GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het optreden van Ds. Wisse.

Op ’t oogenblili staan de kerkelijke bladen weer vol over Ds. Wissie. Natuurlijk kan ©en Persschouwer niet doen of hij dit niet merkt. Nu spreek ik den naam Wisse tegenwoordig hier met zekeren schroom' uit. Ik ben bang slapettude honden wakker te malcen. Het ging de laatsite ^veke|n vrij aardig met ingezonden stukken over zoO' goed ais uitsluitend contra Ds. Wisse. Men zag, dait het de redactie ernst is, waar zij verklaarde hiervoor geen ruimte te kunnen afstaan. Dat besluit — ik mag wel deze vriendelijke waarschuwing doen hoeren — blijft ook thans van kracht.. Ik wil niet tei^gkomten op het geval-Wissei, maar op den laster, die thans, naar de bladen melden, Ds. Wisse over onze kerken versprieidt. Ik haal hier aan het waardig© stuk van prof. Bouwman in „De Bazuin":

Ds. G. 'W'isBO gaat het land rond om op pawaardige wijze allerlei onware voorstellingea te riehipi) aan het adres van de Gerefo^rmeorde Kerken. In Groningen heeft hij op zulk een wijze gesproken, dat, naar somriiige leden der Kerk ons mededeelden, velen onljoerd waren over zooveel onware voorstellingen.

Volgens het verslag in de , , N. Prov. Gron. Courant" heeft hij daar uitgespiroken, dat de Gereformeerde Kerken leeren dat de kinderen reeds in den wieg wedergeboren zijn. Die ïedeneering is in de Gereformeerde Kerken: (jij zijt een gedoopte en dus een wedergeborene. De prediking in de Gereformeerae Kerken is, zoo zeid© hij, een mooie exegese, heiligmaking, en het slot is: als er nog iemand is, die jiiet wedergeboren is, wel, die moet d& .l nog worden. Als er Iemand is, die met z: gn ziel w^orstelt, och, dat is bij de Gereformeerde Kerken alles ziekelijk. JVIen zegt maar: geloott toch ia uwe wedergeboorte. Het is alles formaEsme, dat leidt tot farize'ismiei en fanatisme.

Wij hebben genoeg citaten uit dat verslag aangehaald.

Is hel niet 'droevig, dat een man, die zegit zoo teer voor God te staan, zooi lastert?

Zeker, wij weten wel, dat de Gereformeerde Kerken niel volmaakt zijn, dat er wel dorre predikers en doJïe leden zijn. Wij weten wel, dat er altoos geweest zijn, en dat er ook thans: wel zijn, die ru., ? ten , op liet uiterlijke.

DaT is in de Chr. Geref. Kelk ook hiet geval.

Maar dat Ds. 'Wdsse opzettelijk overal rondgaat om onware beschuldigingen te verbreiden, dat iS schandelijk.

Gelukkig dat zijn optreden niet dfl'Or alle Chr. Geref. predikanten en leden wolrdt goedgekeurd. Eeoige dagen geledenj spralcen wij met een der uitnemend'ste mannen uit de Chr. Geref. Kerk, die ons veEz-efcerde, dat zeer velen ini de Chr. Geref. Kerk do wijze van optreden van Ds. Wdsise ten zeerste afkeurden.

Een inzender verzocht o!ns de aandacht te v& Sr tigen op wat Ds. Jansen, legerprediljant t© Deventer tot Dr. van Baarsel sprak: „Er is lang tiielt zooveel verschil tusschen ons, als 't krantetngeschriji van sommigen wel zou doen vermoedein, . Er is veel meer, dat ons sam.enbinidt, dan dat ons verdeelt. Laten we^ toch meer gaan letten op wat ons vereenigt. Dat is ©en eisch des tijds.”

De Christelijke Gereformeerde Broeders schijnen alzoo over ons niet eenstemmig te denken. Misschien wordt die strijd in hun krinjg eerlang wel uitgeistreden.

Intusschen moeten volgetels het verelag der j, N, Prov. Gron. Ct." waarop' prof. Bouwman doelt„. door Ds. Wisse schrikkelijke dingen zijn geuit. Ds. Laman protesteert in hetzelfde blad:

Er komen echter twee .zinsneden irni voor, die mij diep getroffen hebben, waarover ik niet zwijgen kan.

Ik leeis ten eerste deze ontzettende uitdrukkinig: , , Ale spreker bier zioo stond te lieigen, dan was hij waard, diat God hem hier doodde”.

Ik noem dezo uitdrukking ontzettend, op zichzelf reeds, maar vooral in verband met de tweede uit-Ispraiak van Ds. 'Wisse: „Dat sprelter de vareenifejng in Leiden, heeft tot stand gebnarcht, is volkomen waiar, maar diat moeten allo predikanteni. in de Geref. Kerken, a; nders moieten zij gaani scheiden”.

Toen Ds. Wisse dit aeadei, M. d. R., het is verschrikkelijk om het te iZieggen, heeft hij inderdaad gelogen, en indiien God ham aan zijn lichtvaardig woord gehouden hiad, dan zoU hij den kansel niet levend hebben verlaten.

Ds. Laman herinne'ri; er dan aan, hoe Ds. Wiss© op zekeren Zondagmorgen in de kerk aan de Heerengracht met ©enig© ouide schrijvers op den kansel verscheen , en hoe hij' toien plechtig verklaarde, dalt God het hem' had laten zien, dail de ineetnsmelting moest plaats hebben.

Of dit oiok in een nachtelijk bezloek geschielddte'y lees ik er niet bij.

Maar is die uitspraak': „als spreker zoo stonidi te liegen wais hij' waard, dat God hem hier doodde", niet de taal van een kranken geest?

Ik wond gedurig versterkt in mij'n m^eening, dat we hier te doen hebben met eeïi psychopathologisclh geval.

Laten wij' m'eer voor Wiss© bidden, 'dan over hem spreken of schrijven.

Misleiding.

Wie thans over Ds. Wisse spreekt, denkt ook' dadelijk aan de leer der veronderstelde wedergebooite. Ook daarover wordt op het moment veel geschreven. Op alles de aandacht te vestigen gaat niet en zou ook jie moeite niet loonen. Maar we mogen het .piet over onzen kant laten gaan, dat onze kerken van, velerlei zijden in een verkeerd daglicht worden gesteld. Zoo vond ik in de 'Vragenbus van „De GerefoTmeerde Kerk”:

Antwoord. Met die leer van de „onderstelde wedergeboorte" wordt dit bedoeld, dat de aan-Ihanigers dier leer de kleine kinderen der gemeente doopen, op grond van de onderstelling, dat die kinderen zijn wedergeboren.

Deze leer was votetrekt niet nieuw, maar veel-. eer oud!

Wel kan men zeggen:

Ten eerst.©, dat die leer onder de Gereforimeerden in Wederland, .zoiowel in als buiten de Hervormde Kerk, nagenoeg in onbruik was geraakt.

En ten tweede, dat die leer door Dr. Kuyper niet allee.n weef is opgedolveni, maar door vele van izijn aanhangers weer .zoo ver is gedreven, 'dat het bijkans ee'n uitgemaakte .z.aak scheen, dat allen, die maar in de Gereformeerde Kerken Wia.r'en gedoopt, oiO'k waren wedergeboren, daarop gemst bonden .zij.n en van hun zaligheid verzekerd.

Dat nu werd, al was 't do'or Dr. K. misschien .zoo niet bedoeld, een gevaarlijk werk.

Bijbel e.n Catechismus leeren ons, dat wij i n Christus alles hebben wat wij ter .zaligheid behiosven; óók onze wedergeboiorte. Dat maant.om ons .zelf gedurig tgi onder.zoeken of wij waarlijk

in Christus izijn. „Die den ZJO-OD. heeft, heeft het 1 eren".

Maar irn werd 't weer bij velen eeni rusten niet in Christus, maar in h'un eigen wedergeboorte. En dan nog ip; een bloot on d er; s te ld© wedeifg e boor te, waarvan vaak geen blijk aanwezig was. Bedriegelijke grond van hope!

Dat nu heeft bij de Chiistelijk-Gerefomieerdem veraet gevonden. Eigenlijfc is hun kerk uit reactie tegen di, e leer in het leven geroepen.

En Ds. Wisse sloot , zich daar nu bij aan, door izijn sympathie daartoe gedreven.

Zóó .antwo'Ordd© Ds. Lingbeelk'.

Voor erJcöle jaren deed eeta üamJe aaa Dr. Gunning, iden hooiMredacteur van „Pniël" een vraag, di© hem niet zinde. Hij , advis: erde haar:3, juffrouw, ga naar Ds. Lingbeelc, die man weeï alles: oe het stond met tde ribben vam Adam" enz.

Ik citeer vriji.

Maar naar den mhoud nauwkeurig.

Ds. Lingbeek maakt van zijn Vragenbus veel werk. Maar waar haalt hij' den tijd vandaan bm' van al die vralgeai de njoodige studie te maken? Dat de stadie er weleens bij inscJiiet, toon't het bovenstaande.

Er staan-zülkb onjuistheden, en onbewezen stellingen in„ dat 'hij! op dit punt zijji leziers misleidt in plaats van voorlicht.

Kan hij het waarmaken, dat „door velen van zijn (n.l. Kluypers) aanhangers zoover is gedreven, dat het thans een uibgemaalcte zaak scheen, flat allen, die maar in de Gereformeerde Kerketi waren gedoopt, ook waren wedergeboren”?

Hij zou ons ©en dienst bewijben, indien hij (het behoeft niet eens. vele te zijti, maar) eenige van die aanhangers koto, noemen. Ze zullen dat toch ook wel in geschrift geuit hebben!

Daartegenover kan ik Ds. Lingbeek' verzekeren, dat geen enkel predikant onzer kerken op den kansel d.e stelling, die hij' de „vele aanhangers" in de schoenen schuift, verkondigt en indien iemand het zou wagen, zou hij' onmiddellijk kerkelijk behandeld worden.

Hoe durft Dis. L'. het zoo Idakkeloos neerschrijven, dat dit „misschien" niet zooi door Dr. K. is bedoeld? Ware het niet beter Kuypers werken te bestudeeren? Dian zou hij dat „miasohiön" aanstonds intrekken.

Eindelijk is het , een historische onjuistheid, dat de Chr. 'Ger. Kierk eigenlijk uit reaotie tegen Üe leer der veronderistelide wedergeboorye in het leven is geroepen. Ds. Li gelieve ken|nis te nemten van de literatuur uit die dagen.

Ik denk er natuurlijk gee!n oogenblik aan, dat Ds. L'. met opzet misleidt.

Ik schrijf hot alleen toe aan gebrek aaJn tijd om zich in de vragen, weffie hij bespreekt, grondig in te werken.

Omgang met geesten.

Met meer igienoiagen lees ik d© BtukkeÜ van Ds. Bakker in hetzelfde blad. Hij bewijst telkens weer een keirner van onzen tijd te zijii. Thans waarschuwde hij' tegen het spiritisnie. En dat is' ttxoodig. Bracht kort geleden ide groote dagbladpers het bericht, dat 'cr '©en golf vaa spiritisme gaat O'ver Engeland eïi in het bijzonder over Londen, dezer dage-n werd hetzelfd© gemielid aangaatildb B'erlijn. Verwo'nderen Ikata 'dat niet. De O'orlog sneed nauwö banden op het ruwst door. Ein gij' kunt het u ZO'O voorstellen, hoe het maitte oog' moet beginnen te tinte'len, wanneer iemand beloo'ft den treurende in betreldkitnig te kunnen brengen met den betreurden d'O'Ode. in ons land is uiteraard' het spiritis'tisch ge'vaar niet zoo groot als in de landen, die oorlog voerden. Toch zijn wiji er hier niet telgen beveiligd. Ds. Bakker verhaalt:

Ik kwam onlangs bij een meisje, gevoelig en izaclit, wier moeder voor enkele maande'ti; O'verleed; en wij mogen getooven, dat izij naar den hemel ging. Nog altijd was het verlies haar zeer pijnlijk. Wel was het 'haar een trO'Ostrijke gedachte, dat .zij het beste van haar mo'eder geloo'Ven mocht. Maar to'Ch zij .zo.n zoo giraag nog eens melt haar lieve mO'eder spreken. En toen kwam het hoo'ge woo.rd eruit. Zij' was in aantiaking geweest m.et spiritisten. Die hadde.n haar geziegd, dat oo'nitact tusschen haar en hiare mo.e'der heelemiaal niet ondenkbaar was.. Zij moest maar komen. Zij .zo'Uden don geest vani hare mo^eder wel met haar in aanraking brengen.

Och arme! Op die wijze zo'ckt onze tijd zekerheid en troost en tracht hij z.e aan] anderein] te brengen.

En hij gaat voort:

En nu laten die-arme tO'bb'e'rs., die nog graagi eens iets van vader of m'oeder , z, oaden hooren, look nadat zij gestorven zijn^ zich bij den neus nemen door een , z.enuwachtig spiritistentroepje O'f door een onrustigen kwelgeest, die zich (.zoo goed als het gebeurde in de woning van de tioovenaresi van Endor) uitgeeft voo-r den geest van een dierbaren afgestorvene. Immers een hoogstaand man als Frederik van Eeden, z.elf een O'vertaigd spiritist, waarschuwde indertijd toen ik heim spreken boorde ove-r Het lev.en na den d'O'od tegen het bedrog van l6Uge.ngeesten, waarvoor men in de geestenwereld telkens weer komt te staan. En Felis Ortt, niet minder spiritist, waarschuwt aan het eind van ©en geschrift O'Ver het spiritisme: „De praktische beO'e.fening van spiritistisch önderiZioek stelt aan ernstige gevaren bloot en is alleen bij groote voo-rzichtigheid aan diegenen aan te raden die de stellige bewiustheid hebben er toe geroepen te zijn”.

Al geloof ik voor mij, dat men het spiritismje niet zoo dadelijk uit de inwerkiln'g van daemoneti moet verklaren, zoo is, zulk een waaTsohuwin'g toch zeer van pas.

Het geval-Veltenaar.

Maar om' nu tot het veelbesproken© terug keeren. te

Ik geef hier enkele oordeelvellingeïL over geval-Veltenaar. het

„De Heraut" (prof. H. H. Kjuyper):

Aangezien Dr. Veltenaar, die ia een zeer overspannen .Zienuwtoestand verkeert en absolute rust noodiig hee-ft, alle verdere inliclitingen weigerde, blijft al wat men verder in de pers. over dit geval meedeelde, evenals de beschouwingen, die men eraan vastknoopte, meer een vermoeden en gissen, dan dat men op zekere gögevens kan afgaan.

„De Heraut" , (Dr. de Moor):

Dr. Veltenaar wenscht Hervormd t© worden, wat niet kan verbazen. Het is alleen jammer, dat hij het niet eerder deed.

„De Bazuin" (prof. Bouwman):

Door de classis Amersfoort over den inhoud dezer brochure onderhouden, belo'ofde Dir. Veltenaar zich voor het vervolg van-zulke verkeerde, stellingen te zullen onthouden.

Sinds werd in het publiek niiet meer door Dir. Veltenaar gesproken. Maar uit sommig© uitlatingen, welke hij deed in particuliere gesprekken e'tt op da catechisatieSi werd duidelijk, dat hij volstrekt niet Gereform'eerd voelde. Bo'vendien veiricMte hij: zijn ambtelijk werk niet op zulk eene wijze, dat hij de liefde en de goedkeuring der gemeente kon verwerven. Om die reden kwam er' eene gespannen verhouü-ng, heitgeen tenslotte tengevolge had, dat Dr. Veltenaar vrijwillig den band met Veenendaal's Kerk ve-rbrat.

Dinsdag 22 Febr. ontving de kerkeraad ©en schriji-. ven van den predikant, meldende, dat hij .zijn ambt als predikant bij de Gereformeerde Kerjï van Veenendaal nederleigde, terwijl Zaterdag het bericht inkwam van Dr. Veltenaar, dat hij opgehouden had lid van de Geref. Kerk te zijn.

Op Zondag 27 Febr. werd in de Herv. Gemeente van Veene-ndaal bekend gemaakt, dat Dr. Veltenaar zich bij deze gem-eente 'had aangesloten.

Ofschoon de oo'i; z.aak van het heengaan van Dr. Veltenaar zoer t© 'betreuren is, is het toch goed, 'dat hij, die .zich niet meer met de GereformeeMe leer bon vereenigen, is heengegaan. Voor de Gereformeerde Kerken is zijn heengaan geen verlies. Wij hebben behoefte aan predikanten, die met beide voeten staan op den bo-dem van Schrift ©n Belijd de-nis, en die m-et de volle warme liefde des levens Christus en Zijne gem-eente wensohen te dienen.

D© „Groninger Eerkbode" (Ds. Mi-edema):

Nadere motie-ve-n zijn niet bekend gemaakt.

T'och schijnt er wel eenig verband te zijn tusschen de •eigenaardige wijze van optreden van Dr. Velte-naar met zijn brochures over Schriftcritiek en over de kerkelijke actie van Scheiding en Doleantie en dit ontslag nemen. Want wel is de eerste brochure door heim zelf verloochend, maar van de kerkelijke beschouwingen is hij-, .zoover wij weten, nooit teruggekomen.

Dé „Geref. Kie-rkb." voor Rotterdata {Ds. Landwehr):

Veltenaar is altoos meer litterator dan theoloog geweest.

Dat hij - zich in zijn theologische wape-nrustinlg niet thuis gevoelde en een gevoel had als David, t-oen hij do wapenrusting van Saul aangedaan had, is te verstaan. En dat in Veen-endaal dit bij.z-onder aan het licht moest treden, is voor iemand, die de kerkelijke atlas van Nederland eenigszins kent, niet te ve-rwonderen.

Het Joodsche probleem.

Het g-eval-Veltenaar zal niet die beroering verwekken, 'die soortgelijk© ve-rschijns-elen van vroeger wel te zien gaven. Ook zou het niet goed zijn daaraan t© v©el denkkracht t© bes-teide!n. Liever zoefce men naar oorzaken en trachte te voorkomen. Intusscben moigen we het oor niet sluiten voor vragen, welke onze tijd stelt. Daartoe behoort oo'k het Joodsch-e probleem-. In ©en onzer vorige nummers wees ik' reieds op ©en-aïtikel hierover, dat in d© „Geref. 'Kierkb." voor VGravenhage yan 'de ha^nd van otoz-e-n _„Jod-enidomin-ee" verscheen. Van b©lang is ook het vervolgartifcel:

Uit ’t Oude Te; stame-nt, .zo-o hebben wij, aan de hand van verschillende profeten gezien, kunnen wij niet leze-n de belofte van een herstel van het aardsche Jeraz.alem, als geestelijk middelp'unt van Israël e-n Ju-da, van 't vleeischlijk Israël, van 't volk der Joden in national-en zin.

Maar, zoo is wellicht de gedachte bij sommigen onzer lezers opgekom-en, als onze Heere Jezus Christus zegt, in Zijn profetische rede in 't Lucas-Evan-'gelie (Lucas 21:24): En Jemzalein zal van de Heidenen ve-rtr-ed-en worden, totdat do tijden der Heidenen vervuld .zullen .zijn", beteekent dat dan niet, dat er eens een einde aan de vertredingi van Je.ruzalem door de vo-lken zal bomen, en de Joden zelf weer Jeruzalem zullen bezitten?

Wij zouden op deze vraag w©er niet toestemmend diirveïa antwoorden.

Wij ge-Iooven, dat er na de , - , vö.lheid der Heidenen" geen peri-od© meer komt, waarin dit gewone aardeleven doorgaat.

Wij gel-oovcn, dat, als d© vo-lheid der Heidenen daar is, Christus wederkomt.

Dan is 't getal der veirkoreneni venruld! De verkorenen, niet maar uit de Heideneni, maar óók uit de Joden!

Wij leiden dit at uit Ro.m. 11:25 en 26.

Daar lezen wij aldus: „Want ik wil nieit, bro-eders! dat u deze .verborgenheid onbekend zij-(opdat gijl niet wijs zijt bij uzelve-n), dat de verharding voor - een deel over Israël gekomen-is, totdat de volheid der Heidenen zal ingegaan zijn; en alzoa zal geheel Israël zalig worden. G©lijk geschreven is: „De Verlosser , zal uit Zion kom-en en zal de goddeloosheden afwende-n van Jakob".

Uit deze woorden blijkt 't, dat alle tijden door 'n gedeelte van Israël niet verhard is.

Dit niet verharde deel wordt toegebracht.

Door die toebrenging wo-rdt allengs de volheid van Israël naderbij gehracht, geheel Israël, d.w.iz. 't geheel der verkorenen Israels, zalig gemaakt.

Er staat toch niet, zooals, naar miji zoo dikwerf reeds gebleken is, velen meenen: „en daarnja (d.i. nadat de volheid der Heidenen is ingegaan) zal geheel Israël .zalig worden", doch: „en alzóó (d.w.z. doordat het niet-verharde deel van Is-raël Christus omhelst) - zal geheel Israël zalig worden".

Maar dit woord van Pauluis geeft ons nu ook aanleiding tot de overtuiging, ©ene o-vertuiging, die versterkt wordt door andere verzen van Ro-meinen 11, dat de verl-ost-en uit Israël in 't - geheel der verkorenen ©ene bijzondere plaats, zullen innemen.

Het harm-onisch geheel van de verkoren menschheid zal daardoor wel niet gestoord worden.

Neen, ’t geheel der verl-oisten zal ini zijne harmonische schoonheid juist verhooigd worden, doordat het verloste Israël daarin een eig-e-n, vaiBi God gegeven, plaats inneemt.

Dat wijst op de bijzondere b-eteekenis vanl Israël voor 's Heeren berk.

Op de bijzondere beteekenis derhalve voor de Zending onder de Joden.

Paulus zegt 't ons in Romeinen 11:15 met het o-og op de Joden .zoo duidelijk: Indien hunne verwerping de verzo-ening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de dooden? "

Van de toebrenging van Joden z.al alzoo rijke, vernieuwende kracht op 'd© gansohe Kerk des Heeren uitgaan.

Dat heeft God Zelf beloofd!

Daarom heeft he-t bev-el: „Bidt om den vrede van Jeruzalem!" wel degelijk bijz-ondere beteekenis met 't oog op de Joden.

Zij beduidt in hare NieUw-Testamentische vertolking eene krachtige aansporing, om de Joden niet te vergeten, o-m de Jodenzending niet te verwaarl'Oiozen, maar haair eene eereplaats te geven in het gebed.

De belofte: „Wel moeten zij varen, die U beminnen", .zij belooft aan de kerk, die al hare krachten inspant ook in den arbeid der Jodenzending, rijke welvaart, - toenem-enden zegen Gods.

Hoe wij dan tegenover het Zio-nisme staan, dat in onze dagen almeer aanhangers onder de Joden vindt en .zo-o veel van zich doet spreken?

Of wij er niet iets schoons in zien?

O, zeber, als er orthodoxe, geestdriftige Joden .zijn, die, bezield van heilig vuur, naar 't land der vaderen gaan dan do-et ons dat goed.

Zoo werden we meermalen aangenaam getroffen door de liede'ren van den bekenden Joo-dschen dichter, den Zionist Mr. Jacob Israël de Haan, die zelf ook naar Palestina is wegge-redsd.

Verschillende .zijner gedichten zijn roerend door het heimweie-verlangen naar Palestina, dat eruit spreekt.

Echter, van de Zionistische beweging, .zooals die .zich thans ontwikkelt, hebbe-n wij nog niet veel ve-rwachting.

De brieven uit Palestina, die de heer De Haan telkens schrijft in een der groote Nederlandsche dagbladen (, , Het Algemeen Handelsblad"), doen ook we-l .zijn teleurstelling doorschemeren, die hij in Palestina ondervindt.

Dezer dagen lazen wij ook nog ander© brieven uit Jeruzalem, die wijzen o-p toenemende moeilijkheden voor d© Joden in Palestina, tengevolge van het geweldig-e geestesonderscheid, de ver uiteen-I-O'Opende richtingen op politiek, en bovenal op geestelijk gebied, onder de Joden.

De orthodoxen .zijn daar in Palestina zéér ver in de minderheid, vormen er ©en schier verdwijr n-e-n-d klein deel van 't geheele volk.

Ook is er in politiek op-zioht groote moeilijkheid voor d© Zionisten verbo'ndien aan bet feit, dat tegenwoordig nog verreweg de meerderheid der bewoners van Palestina gevormd wordt door da Arabieren.

Deze Mohammedaansch© b©woners kunnen om Joden niet uitgew-ezen worden. En dat zij den Joden niet al te best gezind zijn kan wel hieruit blijken, - dat in den Paaschtijd van dit jaar, van 't jaar 1920 na Christus' - geboorte, b-ij Jeruzalem Joodsch bloed vergoten isi tengevolge van door de Mohammedanen tegen de Joden verwekte opstootjes.

Nu is het evenwel niet onmo'gelijk, dat er allengs, ook al wordt Palestina niet gansch Joodsch, al blijft de vreemd-o opperheerschappij, die nu, al heeft de Engelsch-e reg'eering eenen 'J-oodschen hoogen commissaris. Sir Hubert Sam-uël, in Jeruzalem aangesteld, nog gansch en al bewaard is, ook in de toekomst bestendigd, 't is niet onmogelijk, dat er toch allengs vele Joden naar Palestina gaan.

De wegen der Goddelijke voorzienigheid zijn vaak wonderbaar.

’t Zou niet ondenkbaar , zijn, dat Jeruz€il-em dan 'n belangrijk centrum van Jo-denz-ending o-nder d© Joden in Palestina werd in Palestina, dat bij de huidig© volkerrecht-elijke constellatie wel vrijheid van go-dsdienst .zou mo-eten toestaan.

Maar .... wij moeten afwachten, hoe d© Heere dit alles zal schikken.

En intusschen moeten wij hie-raan vasthouden, en dit den Jodani voorhouden, steeds weer, dat het aardsch© Palestina ver achter staat bij het hemel-

sche Kanaan dat Jozluai, Mozes' opviolger, Israël wel in Kanaan, maar niet in 't land der rust heeft gebracht, doch dat Jezus Christus, d© ware Jozua, Zijn - volk uit het diensthuis der zonde heeft verlost, en het binneaileidt in het ware Kanaan der eeuwige rust bij God!

Niet op 't aardsclie, mgar op 't hemelsche Jemizalem zij onze aandacht geyestigd, op dat nieuwe Jeruizalem, waar geen tempel is, want de Heere, de almachtige God is haar tempel en het Lam (Openb. 21:22).

Het Lam, dat geslacht is, door de Joden, doch ook: voor de Joden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1921

De Reformatie | 8 Pagina's