GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 48

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

46 meer aan wat het wezen er van heet, sloot niet meer één echt op wat men zijn basis noemt. En maakt men al minder ernst met het beginsel, dan kan men toch hoogstens slechts hiertoe geraken, dat men het huwelijk in eigenlijken, den hoogeren zin des woords, zoo nu en dan aanwezig acht, welke perioden dan weder worden gevolgd door tijden, waarin eigenlijk, innerlijk, de echt ontbonden is. liet is dan een ondiep hangen aan den dooden vorm, wie straks in nieuwsbladen aankondigt, dat hij, zoo durft hi] dan vertellen, zijn zilveren huwelijksfeest mocht vieren. Ja, vijf en twintig jaren stond hij op het stadhuis als echtgenoot geboekt. Maar dat heeft luttele waardij. In den hoogeren, den idealen zin het huwelijk genomen, brak zelfs de koperen bruiloft nog niet voor hem aan. De overige tijd was concubinaat. Ja, zoo wordt wat in oppervlakkig taalgebruik een huwelijk geheeten wordt, eigenlijkeene voortdurende overtreding van wat ons Burgerlijk Wetboek in art. 90 bepaalt: T> Tusschen personen, wier huwelijk, om welke reden ook, door echtscheiding is ontbonden, mag nimmer een nieuw huwelijk plaats hebben." Heden heeft men een waarlijk huwelijk; morgen ismen alleen nog man en vrouw volgens den burgerlijken stand; in wezenlijken zin heeft er echtscheiding plaats gehad. En daags daaraan huwt men elkaar weer. Zoo gaat het immer voort. En liefst moesten die schommelingen door den burgerlijken stand worden mee gemaakt. De verwerkelijkte levenseenheid is niet grondslag van den huwelijksband. Veeleer is het omgekeerde waar. Het huwelijk vestigt eene eenheid; eene eenheid in volstrekten zin, d.i. dat zich de echtgenooten als deelen eener hoogere eenheid te beschouwen hebben j dat iedere klove, die zij tusschen zich ontdekken, hen schuldig stelt; dat zij hiernaar streven moeten, tot zelfs den naad der aanhechting te doen vergroeien, en ook bij hen voor de gedachte van scheiding zelfs geen plaats te doen zijn, omdat wat één is nooit twee te zijn kan willen. Het huwelijk in wezen onontbindbaar. En dies echtscheiding strengelijk geweerd? Het moest zoo kunnen zijn. Ja, als bij de schepping, dat van scheiding niet gesproken wordt. Maar is het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's

Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884

Rectorale redes | 102 Pagina's