GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Modernisme en Orthodoxie - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Modernisme en Orthodoxie - pagina 36

Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

34

welke objectief in den persoon van Christus en subjectief in het getuigenis des H. Geestes tot het hart des menschen komt. Dan wordt de liefde Gods in onze harten uitgestort door den Heiligen Geest, die ons gegeven is, en zijn wij verzekerd, dat geen wetenschap of cultuur, geen onmetelijk heelal en geen geweldige, meedoogenlooze natuurkrachten ons kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onzen Heer. Indien nu de religie, niet als religiositeit, maar als werkelijke godsdienst, als gemeenschap met den levenden God, zulk eene bijzondere openbaring, beide objectief en subjectief, insluit, dan neemt de strijd onzer dagen daarmede een zeer ernstig karakter aan. Want hij loopt dan niet over eenige orthodoxe klanken of dogmatische formulen, maar over het behoud van de Christelijke religie zelve, dat is over de ware, over de „vollendet geistliche und sittliche Religion", zooals Ritschl de Christelijke religie omschrijft. Trouwens, het moet een oppervlakkig psycholoog en historicus zijn, die in de wisselende vormen niets bespeurt van de idee, die eronder verborgen is, en bijv. den dogmatischen strijd der vierde eeuw niet hooger weet te waardeeren dan als een spitsvondigen en hartstochtelijken twist over eene enkele letter in het wooid homo- of homoiousios. De Christelijke theologie nam steeds een ander en hooger standpunt in. Zij vermeed de fout van het symbolisme, dat de taal der religie met die der kunst verwart, en handhaafde op grond van Gods eigen openbaring, dat wij menschelijk van Hem mochten spreken, wijl Hij als Schepper aan Zijn schepsel, bepaaldelijk aan den mensch, verwant was. Indien deze verwantschap ook niet bestond, zou de schepping, de herschepping, de godsdienst onmogelijk worden, en zou er alleen voor het agnosticisme plaats overblijven; want tusschen anthropomorphisme en agnosticisme is er geen derde *"). Maar om diezelfde redenen erkende de Christelijke theologie, dat al ons denken en spreken van God eindig, beperkt, onvolmaakt was, niet archetypisch maar ectypisch, niet goddelijk maar menschelijk, niet adaequaat maar analogisch; wij kunnen eigenlijk beter van Hem zeggen, wat Hij niet, dan wat Hij wel is. Ten aanzien van het Christelijk dogma bij uitnemendheid,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1911

Rectorale redes | 60 Pagina's

Modernisme en Orthodoxie - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1911

Rectorale redes | 60 Pagina's