GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Barthianisme en katholicisme - pagina 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barthianisme en katholicisme - pagina 44

Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

72) Vgl. H. Kraemer, The Christian Message in a non-Christian world, 1938, pag. 114 V.V. 73) Zie Barth, Römerbrief, 1923, pag. 149 V.v. Vgl. Her mann Volk, Die Kreaturauffassung bei KarI Barth, 1938, pag. 39 V.V. 74) Wanneer Barth in zijn Römerbrief schrijft: "Und die altreformierte These läszt sich durchaus hören und vertreten, dasz auch diese Prädestination zur Verwerfung als "supralapsarisch", dem "historischen" SündenfaII vorausgehend, zu begreifen sei" (pag. 150) dan heeft dit met werkelijk supralapsarisme niets te maken, hetgeen duidelijk blijkt uit het feit, dat Barth hier onder verstaat, dat de in Adam in de wereld gekomen zonde "die zeitlose, die transzendentale Disposition der Menschenwelt" is. "Mit dem ersten Menschen, der sich in dies er Welt vorfand und mit der Welt, in der sich der erste Mensch vorfand, erwies sich diese Disposition als wirksam." (pag. 149) . Dit "supralapsarisme" is dus practisch niets anders dan de keerzijde van de loochening van den "staat der rechthheid". Vanuit deze zienswijze wordt het ook verstaanbaar, dat Barth ook later nog de voorkeur geeft aan het "supralapsarisme", want - zoo construeert hij - "in der Sicht der infralapsarischen Lehre werden Schöpfung und Versöhnung getrennt" en in "dieser Auseinanderreiszung und Zerspaltung von Schöpfung und Versöhnung sehe ich bereits die Gefahr einer natürlichen Theologie heraufsteigen" (Barth, Gottes Gnadenwahl, Theol. Existenz heute, nr. 47, 1936, pag. 43). Barth richt zich hier in zijn polemiek tegen een standpunt, waarin van een uitelkaar rukken van schepping en verzoening in ieder geval geen sprake was. Juist moet bij Barth van zulk een uiteenrukken worden gesproken door de miskenning van de mededeeling der Heilige Schrift over de schepping en den staat der rechtheid en een daarin besloten vervaging van de verbanden van Romeinen 5. Dit is de achtergrond van de opvatting van de schepping van Eva als "voorteeken" van de genade voor zondaren. Men lette op het feit, dat in de verklaring van J. C. Sikkel (Het boek der geboorten, 1923'2, pag. 163 vv.) die toch steeds de heilshistorische verbanden der H. Schrift zoekt te verstaan, het besproken element uit Barth's beschouwing ten eenenmale ontbreekt, ook in de "lichtstralen des Woords", pag. 167 V.v. Een instructief voorbeeld van de dialectische visie op de verhouding tusschen schepping en verzoening treffen we aan in het artikel van H. Diem (Analogia fidei gegen analogia entis, Evang. Theol., 1936, pag. 159), die de beslissende controvers in verband met de analogia entis stellen wil in het licht van Col!. 1 vers 16 en 17, omdat hier "rein d. h. noch unbelastet von Fragestellungen und Begriffen, die schon eine bestimmte Lösung präjudizieren" de kwestie voor ons staat. De beslissende woorden, waarom het Diem te doen is, zij n: CTUlIECT'n)K.EJI ÈJI ÓCUT~. In het Roomsche systeem der analogia entis poogt men volgens Diem "die strenge Bezogenheit des CTUlIECTT'l)lGEJI zu Verkündigung und Glauben zu lösen und zu einem an sich gültigen Sachverhalt zu machen" (pag. 160). Hier wordt Diem's opvatting reeds zichtbaar: het "CTUVECT'n)K.EJI". het samenbestaan der dingen in een systeem, kan "nur ausgesagt werden in der Kontingenz der in Christus geschehenen Einwohnung und in der Realität der Gemeinde als dem Leib Christi" (pag. 159). Volgens Diem is er in het "geschapen zijn" (door Hem zijn alle dingen geschapen: Collo 1 vers 16) en in het "bestaan" door Hem geen sprake van een ,,metaphysische uitspraak", maar gaat het daarin om "heilshistorische" uitspraken (a.a. 160). In deze exegese weerspiegelt zich duidelijk de dialectische beschouwing inzake de uitspraken der Heilige Schrift over de schepping en in verband daarmee over de relaties tusschen Christus en de schepping. (Vgl. ook Wil helm Link, Schöpfung und Versöhnung, Evang. Theol. I, vooral pag. 357-362).

42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1940

Inaugurele redes | 51 Pagina's

Barthianisme en katholicisme - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1940

Inaugurele redes | 51 Pagina's