GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„ De waardheid zal u vrijmaken”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„ De waardheid zal u vrijmaken”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. Johannes VIII : 32.

Ook geestelijk is er rijke vrijheid ofslaafsche dienstbaarheid. Vrijheid is er, zoo ge u naar uw eigen aard bewegen kunt, maar het slaafsche kleeft u aan, zoo er een onDatuurlijke macht is, die u geestelijk bindt en boeit.

Sterk is dit onderscheid vooral in den jongsten oorlog bij de verdoolde kinderen uitgekomen. Tal en tal van kinderen zijn de laatste jaren in het beoorloogde land van hun ouders afgeraakt. Jonge kinderen wisten zelfs niet te zeggen wie hun ouders waren en waar ze zich bevonden. Ze moesten zich dan wel overgeven aan de menschlievende verzorgers, die ze tot zich namen, of aan de boosaardige menschendieven die deze kinderen roofden en tot zich namen. Doch toen allengs de krijgswoede gestild werd, en de verwoeste landstreken weer op orde en regel kwamen, is meer dan éen vader of moeder er ten slotte toch in geslaagd, om zijn ontstolen of verdoolde, kinderen weer terug te vinden. En dan eerst, als de kleine lievelingen hun moeders terugzagen, dan ontwaakten ze uit hun droom, vlogen haar om den hals en kusten haar. Ze waren nu niet meer onder vreemden, maar bij de ouders bij rae ze hoorden. En nu g«voelden ze zich weer op eenmaal vrij, verlost en gelukkig, en jubelden het uit.

En hierop wijst nu ook onze Heiland ons. De zonde heeft ook ons vervreemd en doen af-

dolen van hem bij wien we hoorden. Zoo waren ook wij in geheel onnatuurlijke verhoudingen gekomen. Ons leven verliep niet meer naar den aard van ons innerlijk wezen, maar was, als gevolg van de zonde, hiermede geheel in strijd geraakt. De zondige aandrift der wereld teelt geen kinderen der vrijheid, maar slaafsche onderkruipers en verstootelingen. Zoo was al wat in zonde vérviel, van zijn natuurlijke geestelijke betrekking afgesneden. Het verloren kind doolde in slaafsche banden onder de on-, heilige macht van Satan om. De verloren zondaar gevoelde zich geen kind meer van den Vader die in de hemelen is. Het was in onnatuur vervallen, en onheilige slavernij was nu het type van zijn bestaan en de aard van zijn existentie geworden. De zondaar is een slaaf van de onheilige macht, en de zondares is een slavin van de demonische opperheerschappij. Ze kunnen zich niet meer loswringen. En alle hoop op vrijmaking is verloren, tenzij de Zone Gods zich hunner ontfermt, en ook op hen de belofte van toepassing wordt: »Gij zult de waarheid verstaan en de waarheid zal u vrijmaken.”

Toen de afgedoolde Joden tegen Jezus optraden, sprak de Heere het zoo duidelijk en zoo overtuigend uit: »Voorwaar, voorwaar zeg ik u, een iegelijk die de zonde doet, is van die zonde de slaaf, de dienstknecht, c De zondaar is zijn zelfbeschikking kwijt. Hij wordt beheerscht door een hem oorspronkelijk vreemde macht. Niet hij is 't meer die over zichzelf beschikt, en zijn eigen toekomst in zijn macht heeft, maar hij is overgegeven aan een hem oorspronkelijk vreemde macht, en die vreemde macht overheerscht hem. Dat denkt en gelooft zulk een afgedoolde dan wel niet, en de onheilige geest, die op alle manier hem aan zich onderwerpt, maakt hem zelfs wel diets dat alle aandrift uit hem zelf opkomt. Maar het is niet zoo. Hij is en bUjft een o verheerschte, een tot slaaf gemaakte en verdoolde. En het is om ons dat recht diep te doen gevoelen, dat Jezus zijn ontzettende uitspraak inleidt met een tweewerf herhaald» Voorwaart, iets wat op Jezus lippen steeds met een eed gelijk staat.

Juist omdat den zondaar in zijn afdoling steeds wordt ingefluisterd, dat hij nu doen kan wat hij wil en zijn eigen heer en meester is, terwijl hij feitelijk juist alle vrijheid verloor en slaafs de inspiratie van den onheiligea zondegeest volgt, legt Jezus een eed op zijn zeggen, om het: ons toch diep in te prenten, aan wat bitter zelfbedrog we ten prooi zijn. In zoekende, lokkende, dringende liefde, gaat het erbarmen van den Heiland naar ons uit, en nu is het eerste wat in ons moet plaats grijpen dit, dat we voor ons zelfbedrog een open oog krijgen, en inzien in wat bittere banden we gekneld liggen, terwijl we waanden ons op onze vrijheid te kunnen beroemen. Vrij is alleen wat naar zijn aard en zijn natuur leven kan, en dit juist kan de zondaar niet, want het wezen der zonde gaat tegen zijn natuur, tegen zijn Scheppingsorde in. God schiep den mensch, om het als zijn kind achter zich te doen treden, en Satan verlokte hem om tegen zijn hemelschen Vader in te gaan. En nu is het Jezus' smeeking aan onze ziel, dat we dan eindelijk toch met deze onnatuur breken, terugkeeren tot Hem wiens kind we moeten zijn, en dat we zoo onze natuurlijke vrijheid en de vrije beweging naar den ons ingeschapen levensaard mogen herwinnen.

Eerst als de waarheid u zal vrij gemaakt hebben, zult ge waarlijk vrij zijn. Wat anders is nu hier die vrijheid, dan het herwinnen van die ons oorspronkelijk ingeschapen geestesrichting, die ons als kinderen van onzen Vader die in de hemelen is, zou doen opgroeien. In v den Chnstus is waarheid^ omdat alles in hem is, en alles wat van hem uitgaat, geheel beantwoordt aan zijn innerlijk wezen en aan zijn heilige zending. En zoo nu ook zal 't hiernamaals in 't Vaderhuis, en straks daarna op de nieuwe aarde onder den nieuwen hemel, alles waarheid g worden ook in ons, omdat alsdan alle afdoling zal zijn afgesneden, alle vervreemding van onzen God zal zijn te niet gedaan, en we geheel en ten volle zullen uitkomen, zooals God ons in zijn Schepping verordineerde. Zooals de eens verlosten straks zijn zullen, eerst in het Vaderhuis, en daarna op de nieuwe aarde onder den nieuwen hemel, zóó zal 't al in waarheid zijn. Ze zullen dan niet maar »menschenkind" heeten, maar menschenkinderen zijn naar het beeld dat God de Heere voor zich had, toen zijn stem uitging: »Laat ons menschen maken naar ons beeld en naar onze geUjkenis.c Alleen wat op dat beeld volkomenlij k slaat en geheel past, is waarheid in den mensch, en al wat hieraan te kort doet of er van afwijkt, is onze leugenachtige gestalte. En nu is dit de heerlijkheid, dat de Zone Gods zich tol ons keeren wilde, om het leugenachtige in ons te niet te doen, en de volle waarheid van ons wezen naar Gods oorspronkelijk bestel weer in ons te doen opleven.

De waarheid die de Christus ons bracht, is dan ook geen opsomming van leerstellingen, maar een heilige realiteit. Als mensch geschapen, en mensch genoemd, moeten we dan ook menschenkinderen zijn, en dan niet menschenkinderen naar het type dat we zelf daarvoor verzonnen, maar naar het oorspronkelijke beeld, dat God Drieëenig daarvoor in zijn Scheppingsorde ontwierp. Altoos weer die heilige grondtaal: fLaat ons menschen maken naar ons beeld en naar onze geUjkenis.«

Dat heilige. Goddelijke beeld, als grondslag van ons menschelijk wezen, is door ons verzaakt, is door ons geschonden, en eer het tegendeel is er voor in plaats geschoven. Zoo klemmen we, onder Satans prikkel, ons aan een valsch beeld, aan een valsch type, aan een onheilige afschaduwing vast. Dit nu was de leugen, want zoo schiep God ons niet, en ons innerlijk wezen kan aan dat valsche beeld toch nooit beantwoorden.

En daarom nu juist heeft de Christus ons niet als een moderne zedemeester gelokt en ons andere gedachten ingegeven. Neen, hij heeft de leugen in ons aangetast, om er de oorspronkelijke waarheid van Gods schepping weer voor in plaats te stellen. Voor het valsche schijnsel waarin we ons zelven behaagden, heeft hij het oorspronkelijke, het wezenlijke, het waarachtige type van den mensch, gelijk God dit naar zijn Beeld schiep, weer in ons doen opleven. En de vraag is nu maar, of we deze diepe, alomvattende waarheid willen verstaan. Dan toch, maar dan ook alleen, zal die stellige waarheid ons vrijmaken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 juli 1919

De Heraut | 4 Pagina's

„ De waardheid zal u vrijmaken”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 juli 1919

De Heraut | 4 Pagina's