab. 2 : 4), kwam in mij juist de gedachte op: anneer wij als rechtvaardigen door het geloof door gerechtigheid leven moeten en deze gerechtigheid Gods eiken geloovige tot heil is, zoo komt ook uit het geloof de gerechtigheid, eii uit de gerechtigheid het leven. En mijn geweten en mijn gemoed werdden opgebeurd, en ik werd er zeker van, dat het Gods-gerechtigheid is, die ons recht-\aardi|t en redt. En aanstonds werde-n deze woorden mij zoet. Deze kunst heeft mij de Heilige Geest op dezen toren gegeven.»

(Tafelgesprekken 9 Juni—12 JuH 1534.) - Jingeland, Schots che Zending. De Synode der Vrije Kerk erde Duitsche

Dat niet allen in Engeland met de handelingen hunner regeering instemmen, waardoor zij Duitsche zendelingen van hun arbeidsveld in Azië en Afrika verjoegen, blijkt uit hetgeen op de Generale Synode der Schotsche 'V'rije Kerk verhandeld werd. Omtrent de. Bazelsche Zending op de Goudkust in Afrika nam deze vergadering het volgende besluit: > De vergadering verklaart, dat zij de groote beteekenis van het Zendingswerk hetwelk de Bazelsche vereeniging zoo lang dreef, erkent, wijl het in hooge mate tot ontwikkeling en verheffing der Kolonie bijgedragen heeft. Zij verklaart dat zij geheel bereid is deze Zending tot voortzetting van haar gemeente-en schoolarbeid met alle kracht te helpen, in geval deze van de regeering verlof krijgt haar arbeid als eene Zwitsersche Zending voort te zetten. Daarmede in overeenstemming geeft de vergadering hare toestemming aan het voorstel van het' bestuur der Zending, om het werk naar vermogen te ondersteunen, opdat Zendelingen naar de Goudkust gezonden worden, in overeenstemming met de behoefte tengevolge van het terugtrekken der Duitsche Zendelingen en in aanmerking nemend, dat de Zwitsersche Zending niet in staat is op voldoende manier den arbeid over te nemen. De vergadering machtigt.het bestuur verder, alles met de Zwitsersche vereeniging te regelen enz."

Het doet weldadig aan, dat de Kerkelijke vergadering zich wist te verheffen boven het standpunt dat hare regeering ten opzichte van de Zending inneemt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1917

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1917

De Heraut | 4 Pagina's