GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De vrijheid der vrije school.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrijheid der vrije school.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vrije school is gebohden aan de vier kringen van hot gezin, 3e onderwijzers, de kerk e'n de overheid. Al deze vier banden kii'nnen 3o vrijheid van ons Christelijk onderwijs drukke'n, wal in 't kort is aangetoond ten opzichte van üe drie eerste leringen. Ons rest hog de bespreking van den drak, die uitgeoefo'na kan worden door den staat.

IV.

De geschiedenis van otis christelij'k onderwijs heeft ons geleerd, dat de .scherpste aanranding

van de vrijheid der vrrjie scihool te lUuchben is van de zijde der oiverbeiid. Aan dezen fcaïit todh' zijn wij het meest onbeschut. Onze oostelijkie grenzen, (we gaven immers de overheid een plaats in het Oosten), liggen open en bloo-t, want de' staat beschikt over de financiën en oveü feen sterken a: rm. Hem staan alle middelen ten dienste', om, waruneer hij het wil, ons .bet leven moeilijk: .te maikein'. Tegenover een iiegeering-, die ons vij: andig is, vermogen wij heel w^einig; , en we dieïien er dan ooik' nu reeds op bedacht te zijn, dat, wanneer het radicalisme en de revolutionaire elementen eens de macht in handen modhien fcrijgen, wiji voor onze vrijheid een sitrijd zullen moeten voeren, feller jd, an ooit geworsteld is.

Waarin bestaat nu die vrijheidsbemoeilijkinig door de overheid?

Hierin, dat zij wetten g; aa, t mafen en regelen stellen, die het wezen van ons christelijfc pnderwijs aanranden, en ons voorwaarden opdringt, die met onze bewegingsvrijheid in' strijd zijn. Dit geschiedt, wanneer zij het oiiiderreciht aantast. Pjt giebeurt oo!k, wanneer zij' het beginsel terrein (betreedt. Dit vindt evenzeer plaats, inidien aan (de religieuse len pjaiedagogisiöhe vrijheid hinderpalen in • - den weg wiordeïi gelegd, en... (ik| maiak iiu ineens een spïobg), ^aat de nieuwe schoolwet aan dit euvel mank ?

Doet zij inderdaad aan O'ttze vrijheid' tekort?

Maalst de pacificatie zich schuldig: aan te groote overheidsbemoeiing ?

Wanneer ik op 'die 'vraag^ eeln antwoord geef, wil ik vooropstellen, dat in (de eerstel plaats de oogeïi geopend moetep wezen voor het goede, hetwelk' ons in de nieuwe regeling .geschonken is. Er is financiëele igelij'kistelling verkregen. We izajjn uit het oude diensthuiis uitgeleid. We Idmnfe'n overal scholen gaan biouwen. Onze onderwijziersgefeinnen zijn in de ruimte gestield, eti de dankstoin'd, , die op'. 30 September van hel vorige' jaar in .Utrechts Dom-Kerk is' gehouden, was waarlijk geen ijdele ver^ toöning', of convenlioneel applaus, doch vertoLkfce oprecht de dankbaarheid, die in ons christenvolk leeft, voor de ziegeningen, welke van den Heere Zelf ons gegeven zijn.

Maar. dit alles' neemt onze. biezwaren niet weg. Ais we onzen blik' wijd opendoen voor het licht, zien we de schaduwen niet voorbij> en we zouden onoprecht zijn, walmeer wij beweerden, dat jaan de wet-de Visser elke schaduwzijde ontbreekt. Neen, er zij'U heele donkere plekkeii. De bevrediging heeft van de vrije school een offer! geëischt, dat niet onderschat mag woriden, len we zijn' gebonden inet banden, die olns' in tal van' moeilijkheid brenglen kunnein. En nu is' het volkomien waar: wij moeten nuchteren zijn. Wij mogen niet voor Enakskinderen aanzien, wat schepselen zijn van gewone afmetingen. De bezwaren mogen niet worden opgeblazen, doch bij allen , nucih'Leren zin en Icalme overweging is er tO'oh overvloedig plaats voor critiek, en is de oprekking, , om' wakende te zijn verre van overbodig.

Laat ik opi een drietal piunteni de' aandacht vestigen.

Ik denk eerst aan, de artikelen 72 e.v., waarin gehandeld woridt over den bouw der scholen, en waarbij de besturen in nauwe aanraking. kom'cn met Ide gemeentelijke overheid. En; , .. deze |gemeentebestui^en krijgen heel wat te zeggen. Allerlei voorwaarden kunnen gestield worden. Tegen Ide Ideuze van het terrein en het pntworpen bestek kan men bezwaar maken. De bouw kan in de oogen der magisitraten te duur wezen'. Voor tal van aanmeikingein is de weg gebaand, en zeker, ik! stem toie: Idre dingen zijn bij den tegenwoordi'gen toestand on'vermijidelijk. W'anneer de overheid de gebioawen bekos.tigt, moeten we ons allerlei bepericlende bepalingen getroosten. Hiervan kan ook de wet als zoodanig geen verwijt treffen, maar zij is er toch oorzaakl van, dat verschillende wrijvingspuniLen ^ntstaan, en conflicten mogelijk' worden, die wei vroeger niet kenden.

Slecht-gezinde giemeentebesturen kunnen onze besturen in 't nauw brengen.

Wanneer wij te doen krijgen niet burgemeesbeirs en wethouders, die nog van den oujdlen geest bezield zijn, (en die oudie gelest is op lange na niet nitges'torven), zlai bet scholenbouWen zeker niet zoo vlot en voorspioddig gaan, als menigeen droomt, en onze school boet da^door veel van haar vrij^ beid in. En als' ge u die gebondenh'eid' indenkiL, . trilt in uw hart de weemöedigej herinnering van dien anderen, wel mioeilijk'en, maar toch schoonen tijd, toen de gebouwen verrezen uit eigen midr delen, en armien en eenvoudigen hun penningske offerden voor de vrije school möt den Bijbel.

Die gebouwen staan allerwege als monumenten van liefde en toewijding.

In die schojfien .spreekt een historie van opoffering len sitrijd, len ja, die nieuwe giebouwen mogen architectonisch en aestlhetisch len technisch verre en verre de ouide overtreffen, wajnt de staatskas IS royaal, maar het is zoo veiklaarbaar, *iat velen, die het eerste! huis gezien (hebbien, /weenen met feider stem bij den bouw van den nieuwen tempel.

Er is echter meer dan de gebouwen.

De nieuwe schoolwet; begjeeft zich ook op' beginselterrein, len 4k denk hie-rbij in ide eerste plaats aan wat art. 89 en , 90 [zeggen over de goedkeuring van het leerplan. Dat leerplan, moet n.l. voor elke school het aantal uren aanprijzen, dat besteed zal worden aan 'elk vak afzoniderlijk, alstaede het aantal leerjaren voor elk vak en de verdeelirug der leei'S'tof over de verschillende leerjaren, opdat een vol'doend en regelmatig voor tschrijdend onderwijs in die leervakken wordt verkregen.

Dit laatste staat ter beoiordeeling van flen inspecteur.

Indien deze van meening is, dat het leerplan niet voldoet aan de wettelijke vereischten, en het schoolbestuur weigert het te wijzigen, kan hij den onderwijsraaJd, verzoeken dit uit te maken, en hierin schuilt een bron van moeilijkheden. Wat is een voldoend en regelmatig voorLsohrijdend onderwijs? Wie geeft hiervoor den maatstaf aan? Kun'nen hierdoor de ridhtingsvakken als Bijbelsdhe Gresohiedenis niet in 'j; gedrang' komen? Opent zulk een bepaling niet den weg voor tal van botsingen tusschen inspecteur en besturen, en, al is • de eindbeslissing, aaiii den. onderwijsraad, zij'n niet de besturen te beklaglen, die te doen krirj'gen met een ioezic'ht, dat eigen mietening doorzetten én izijta macht wil laten gelden?

Bovendien.. < de overheid heeft zicjh op deze wijze niet met het leerplan te bemoeien. Dat is een interne aangelegenheid der school. Dit raakt de paedagogische vrijheid. De staat kan alleen constateeren, dat het leerplan niet de algemeene bepalingen niet in strijd isi, en voorts zette' hiji zijn ' voet niet op een terrein, waarop' hij niet 'thuishoort^ en waarover zijn sciepter niet reikt. Ik noem nog pen tweede punt.

In de wet is ook bepaaid dat er ongeveer vijf en twintig uur les mag gegeven worden, waarvan twee len twintig uur moeten besteed aan de vakken a tot k. Er blijft du^ slechts twee en ee'U half uur over voor de vakken, 'die verband houden niet het christelijk' karakter der school, als Bijbelsche Geschiedenis etc, en die tijdsbeperking is niet zonder bedenlriing. Msschiien zal deze en gene zeggen, dat die twee en feen half uur , taieer dam voidoendie is, doch de wrong zit lergens .anders. In deze be-P'aling schuilt dit euvel, dat de o-verheid bepaalt, hoe lang op onze scholen de ^.specifiefc-chrisfcelijke vakken zullen .onderwezen wonden, en dit schijnt mij fataal. Hierin heeft de staat ^weer zijn grenzen overschreden. Hierin zie ik' ©en groot gevaar, want als de eene minister mag zeggen: twee len een half uur, heeift een .ander hét reclht dien tijd noig .m'celr in te korten^ en wanneer de regeering overg'aat aan niet-bevriende personen, wat dan?

Hoeveel uren worden ons fen gelaten?

Docih er zijn nog ernstiger bezwaren.

Artikel. 106 luidt aldus: „In gem'eenteh, jdie niet eene of meer overeenkomstige (i) Ope-nbare scholen in stand houden, mag de itoegang lot eene bijzondere, waarvan de kosten van instandhouiding volgens de artikelen 97 toit en met 104 uit de openbare kasseni worden vergoed, tenzij de school uitsluitend voor interu'e leerlingen bestemd is, aan geen leerling geweigerd worden op gtonld van goidisr dienstige gezindheid.

Ingeval tot een bijzondere school, als bedoeld in het eerste lid, leerlingen van andere godsidiensitige gezindheden zijn toegelaten dan voor wie kraoh'tens de statuten .de school wo'rdt in stand gehouden, zijn zij! van de verplichting tot het volgen Van'godB!dienstonderwij s vrijgesteld”.

Deze bepaling schijnt heel mOoi.

Wanneer b.v. een protestant midden in iLim"burg woont, en 'hij' voor zijn kinderen geen andere keuze heeft dan de roomscihe school, behoeven zijn kinderen het roomsche godsdiienstonderwijls niet bij! te wonen, en... de protestantsche conscientié schijint te zijn gé^nistgesteld.

Maar 't is niet meer dan schijn.

Want bestaat het „christelijke" van onzie scholen alleen hierin, dat enkfele uren oinderwijs gegeven wordt .i'n de Bijbelsche Geschiedenis? ' Is een school roomsch, enkel en alleen, omdat de roomsche catechismus gedoceerd wordt? Zoo ja, dan ziet het er met del .öhristelijkb scholen treurig uit, en dan zijn ze niets! and-ers dan staatsscholen met 'n enklei uur godsdienstonderwijs. En dat is de christelijke school niet. Heel het onderwijs mo'ct christelijk wezen. Bij' elk vak moet uitkomen, dat wij' de dingen bezien in het licht van Gods openbaring. Nooit mag de schoolopvoedinig buiten 's Heeren Woord omgaan. Het levensbeginsel en 'de overtuiging des harten moet al den arbeid van den onderwijzer beheerschen, en wanneer b.v. op een roomsche school leen protestantsch' .kind het godsdienstonderwijs niiet behoeft bij te wonen, omdat dit roomscih is, laat het dan b.v. ook' vrijgesteld worden van 'het onderwijs in 'de vaderlandsche geschiedfenis en van de taal, want ook daarin kan het roomsche standpunt niet verborgen blijven.

Daarom is dit artikel zoo gevaarlijk.

Het 'draagt het neutraliteitsbeginsel 'de s.choiol, weer in.

Het zoekt te voorkomen, dat niet-chi'istelijke kinderen zich op' onze scholen zullen ergeren, maar v/aarom hun dan geen idispensatiei gegeven van het bijwonen van het geb'eid, of pijet onderricht in de historie', of Ide zanglessen, en waarom dan ten slotte niet ons den dwangi opgelegd o^m' tegenover zulke kinderen te zwijgen van ons belijden?

Laat men nu niet zeggen, dat deze gevallen zeldzaam zullen zijn.

Ik liet m'ct O'pzet het woord overeenkomstig gespiatiëerd drukken, omdat juist die bepaling bet zeldzamie ongedaan maakt, want als er in een gemeente b.v. slechts 'een Hi.u.l.o.-S'chool, in casu een christelijke is, moei aan andersdenkenide ouders, die voor hun kinderen di-t onderwijs begeeren, dezö oonoessie reeds geldaan worden. En mij' kwam' ter oore, dat er .reeds een school is, waarop 'n'twintigtal van zulke kinderen gaan, |die van het godsdienstO'nderwijs zij'n vrijgesteld.

Wordt op! dezie wijze de goede gang van het schoolleven niet gescïiaad?

Ondervindt het onderwijs van ? ulké „vrijgestelden" geen nadeel? Ik geloof het wel, en wat veel ergier is, door deze facultatief stelling is onze vrijheid 'en de souvereiniljeit in eigen kring afb'ceuk g'edaan, - en heeft de overheid ingegrepen in )dje innerlijke levenssfeer der vrije school. Ziji heeft den eersten stap gezet op een weg, dje het christelijk onderwijis in ongedachte gevaren en moeiten voeren kan, en wat zal van dien weg: het einde zijn? Tot welke .concessies zullen - wij' straks gedwongen worden?

Eien volgen'de maal hoop ik hierop nog even terug te konnen.


¹) Ik spatiëer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

De vrijheid der vrije school.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1921

De Reformatie | 8 Pagina's