GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de doodsvallei.

Bleven we ndg .stee'ds, bidden en hopen, dat de God deis levens de ziekte van prof. Bavinck ten gunste KOU wenden, het schijnt anders besloten. Naar m^uschelijfc inzicht beviaidit hij zich thans aan den ingang van de doodisvallei. Dat öais Grere^ formeerde volk hem in hun gebeden gedenken. En la.t< ^n wij ter harte nemien het ernstig • woord in dte , titref. Kerkb. voor Rotterdam":

Wij weten allen, dat al sinds enkele maaaden Prof. Bavinck zeei kra, nk is. Door te drukken Irbeid is de iTachtige man op nog geen boegen leeftijd plotseling ingezsonken. Naar den maasch ge^.prokeji, .gchijnt er geen hoop op herstel te zijn. De lijder ligt te wachten, op wat de Heero doen zal.

Zooals hij in de kiucht des levens was — altoos een bescheiden geleerde — zoo openbaart hij zich ook, nu het einde des levens sch^nl gekomen. Geen berichten over zijn ziekbed vindt men in de kranten. Alles is even sober. In zijn ziekverirek heerschf plecMge stilte. Klesn voor God eu groot voor de menschen, dat is ook daar vetvidJ

Onze Kerken, de Christelijke wetens-hip, school en maatschappij en s'aat zullen, wanneer die geleerde wordt weggenomen, een ontzettend groot verlies lijden. De Heere is wel bezig, ora ons te kastijden want, als de Heere de steunplaren wegneemt, dan heeft Hij ons iets te zegden.

Laten wi} toch nauw acht geven op de leidingen Gods I

De HceTo geve aan dan man, die met zijla schitterende gaven jaren lang ons Christenvolk diende, > wanneer het einde daar is, een ruimen ingang in Zijn Kjoninkrgk; maar Hij geve ook ons genade, dat wij op ons zelven toez en en in d3n weg van ware verootmoed'.ging ons wenden tot den Heere met de bede: o Heere begeef Gij ons niet ; en verlaat ons nietl

Voor geen miljoen.

En terwijl diaa* 'dan de stoere werker gebroken ligt, trekken de heeien Idenburg en Golijta hel land door om bezieling te wekken voor het bekende miljoen-plan. Omtrent het optreden van den eerste te VliLsingen bericht de „Zeeuwsehe Kerkbode":

Het was een prachtavond voor „onze men-schsn", dio Maandag 31 Januari w, aren saamgeko-men in do Aliddelkerk te Vlissingen.

Zijne Excellentie A. W. P. Idenburg trad er op om te sprekeni over de versterkinigj der origanisatie van onze Anti-Revolutionaire partij. Oi 't er aan lag, dait we in een kerkgebouw vergaderden, weet ik niet, maar ik ben gsstichU als door een goede degelijke preek, die een e< -hte tgdpreek was. 'k Ben wel eens minder gesticht uit een kerk gekomen, als er een dominee aan 't woord geweest was. Idenburg pakte doior woord en houding alle aanwezigen, 't Was één oor, eén hart, één geest.

Hij wees er ibns op, hoe noodig jiuist nu aan-eensluitine der gelederen was, nu de leider dr. A. Kuyper was heengegaan naar het hemelsche vaderland Met ernst toonde de heer Idenburg aan welke gevaren heden ten dage ons volk bedreigen om hen af te trekken van de beproefde beginselen, ' welke dl'. Knyper ons heeft geleerd en Uitgestippeld.

De heer IdJenbuir|g gchijht isniel in kklaiahten te zijh toegenotoen, d!at hij zich zulke vermoeiende tochten kan getroosten. Natuurlijk zal hij hierin niet hanidielen teigen of zelfs zonder mienldjsoh advies. Wiji verheugen leir ons in, dat hij' weer staat iln Violle kracht. Alleen spreken wijl dien wensch uit, dat Mjl de voorzichlig'heid niet uit het oog verüeae. Wiant. wijl zouden he; m' niet gaarne missen ... voor geen iniljoein.

De veertiende.

Strijden Colijin en Idenbuirg met open vizier voor onzte heilige beginselen, , „de veertiende", dien we in onze vorigp pieiTs-iSchouw onder de lens namen, vergienoegit zich mieit die bioscoop-rol van den man met het ijïziesen masker. Ook anideffie bladen gpven hun ooiideel ovei" hem.

„De Heraut" öchrijlft:

Bijkbaar is deze predikant weinig op de hoogte. Ds. Netelenbos toch heeft uitdrukkelijk verklaard, dat het niet waar wa, s, dat hij van dertien predikanten brieven van sympathie ontvangsn had.

Maar dit nu daargelaten, teekent zulk een brief nu niet do mentaliteit, die blijkbaar bij enkele predikanten scJiuilt?

Reeds bet feit, dat zulk een brief wordt toegezonden arai. een blad, wioiarvan de bekende etliische Plof. dr. Obbink een der üoofdrsdacteuren is, toont hoe weinig deze predikant voor de eer zqner Kerken voelt.

Of dr. Geelkerken het aangenaam zal vinden, aldus de bamerdrager van deze „veertien" te worden beschouwd, meen ik te moigen betwijfelen. Bewaar 'mt-voor mijn vrienden, zal hij wel bij zichzelven zuchten.

En nog veel minder kunnen we aannemen, dat hij luisteren zal naar het zoet gefluit van dezen vogelaar om eeni fiia, ctie in onze Kerken in 't leven to roepen. De verga(^ering der jong-Gerelormeerden in Utrecht is Sn dat opzicht "wel een learza: un voorbeeld geweest. Maar kwaad kan het niet, wanneer ^deze heeren eens bijeen kwamen en dan openlijk, mei hun naam onderteekend, vei-klaarden wat ze wilden.

Een openlijke en eerlijke strijd Is beter dan die aanvallen in het donker met een masker voor het gelaat. Zooals da man vian Gereformeerde zijde in do „Nieuwe Rotterdamsche Courant" doet en nu deze veertiende in „Bergopwaarts".

De „ArasterdJarasohe [Klerkbode":

Wij noemen dit een ernstig; verechijnsel.

De mededeelingen aangaande dertien predikanten, die de gevoelens van den heer Netelenbos zouden deelen, waren tot dusverre geruchten.

HJer is een schrijven van eenen, die zich aandient als predikant bij een der Gereformeerde Kerken.

Of hij da, t 'i's, moet de redactie van „Bergopiwaarts" welen; anders zoiu de opname niet met een parlementair wooid te bestempelen zijn

In dat geval zou dan ook zeker van in de 'Kerken iiigeKlopen vijanden sprake moeten zijn en Wantrouwen gewettigd.

Wi] wachten af.

„Nioord-Hollanidsoh IKJetrkblad":

Ondanks het mislukken van'zekere, onder groote verwachüDgen verbeide Utxechtsche samenkomst, ondanks het bezwijken aan verval van Icrachten van „De Zeeuwsehe Leeuw" ^, durft hij de verzekering geven: „Wij zijn talrijker dan men gelooft, dan. „de Reforriiatie" gelooft, dat nieuwe blad, dat ons naar „een tweede Trente" voert."

Hij weel het, onze gemaskerde held.

Maai' wij weten het óók.

Wij weten, dat ons Gereformeerde volk Mch niet door dergelijk naamloos g, eachrijf van de wijs laat brengen

Wij weten, dat 't het spol, gelijk dit jn de „N. R. C." en nu ook in „Bergopwaarts" wordt gespeeld, reeds lang heeft doorzien.

En daarom zal de toeleg, wantrouwen te zaaien — wantrouwen vooral in de predikanten — niet gehikken. Onze menschen zijn daarvoor te bezonnen en te nuchter. Zij hebben meer vertrouwen in de veelgesmade Kerkbode-redacteuren, die zij kennen, dan iji scheldende en stokende .scribenten, die zich achtei-de schermen houden.

Een jeugdpredikant.

Hebben we dien iemst van znifce vc-sehijinselen 'Ons niet te ontveinzen, reden tot ongernsitheid bestaat er evenmin. Onze Giereformeerden zitten te vast in heit zadel, dan dat ze er zich door een ridder van ide idroeve figuur ui.t laten lichten. Inmiddels hebben we de oogden zoo wijd mogelijk te openen voor de nooden van onzen tijd. Gedoe als van no. 14 zon zoo licht reactie kunnen wer­ en onte idirijv^en in~üen oonseïvaitieven hoek. Al btörmt het een belettje, wij' kteelen niet naaf idjei plaaits van afvaart terug: , maar trekken 'di& Zuidwester wat steviger oiveïl de ooren en houden kbers^. Tal van kwesties houiden ons bezigi. Zoo zien we ons opeens voor die zaak van een jeugdpredikanÜ geplaatst en diat op een ^pilanier, als jnen niet had kunnen d'roonnen. Men kent de geschiedlenis van: Ds. Vonkénbergi. Directeur van hfet BondisbureaWi onzer jonigelingên giewoïden, kbn hijf geen dienst meer in een blepaalidi'e kerk verrichten. Hij' beischouwt zichzelf , a, ls lotegemaaklt van zij'n voiigie gemeente^ terwijl die olaBs, is Dordrecht verklaardje, dat hij' tot een aniderein sjtaat des levens overgoing.; En nu komt men van verschillende zijden of men hem niet toL jeugdpreldiikant kan maken. In elk igeval is er een S'terifce strooming in onze pjersj om hem voor het piredikambt te behouden.

Het „Gerefoirmleieildl Kerkblad voor Drente lm. Overijlsel" geeft deze ontleding van dte zaak:

Nu willen wij een paar dingen opmerken:

1. „Losmaking" of beter nog „ontslag uit dea dienst" wil zeggen: , den betrokken leeraar in een positie brengen, dat hij in geen vasten dieast is'. Daarvan mag geen misbruik gemaakt worden. Het mag alleen gescMeden naa, r de acta; der Synode •vian 'Groningen 1899, Art. 12, melden, Wainneer in het algemeen om redenen wordt geoordeeld, dat een predikant niet langer zijn gemeente mei E'tichting kan dienen. De Synode van Utrecht 1905 ging jiaa.rop nader in en vermeldt het volgende (Acta Art. 89): „Ont; slag uit den dienst naar Art. 11 is niet geoorloofd jn gevallen, waarin de artikelen der Kerkelijke censure moeten worden toegepast: en na de verkregen verzoening in zulk een geval moet de predikant in zijn ambte!gl..eH dienst worden hersteld. Losmaking naar x\.rt. 11 mag ook niet geschieden, als de schuld van de gespannen verhouding tuslschen leeraar en gemeiente ligi bi] de laatstgenoemde en zij zonder wettige reden losmaking beg, eert. Toch neemt dit niet weg, dat er wel degelijk misstanden kunnen voorlcomen, izoodat predikant en gemisente niet meer k'unimen samengaan, en losmaking dooir de Classe met behulp van do Deputaten der Particidiere Synods noodzakeligk is.

Losmaking of „ontslag uit den dienst" mag du3 alleen geschieden, wanneei' er een gespannen verhouding is, misstanden zijn, zoodat predikant en gemeente niet meer kunnen samengaan. Daarom moet ook naai Synode-besluit 1906 van elke losmaking op discrete wijze aan de Classes der Gereformeerde Kerken in Nederland kennis woifden gegeven met volledige opgave van redenen.

Een ieder zal na deze toelichting, gegeven volgens Synodale uitspraken, toestemmen, dit geen enkele reden aanweizig; is^ waarom Art. 11 zoa wwden toegepast op de positie van ds. Vonkonberg. Van gespaimfcn verhouding Avas geen sprake. Ds. V. ginar zien wijden aan de zaak der Gereïoïmeerde jongelingen; wat naar wij vroeger uiteenzetten ook een groot kerkelijk belang is, waarom wij Art. 13 meer van toepassing a, chtten.

2. De 2e positie van ds. .V. is niet benijdonawaardig Nu is in de „Zeeuwsehe Kerkbode" voor-• gesteld door een der redacteuren, ds. Keirkhof, dat Amersfoort's Kerk bijv. hem zal beroepen tot predikant met het oiog op de geestelijke verzorging der jeugd. Immers aan mannen, „die door de buitengewone leiding van Gods Voorzienigheid een anderen werkkring hebben gevonden, moet een deur opengelaten worden om in den hun beschikbaar blijvenden tijd .onze Kerken nog te kunnen dienen." We zijn het daarmede, gelijk wij vroeger uiteenzetten, eens. Maar we merken toch in alle bescheidenheid op, niet om ds. V. tegen ta werken, maar uit kerkrechtelijk oogpunt, dat we dan eigenaardige toestanden krijgen. Immers, 4© Classis Dordi'echt verklaart terecht of ten onrechte. Ds. Vonkenberg is g©e, n predDsant meer, omdat hij tot ©en anderen staat des levens is overgegaan. Stal, dat Amersfoort op den raad van de „Zeeuw-Bohe Kerkbode" inging, dan aou de classis Amersfoort, stel, dat , zij medeigjng, verklarai, dat, al is.in de positie vaU' Ds. Vonkenberg geen verandering gekomen en hij Directeur ia en blijft van den Bond, , hij toch wel aJ, Si Dienaar des Wooids aan onzer kerken verbonden blijft. De classis Dordrecht past idaji' Art. 12 op hem toe en handhaaft hem niet als predUaant. De cliassis Amersfoort zou dan Art. 6. oniaer Kerkenordening van kracht verklaren en hein wel handhaven als predikant. Dan kan de classis Dordiiecht daar teg: en weer bezwaren inbrengen bij de meerdere vergaderingen. Een kerkrechtelijk kluitje!

3. Wij oordeelen den besten weg, dat DB. Vonkenberg izich in den 'kerkelijken weg met zijn be-(zwaren wendt tot de meerdere vergadering, in casu de Partic'uliei'e Synode van Zuid-Holland (.zuidelijk gedeelte), 't Is wel izeer onaangenaam dan een tijdlang in , zulk eien© positie te verkeeren, nïaiar wij meenein^ dat het voor de afwikkeUng dezer Iziaafc en voor da positie van Ds. V. hist meesi giewenischt is. Of hij mocht iz.ich tevreden stellen! toet het isprefcem van een ; , stichtelijk woord" in de gemeente.

We izijn benieuwd, wat het ©inde dezer zaiak izal zijn.

De „Utrechtsche Kerkbode" zegt:

ZooiaJs men weet, is Ds. Vonifcenberg niet bevredigd door de üitspiiaalc der classis Dordrecht, die hem tot een anderen staat des levens heeft doen overgaaai an hij Directeoir' werd van den Ned. Bond vaa-Joi^gelings-vereenigingen op Gereformeerden grondslag. Hij , zal , zioh beroepen op de meerdere vergaderingen, en de kans lijkt ons niet gering, dat deze izaiadc ini 1923 op de Geneirale Synode in Utrecht aan de orde giesteld sSal worden.

Het komt ons niet voeigziaiam voor, in de pers te handelen over de wijze, waiawp de classis Dordreclit tot haiar basMt kwam, vooral nü de meerdere vergaderiagen een oordeel ziillea hebhen luit te spreken. Men kan dat o.i. ook niet goed doen, laangeeien men dan èn door de classis èn door Ds.'Vonkenberg, volledig' .zon moeten worden inge-Jicht over den gaag van B'aiken. Maar dat behoort aiet tot de roeping dor kerkelijke pers en lajten we düs rusten.

Iets anders is de objecüieve vraiag» die algemeene beteekenisr heeft, of Dis. Vonkenberg aJs leider onzer Jonjgelings-vereenigingen zip. ambt mag behoüden> ja dan neen.

Wij' iziouden die vraag' gaJame in de ruimte be-Jiandeld. "^^nllen izien, en niet opgelost door listig'iieden; b.v. dat de kerk van Amersfoort hem eoU beroepen als (door haar onbezoldigd) Dienaar des 'Woords voor den jeugdai-beid. Dk3 toevallige omfetandighedd, dat DB. Vonkenberg in Amersfoort jzijn bnrea'u heeft gekregen, staat in geen enkel feitelijk verband met , zijn levensarbeid voor het vervolg en' moet niet bet haiakj© worden om een quaestie, die men liever niet oplost, netjes aian op te hang'en. De ke< rk van Amensfoort beeft ook geen roeping tegenover de joiigelingschiap van geheel Nederland.

Maar het .zou ons doren, wanneer een geestelijke larbeid als DB. Vonkenberg verricht voor al onze •Gereformeerde jonigelingen hem den eeretitel van Dienaar des Woords , zon moeten doen missen omdat dit werk niet meer, als te Zwijndrecht, nevens izijn gewonen arbeid verricht • kan worden.

Ja, als hij alleeaï adresbandjes voor bet Jongeling'sblad schreef, boeken bijhield en bestellingen op Boodslitteinat'üur uitvoerde — dan was dat natüiirlijk. Maar nu hij onjzie jemgddoüiin'eei iisi, diö voor heel het land geizegenden arbeid verricht. Welke aan het opkomend geslacht ten goede komt, — niu moet hij o.i. juist Dienaar des Woords blijven.

De , „Gerel. (Kjeïkb. voor GoriïicheïTi":

Ik aal me niet vermoeien, deze kwestie met een licht handigebiaiar op te ló'ssen. De _ knapste Miiannen uit onze kerken hebben gietracht; , in dezen algemeene regelen te geven, en waar Ds. Vonkenberg , zelf heeft uitgesproken, dat hij met 't volste vertrouwen da beantwoording van deze vraag in kerkelijken weg tegemoet , ziet, daar hebben wij niet het recht, door besprekingen in de pers buiten den kerkelijken weig om> blijk te geven van minder vast vertrouwen.

Wij kunnen alleen maar oonsta'fceeFeni, dat bij ons Gereformeerde volk twee dingen vaststaan.

Allereeret, dat iemiawd iaJs Ds. Vonkenberg: , die al izetelt hij op een bureau, A^eel meer doet voor het kerkelijk leven, dan. menige piastoriebewoner, onvoorwaardelijk kan gerekend worden onder „zulke dienaren, die geioepen •worden tot een ... dienst ten bate der kerken in het gemeen of tot een iztoo'dianigen arbeid, die een geestelijk kaflaJder draagt en met de roeping tot de vertoondiging van het Evangelie in verband staat"; w^alke „dienar'en" vol-Igens besluit van.do Genenale Synode van Leeuwarden van 1920 aianspraak beihouden op den „naam en de eere van ©en dienaar des Woords".

En voortSi dat ons Gereformeerde volk niet houdt van' wat Dir. J. C. de Moor heel eerlijk en volkomen juist heeft genoemd „listigheden". Al jzoü het m'Ogelijk izijn, den eien of anderen weg uit te denken, waiarlamgis Dis. V. weer in het kerkelijk gelid izBU 'komen te staan, toch moet het respect vo'Oir beginsel ons vrijwaren voor 'nso'ortlspe], walardoor we de onaang.enam'e conseq'uenties Van die „beiginselen" inslikken en wegdoazelen'; en de eerbied • voor den peiisoon van Ds. V. izial wedigeren, hem aJs 'ni reöultalat van vriendelijke hiandiiglbeidjes te presenbeiereni wat, naar veler opvatting eener Synodale uitspralak, izijn onvervreemdbaar recht isi.

Ons Gerefowaeerde volk kan niet zoo maar in-. zien', dat een hoogleeraar, die één uur per week college geeft in de theologische faculteit in meer rechüstreeksche verbinding staat met de Gereformeerde Kerken dan ds. Vonkenberg. En de logica van het volk is dikwijls treffend. Het eLscht voor ds. Vonkenberg, die vooir de bede van Zondag 48 (b e wi a a r Uw kerk) zijn levenswerk geeft, hetzelfde recht op, dat het met groote dankbaarheid zulk een hoogleeraar tot op dezen dag^ heeft zien behouden.

En ik gwloot', dat iedere beslissing in anderen zin in de kerkelijke wereld een pijnlijk gev^oel zou wekkei).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's