De ontwikkeling van de wetenschap der economie in de 20e eeuw - pagina 18
Rede uitgesproken ter gelegenheid van den Dies Natalis der Vrije Universiteit
16 onder den titel Gemeenschapsrecht of de verrassende opgang van nieuwe rechtsheschomvingen geven overvloedige aanwijzingen van ihet gevaar, dat dreigt lin de geruchtmakende theorie der „institutions" door Renard en Maurice Hauriou ontwikkeld. Tegen die constructie rijst niet slechts de bedenking, dat de recihtszekerheid wordt bedreigd door het prijsgeven van den objectieven grondslag in wet en overeenkomst gelegen, maar vooral is te duchten de ondermijning van de persoonlijke verantwoordelijkheid, welke de aanvaarding van deze moderne theorie met zich kan brengen. Eindelijk openbaart zich het anthropocentrisch karakter van de economie zeer beslist in de beschouwing over den arbeid. De oud-liberale stelling, dat arbeid een waar is, wier gang beheersdht wordt door dezelfde regelen als het verhandelen van andere waren, vond al sterker bestrijding. Prof. C. A. Verrijn Stuart moge de clausule in het Vredesverdrag van Versailles, die Ihet waren-karakter van den arbeid loochent, als een „misleidende frase" beschimpen, Schumpeter — de man van de goederenleer — en Cassel mogen door gekunstelde redeneeringen pogen voor het warenkarakter van den arbeid een aannemelijke constructie te vinden, het baat hun niet. De groote doorbraak is hier gekomen, de groote doorbraak van het beginsel, dat de arbeid onlosmakelijk is verbonden met den mensch. Velen zijn opgestaan tot verdediging van dit beginsel en van de konsekwenties daaruit te trekken. Om ons tot ons land te bepalen ztj onder meer gewezen op de verschillende geschriften van Mr Levenbaoh, op de verhandeling van mej. Dr A. Biegel, De factor „m^nseh" in het arbeidsproces en vooral op Nederlandsche sociale politiek van Prof. Mr C. P. M. Romme met zyn kloek protest tegen de degradeering van den beelddrager Gods in het economische- en rechtsverkeer tot een zaak, een gebruiksvoorwerp naar den wil van een ander. Duidelijke aanwijzing van de kentering der denkbeelden vormt het in 1946 verschenen lijvige werk van Mr N. E. H. van Esveld, De ontplooiing van het individu in het arbeidsrecht. Niet elk onderdeel van deze ietwat te breed opgezette studie kan worden aanvaard; de tegenstelling (door hem gemaakt tusschen de bescherming en de ontplooiing van den arbeid, waarop zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1947
Rectorale redes | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1947
Rectorale redes | 28 Pagina's