Berekening of constructie - pagina 23
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte en der Theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
21
Indien onze boven uitgesproken stelling, dat de idee het opvoedingsdoel en het opvoedingsideaal beheerscht onjuist ware en dus bij de opvoedkunde elk beginsel zou kunnen worden uitgeschakeld en we enkel te doen hadden met een empirische wetenschap ') zou er van ideeën ook geen sprake behoeven te zijn, en kon alles aan de berekening worden overgelaten. Waar echter niet alleen naar het vrijwel algemeen oordeel van de paedagogen van dezen tijd 2) maar bovenal naar christelijk belijden, omtrent opvoedkundige vragen het beginsel 3) het eerste en beslissende woord spreekt, kunnen we deze mogelijkheid als uitgsloten beschouwen. Een andere vraag is echter of inderdaad de paedagogiek een eigen stof heeft. Men heeft wel gemeend, dat dit niet het geval was. 4) Wat door ervaring en experiment werd verkregen , verschoof men dan naar de hulpwetenschappen der opvoedkunde als psychologie en sociologie. Dit nu lijkt ons onjuist. Er zijn niet alleen eigen paedagogische begrippen , die niet aan eenige andere wetenschap zijn ontleend 5) maar er is ook een paedagogische ervaring en er is niet alleen een experimenteele psychologie, maar ook een experimenteele paedagogiek. D e paedagogische ervaring, ook die van hen , die zich practisch aan de opvoeding en het onderwijs wijden , moet niet slechts bij uitzondering te hulp geroepen worden, maar moet als een belangrijke factor voor den opbouw eener wetenschappelijke paedagogiek kunnen gelden. D e werking van bepaalde paedagogische wetten, h et gevolg van bepaalde handelingen , de opvoedkundige beteekenis van een bepaald milieu , de invloed van bepaalde onderwijsmethodes - 't kan alles door ervaring en voor een deel ook door experiment worden geconstateerd. Er we zijn bij deze handelingen toch zeker op paedagogisch erf. 6) Wanneer we alzoo in de paedagogiek ter eener zijde in aanraking komen met de idee, die deze wetenschap beheerscht, en ter anderer zijde met een ervaring, die ook eigen paedagogische stof aan dit vak geeft. dan staan ook wij voor de vraag naar de verhouding van het berekenbare en hetgeen door deductie en constructie moet worden gevonden. Dat nu elders de eenheid hier niet werd gegrepen verbaast niet. Het autonome denken is steeds nu eens op de klip van het materialisme, dan weer op die van het spiritualisme gestrand. Daar was immer een klove tusschen materie en idee, tusschen hetgeen getast en hetgeen gedacht werd. Het empirisme wendt zich tot het zinnelijke en vermijdt ,) cf. H . B a v i n c k , Paed. Beg . 2 20 sqq. 2) cf. De Ho v re , Het organisch verband tusschen levensbesc houwing en opvoedingsleer. (V~rslagboek 3e R .K. Paed. Week) '3 sqq. Litt a.w. '3. Ert linge r , a.w.4 sqq. ~) cf. H. B a v i n c k, a.w. 27, 45, 55, ete. 4) H. Bavinck, a.w. 2I. 5) cf. J. Waterink, a.w. 117 . 6) S. Rom b 0 uts , a.w. 225 sqq.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1926
Inaugurele redes | 33 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1926
Inaugurele redes | 33 Pagina's