Beginsel en norm in de literatuur - pagina 39
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
35 Vereeniging eervol ontslag als hoogleeraar. De senaat, om advies gevraagd, meende dat men trachten moest Dr. A. KUYPER voor de Universiteit te behouden, door hem, zoolang hij Minister zou zijn, op non-activiteit te stellen. Aldus werd dan ook door Directeuren besloten. Zoo mag ik dan U, Excellentie, bij deze overdracht van het rectoraat, als hoogleeraar onzer Universiteit, toespreken. Dat uwe liefde voor deze uwe stichting onverminderd zou voortduren, niemand onzer twijfelde er aan. Uwe zoo hoog gewaardeerde tegenwoordigheid in ons midden toont dat Gij uwerzijds den band, die U als hoogleeraar aan haar verbindt, niet wenscht te verbreken. In naam van den Senaat betuig ik U daarvoor onzen hartelijken dank. Vergun mij, dat ik daaraan persoonlijk nog een woord toevoege. Onder het overdenken en het schrijven mijner rede heb ik dikwijls aan U gedacht. Uwe verdiensten ten opzichte van onze Nederlandsche taal en letteren zal ik hier niet bespreken; zij worden ook door hen, die op kerkelijk en staatkundig terrein uwe tegenstanders zijn, openlijk erkend. Wat mij aan U deed denken stond in rechtstreeksch verband met mijn onderwerp. Het was een kenmerk van uwen stijl, eene poëtische ader in uw proza. Uw geest vindt geen behagen aan eene dorre schematische redeneering. Ook waar gij de diepste gedachten uitspreekt en uw betoog klaar, bondig en klemmend is, heeft uwe taal eene plasticiteit, die geest en leven brengt in een dor geraamte. Hier is het een enkel woord, dat ons dwingt de zaak te zien, daar een beeld, dat ons eene verhouding doet aanschouwen, ginds een symbool, dat een mysterie nader brengt voor ons geestesoog. Maar wat het meest mij treft is dit, dat gij als het ware schrijft met uwen geest, alsof er geen weg te doo'rloopen ware, eer de gedachten uit uw hoofd in zwarte teekens staan op het witte papier. Gij peinst en zoekt vóór gij schrijft, maar zijn eenmaal de hoofdlijnen uwer gedachten gedisponeerd, dan volgt het gesproken en geschreven woord als van zelf Dat is het, waarom uw beeld mij telkens voor den geest kwam, toen ik schreef over beginsel en norm in de literatuur; tegenstellingen associeeren zich gemakkelijk. U werd echter onder vele gaven ook nog die van het bedachtzaam en krachtig handelen geschonken; zij komt u thans niet
)k.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901
Rectorale redes | 46 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901
Rectorale redes | 46 Pagina's