GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-8CH0ÜW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-8CH0ÜW.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

P. S.

Het z-al zeker wel een unicum zijn, dat men begint met een poist-scripllum. Ditmaal acht ik het echter geoorloofd. Want wat ik hier mededeel, betreft de vo-rige persschouw. Ik onderstel, dat de zetter bij-het in elkander 'ziö!; Len van het blad juist de ruimte van een stukske persscho-uw te veel had en het - er daarom uitliet. En hoe-Walcfc'er men overigens o-ok ter drukke-rij is, men .m-erkte blijkbaar niet, dat daardoor het verband scihade leed. Nu kreeg het den schijn, alsof Dr Sizoo op' den Theologischeh Schooldag heeft gesproken. Maar uitgeschakeld was juist iets, wat ik o-ver het referaat van Prof. Gro-sheide p-p de Wetenschappelijke samenkomst van de Vrije Universiteit - had gezegd. Daf van Prof. Grosheide was het eerste, - dat van DT Sizoo' het t.vveede referaat. Hier is dan het verlo-ren stuk.

De Zoon des Mens oh en.

Morgen (ik schrijf dit op Dinsdag) z-al de Wetenschappelij'ke Samenkomst van de Vrije Universiteit worden gehouden. Maar door den voortreff-elij-ken maatregel o-m de referaten in drulc te geven, ligt wat daar besproken zal wo-rden reeds voor mij.

Daar is allereerst het referaat van Prof.' Grosheide over de uitdrukking, welke in het Nieuwe Testament zoo dikwijls voorkomt „Zoon des.Mensohen". Die heeft, voo-ral onder theolo-gen van andere richting, toit velerlei o-nderstellingen aanleiding gegeven. Jammer, dat Prof. Gro-sheide niet zooveel ruimte tot zijn beschikking had, dat hij een overzicht van die gevo-elens ko-n geven. En jammer vooral, dat hij om dezelfde reden een literatuuropgave achterwege moest laten. Ik weet h-et wel, sommigen zien in zulk een opgave niets dan een uitstalling van geleerdheid. Maar daarmee kan ik het niet eens z'ijn. Het vergemal^ikelijkt iemand, die na den schrijver het onderwerp wil behandelen, de bestudeering daarvan zeer. En voor den schrijver zelf is het betrekkelijk een kleine

moeite. Ook stelt hij ziGh. daarmee onder wetensdiappielijke ooïiti'öle. Men kan liem op elk be-, langrijk punt narekenen.

Dan, gtelijk gezegd, dat de literatuuropgave hier wegviel, had een ander motief.

Zooals men dat van Pi-of. «Grosheide gewoon is, wordt dit onderwerp op; de meest vlotte wijze behandeld, zonder dat het wetensQhappjelijk gehalte erdoor daalt.

Terecht merkt hij op, dat over de uitdrukking „Zoon des Menschen" gewoonlijk wordt heengepjeekt.

Men doiet alsof er Jezus of eenige andere naam van onzen Heiland stond.

Prol. ifirosheide da)n vat het resultaat van zijn ondeTzoek aan het eind van zijn referaat, aldus saam:

We gielooven thans ons resultaat te mogen opmaken. „Zioon des Menschen" van JaziUiSi gebruikt, .zegt alleen, diat Hij mensch wias uit een mensch geboren, den menschen gelijk. Er ligt niets Mesisiaansoh in, de üitdruljking ^eteekent niet veel anders dan mensch. Wanneer Jezus daar echter het lidwoord bij plaatst en zich .zoo-menigmaal in den derden persoon izoo' noemt, openbaart Hij zich ats een bepaaJden mensohenzoon en wel als dien bedoeld in Dan. 7:13. Daar de naam meestal als subject staat gevolgd door een praedikaat, volgt daaruit van .zelf, dat in dit praedikaat een deel van Jezus Messiastaak ligt uitgesproken. Bepaald gebruikt Jezus den naam, Wianneer Hij handelt van Zijn lijden, ook van de bevoegdheid, die Hij bezit en .die met dat lijden siamenhangt, omdat het een bevoegdheid van den Messias is, dan van de heerlijkheid, die door het lijden Zijn deel wordt. Sterk wordt soms de identiteit uitgesproken tusschen den nu Vernederde en den straks Verhoogde. De bedoeling, waarmede Jezus den naam gebruikte, was, het volk te wijzen op Dan. 7: S, ' waar Hij steeds; 'dichter bij komt, om izoo. o.ok op deze wijze te leeren, dat Hij de Messias was. Het volk heeft dat echter niet begrepen, totdat eindelijk Je, zus ronduit het woord van Daniël o.p zichzelf toepast, maar dian ook niet, dan nadat Hij ge.zegd heeft, dat Hij de Messias was.

Einstein.

De Duitsche geleeïde Ejnstein is te L'o.nden schitterend o.nthaald. Dp „N. 'R. Ct." meldt:

' EinsteiK is te Lo.nden in Kings College, waai hij heeft gesproken over izijn relativiteits-theorie bijzonder gevierd. Lord HaMa, ne, die hem bij het gehoor inleidde, .z.eide, dat het ham bad getroffen dat Einstein dien ochtend naar de Westminster Abdy was gegaan o.m het graf van Newton te bezoeken. Wat Newton geweest was voor de 18de eeuw, was Einstein voor de twintigste. In de lezing, die de aanwezigen van Einstein zioaden hooren, zouden zij een nieuw argument in de relativiteitstheo.rie vernemen, dat no'cit , zóó beslist was geuit. Einstein had een opvattiug van het heelal gegeven, een opvatting die — .zei hij, Haldane — meer revolutionair was dan die van 'Ga, lilei, . Oo.pernicus of Newton. Einstein heeft o-ns geleerd het heelal van luterlijklieid te zien als betrekkelijk ten o.p, zichte van zijn realiteit voor onze kennis. Realiteit zelf was betrekkelijk, rdot enkel .ouze kennis der realiteit. Hij had een inzicht gegeven, dat o-as had teruggebracht tot de diepere beteekenis van de kennis zelf.

De niieUwe leer, aoto voegde lord Halda.ne eraan toe, was "aftomistigi van een m.an, die zich onderscheidt .door .zijn begeerte, om , zich zoo. mogelijk, op den achtergrond te houden en die niettemin wordt gedrongen door de onmiskenbare m'acht van het genie, dat niet gedoogt, dat de persoO'n, van wien het .zich heeft meester gemaakt, ook maar één oogenblik rust. Prof. Einstein had twee groote gu.aliteiten voor .zijn taak. Hij beheerschte het o.ntziaiglijke werktuig der wiskunde zóó volkomen, als welk ander ons levend mensch ook. Hij bezit no.g iets meer: een scheppende verbeeldinjgiskracht, vervVant aan die van den dichter. Hij bo.uwde scheppingen ats het ware uit niets o.p, .ziooais a, lleen het genie dat kan. Hij Was, ook, een musicus', die speelde met een gevoel en een begrip, die zelfs bij de beste beroepsmiuisici niet steeds worden aangetroffen. Hij was een' meester op de viool evengoed als een meester in de wiskunde. De 20ste eeuw had een van de grootste denkers der laatste 500 jaar voortgebracht en izij (de aanwezigen) waren trotsoh, hier te zijn om hem te verwelkomen.

De rede van Einstein, die hieroip gehouden werd, kwam O'p de h'a.O'fdp'unten overeen met wat de hoog; leeraar daaromtrent reeds in tal van artikelen en voordrachten had ontwikkeld.

Aan het slot van de rede weesi spr. er op, dat de algemeene relativiteitstheo.rie het heelal — in overeenstemming: met de theorieën van Ernist Ma.ch — beschouwt als in de ruimte eindig. De gemiddelde dichtheid der materie binnen dat heelal was — izooals lop wisbundige gronden üit de theorie voortvtoeit — een eindige grootheid, zij het ook nog ao'o'n gieringe groO'theid.

De igpondslag der theorie is feitelijk, dat de na, tuurkUndige mioet werken met vier dimensies: dè drie dimensies van de ruimte, en als vierde dimensie de tijd. Slechts dat vier-dimensiooiale systeem is abs'O'lu'ut. Ruimte alleen en tijd alleen, zijn relatief.

Om drie redenen verdient dit bierich-'t onz'e hteilangstelling.

Vooreerst blijkt hieruit de onitzaglijkfe in vloed, van de wetenschap. Terwijl op-alle ander gebied de relaties tusschen Engeland en D-uitschland, door den oorlog algebroken, nog veel te wiensclh'en overlaten, terwojl die .oipi handelsgebied, waar het itoch.' om materialistische voordeele'U gaat Jiij' lange na nog niet zijn hersteld, , is oip wetenschappelijk .terrein de kloof reeds vrijwel overbrugd. De enthou­ siaste lo'f aatx - Einstein.toegeziw-ap.id, is.een merkwaardig tijd-teeken.

Vervolge'ns ziet men, ho'» de waardeering, waarmee O'nze geleerden over 'tge-heel niet worden verwend, daar de perken te buiten ging. Einstein werd naast Newton gesteld en een der grooLste denkers der la-atste 500 jaar genoemd.-M'et zoo'n cadeautje kon hij huiswaarts keeren. Natuurlijk is ' het onverstandig om iemand zóó te verheffen. In ieder geval zegt men zoO' iets niet, waar de ptersoon zelf bij zit. Ook hier heeft men weer een tijd-teeken. Het is een uiting van hieldenvereering, en wel van een bijzo.nder soort: van' geleerdenvereering, welke men Oiok' elders opmerken kan. Nog tnoet er dit aan toegevoegd, dat deze dweep; ziekte bij voo.rkeur haar voorwerpen kiest uit de beoefenaars der natuurphilosophie.

Ten laatste" kan dit bericht dienen oim eens op Einstein nadrukkelijk de aandatiht te vestigen. Men moge in Lo.nden zijn verdiensten overdreven hebben, feit blijft, dat zijn relativiteitstheorie de moeite van bestudeering waard is. Met name, omdat ze op' enkele - voorname p'unten de christelijke wetenschap in het gelijk stelt.

De toekoimst van West-Europa.

Geeft deze toenadering tusschien volkeren, die elkander voor kort nog bestreden, recht tol een meer oiptimistischen kijk op onzen tijd? Men vergete niet, dait één Kw.aluw nog geen lente maakt. In de „Hervo.rming" constateert V(an) M(ourifc) B(roekm.an) bij' ons, menscihen van Europa, gebrek aan wil.

Willen de cultuur-volkeren, die op 't oogenbMk hun crisis doorleven van to be or not to be? Eerst als dat aan geen twijfel onderhevig is, hebben Wij te vragen wat zij willen. E, r is 'reeds reden .om isceptisch te slaan tegenover dat eerste Individueel en groepiswiJB ontbreekt wil. Men kan tal van menschen .ontmoeteïi. die geleefd wo'rden maar niet leven, en collectieve groepen ziet men „drijven" op den stroom des • tijds. Merkwaai'dig is, dat reeds éen twintigtal j'aren pf lauger in öns land een Amerikaansche kralc'ht-litéïatuur veel aa.nhang heeft gevonden. Wanneer men denkt aan schrijvers als Mulford, Lloyd, Tïiné, dan dringt zich de gewaariwording op, dat zij het meest toeg'3JuicM zijn in kringen, waar men zich' het diepst ve'rslagen gevoelde. Men geloofde niet meer aan zichzelf en aan eigen bunnen; nU kwamen mannen, uit gindsche wereld van energie-beleven, het evangelie verkondigen yan geloof in zichzelf. Ieder heeft zijn lot in handen; gij maakt uw, - leven. Onbeperkt is de macht van het willen, onmetelijk is het verschiet 'Ook uwer mogelijkheden. B'Ouw uw wilsmacht op, in dagelijksche oefening. Wi| hebben menschen gezien die het trachtten.te doen, mind.ar in.de daad — dat was hun te zwaar — dan wel in de bekorende meditatie over wil. Wal is heeiriijker 'dan kuaclit te bezitten? 'Inspira.tie gaat uit van hare verheeïlijking. Is het dit niet wat een Walt Whitman, wien Kees Méyer kort geleden zulk een liefdevolle studie heeft gewijd, velen tot zulk een bijzonder dichter heeft gemaakt? In hem zag men den trinniphator, die het leven kon toelachen omdat hij zich sterk gevoelde.. Kraoht-evaugelie is 'de prediljing van mrs. Eddy Baker ook; voior den scientist in volkomenheid zo: U niets onmogelijk zijn — den dood zelfs zoiu hij teniet doen. Maar . ziet men Christian scientism niet toegejuicht worden in 'die standen, waair men het willen meer wil dan beleeft, d.w.z: in verlangen 'hunkert naar hetgeen men niet'bezit?

Hoe hij dan over de toeko'mst van de "West-Euro'peesche volkeren denkt? Ziehier zijn meening:

Wat zal .'de toekomst zijn voiox de West-Europeesche cultuurvolkeren? Zij' hebben geen toekoioist, zegt Oswald 'Spengler, wienS' naam ik in een der vorige aïtikelen noemde. Hij huldigt de belschouwing, dat een volk, een groep van volkeren zijn krachten te eeniger tijd heeft uitgeleefd. Zoo is het vroeger gegaan met de antieken; Grieken, Romeinen, Egyptenaren leven nog wtel voort, maaï zonder cultuur, zondet een eigen groo'tsch bezit, zonder uit hun diepiste w'ézen nog iets te schegijjen. Dat lot Wacht nu ons. „Die nordische Seele hat ihre innem Möglichkeiten örsC'höpft imd es blieb nur noch der dynamische Stutrm und Drang, wie er feich in welthistorlsohen Z.ukunftsvisionen auszert, die mit Jahrtaujsenden messen, der Trieb, dia schöpferische Leidenschaft, eine geistige Daseïnsform öhne Ihhalt." Ik weet niet hit te maken, of Spengler gelijk zal krijgen of niet. Tegen zijn ge-Schiedeni'S-ooncep'tie in „Der Untergang des Abendlandes", geniaal en waanzinnig tegelijk geheeten, worden"'doior histoirici van naajm, zoo ten onzent door Prof. Huizinga in het Juninummer van „De Gids", ernstige bezwaren ingebracht — toch blijft het een kwestie van visie en niet van wetenschapi om de toekomst zich te denken.

Men kan een uits'praak als deze op| tw'ee manieren verwerken. Het zou niet erg zijn, zedeli|k-geestelijk gezien, als het overwicht sooiaal-piolitiek zich verplaatste en West-Europla niet meen? wereld-beheerschend bleef. jVIisschien zal Oost-Europa, grooter gewicht dn de schaal leggen of het land van de Rijzende Zon zal het land va.U de stralende zon worden, lof nog verder ixekkende bereikt men het geweldige Amerika met zijn onbegrensde mogelijldieden. Dan krijgt men andere zetels' van wereld-beheersching. Yokohama .«E Washington zouden de centra kunnen Worden en Londen, Parijs of B'erlijn in Vergelijldng daarmede tot provinciesteden vervallen, villes mortes op den duur.

Mogelijk is het, dat dit een zegen wlordt, dat West-Europa zichzelf hervindt waimeér .het niet meer in vreeze en beven iiaar machtspositie behoeft te handhaven. Men zou kunnen tO'ekomen aan ernstiger leven, en diepeï peilen zijn zielsbestaan. Echter tragisch zou h.jt zijn, als Spengler's uitspraak waar bleek, dat er geenszins mogelijkheden meer zijn. Dan zou men noch willen noch kunnen, niet meer kminen.... willen. Dan zouden wij en onze kinderen en kindskinderen krachtens de wet der inertie voortleven, maar zij zoude nog dalen beneden óns peil en ónze toekomstvisioenen zouden niet dan illusiën zijn, waarin 'wij ons een tijdlang nog vermeien omdat iwij' die schrikkelijke werkelijkheid niet onder de oogen durven te zien. Maar eens moet toch de droom breken, zooals men wakker soms wordt en zegt: O God, geen werkelijkheid mocht het zijn. Ligt niet in droom hreelal de illusie van onvervulde werkelijkheid ?

Wat ischuilt er Sn de mensohheid van thans? De variant op feen bekend gezegde ligt mij na: Zeg 'het mij, en ik zal u zeggen, wat hare toekomst zal ziju. Is er wil, heb ik gevraagd. Ik kan iets anders vragen nog, en het is er nauw mee verwant. Is er geloof?

Verder zullen wij den schrijver in zijn beschouwing niet volgen. Hij verstaait onder geloof, geloof in onszelf, nog nader geloof in „God in onszelf en in onze medemensclien". Zoo komt de moderne aap (men legge deze spreekwijze niet als beleediging uit, troiuwens voor voorstanders der ontwikkelingsleer is het niet eens een beleediging') uit de mouw.

Hoe wij als christenen hiertegenover hebben te staan, heb ik in mijn „opwekkende" (zoo Jieet dat in de wandeling) rede over „Het raadsel van onzen tijd" op den Nijmeegsch.en Bondsdag, thans in druk verschenen, reeds geziegd.

Misdadige theorie.

Stellig gaat echter het Westen zijn ondergang tegemo.et, indien de theorie van een onzer Nederlandscihe geleerden, Prof. Dr C. A. Verrijn Stuart, aanhangers wint voor een oude praktijk.

Deze hOiOgleeraax hieeft in de E.conO'misch.-Statistische berichten onlangs betoogd, dat volgens de benaderende gegevens, welke op' de jo.ngste volkstelling zijn gebaseerd, de bevo'lking van ons land in iets .meer dan 10 jaar met een miljo.en eteas is vermeerderd. Als hiervoor gee.n stokje gestoken wo.rdt, is over een kleine vijftig jaar het getal inwoners verdubbeld. Over een eeuw zal Nederla.nd op' weinig minder dan 30 miljo.en inwoners 'kunnen bogen. En hoe jh'et er hier over twee, drie, vijfh'Onderd jaar uit 'z(al izien, laat zich niet beschrijven. Dian zitten onz.e brave Hollanders opgepakt , als jharing in een iton. Zij kunnen zicih zelfs geen wandelingetje meer veroo-rloven. Zij' vallen over elkander. Als zij een toertje willen doen, zullen ze een pïaar burgers weg moeten duwen en in een vliegmachine gaan bitten, om o.ver eigen en vreemd gro.ndgebied een luchtje te scheppen.

Ik weet m'et wat deze p'rofessor van zijn politiek gelo'of is. Mocht hij oud-liberaal zijn, in deze zaak is hij-alles behalve een voorstander vanho't „laissez faire laissez, aller", wat gij mo.ogt vertalen door: wie dan leeft, wie dan zorgt.

Hij heeft zich: .op middelen ter uitkomst bezonnen en ziet slechts twee wegen: massa-moord pf vo'orkomen van geboorten. De eerste acht hij minder bewandelbaar. Men kon weleens voorstellen, dat hijzelj d.an maar het eerste lijdend voorwerp moest Izijn! Maar de tweede is voor hem de uitweg.

Terecht noemt de „Amsterdamsche deze theorie .misdadig. Kerkbode"

Een geleerde is .^JVeer aan het cijfeiren geweest.

Hij heeft uitgerekend, hoeveel menschen binnen den tijd van een zeker aantal jaren ons vaderland zal kunnen tellen.

Hij heeft berekend, hoeveel spijze noodig zal zijn om idat 'aantal te voeden; en zijn slotsom is, dat het totaal bedrag van de te wachten voedüi'g'smiddelen niet voldoende zal zijn voior een zoo groot getal.

Dat is een zeer lastig probleem^, naar zijn inzien.

Dit is werkelijk onloochenbaar; althans vooir wie niet rekent met het woord, dat de Heere aan alle schepsel zijne spijze geeft.

Bovendien zijn er wel andere tijden geweest, Waarin men sprak van intensieve cultuur, van ontginning van woeste gronden, waardoor in de Idimmende behoefte kon voiorzien.

Wij herinneren ons, dat er aangaande deze bronnen van inkomst wel eens wonderen zijn verhaald geworden.

Maar van dit alles is in heel deze redenetóring met geen Woord gerept.

Bovendien is er in heel deze berekenmg in het geheel geené rekening gehouden met allerlei mogelijkheden, welke op dien geregelden a.anw.as van bevolking van beduidenden invloed kunnen zïjn.

Hoe groot is het aantal menschen niet, dat viel in den oorlog, of onder de gevolgen van den oorlog verzwakte ïn zijkie kracht en niet meer op zijn verhaal kan komen.

Dergelijke verschijnselen kunnen zich vernieuwen; en wat Wordt er dan van de uitkomsten, welke thans Teeds als zoo vaist en zeker "zijnde worden voorgesteld?

Doch met dat alles wordt niet gerekend.

De conclusie, waartoe deze geleerde komt is. eene heel andere.

eene heel andere. Niet in vermeerdering van inkomst moet heil gezocht, maar in Vermindering van eters.

Nu kan dat op twee manierenj men kan levenden

ter dood brengen "en men 'kan zoi'gen, dat er minder geboren woïden.

Tegen • het eerste bestaat vooralsnog naar zijii gevoelen bezwaar.

Er zijn anders wel voorbeelden van, dat de ouderen, die. zelven niet meer vooir hunnen mondkost kunnen zorgen, eenvoudig ergens neer worden gezet, ^v; aar zij hunnen dood kunnen afwachten.

Een' oud paard hiaakt men af; waarom dan niet een mensch, die zijn bestaan niet meer waard is ?

Daartegen heeft men echter voor het oogenblik nog bezwaar.

Doch dan moet het den anderen weg; maar op, om de geboorte te verhinderen; dat afschuwelijke tegen Godes wil ingaande middel, ^vaa^bij de mensch 'Zichzelven tot God maakt, de beheerscher van leven en diood. i

De 'man die dat leert is een hooggeleerde; izeer geleerden en geleerd , zich achtenden nemen zulke beschoiuwingi over en izoo-sijpelt het door in alle rangien van de maatschappij.

De bron van het kwaad is in de hoogte; in de hooge scholen, waar niet gerekend wordt met het Woord van God, met de Goddelijke wet.

Aan .zulk een oordeel kan men afmeten van hoeveel beteekenis is eene wetentschap met of eene izonder de erkenning! van God en Van 'de Heilige Schrift als de oorkonde van de openbaring 'vïm God. /

Zij dan een ieder belijder op aijpe hoede, wanneer men tracht hem te overrompelen met het bewerenj dat de wetenschap dit of dat heeft uitgemaakt.

Het is niet alles wetenschap, wat onder dien naaim wordt Uitgevent.

Onfeilbaar is izij allerminst.

Reeds aoo dikwijls heeft zij moeten' verloochenen, wat , zij eerst voor waarheid aan den man had weten 'te brengen. ;

Hoe vaak is reeds niet gebleken, dat hare uitspraken geïnspireerd waren door de geestelijke boosheden in de lacht, waartegen de geloovigen iZOO' nadrukkelijk worden gewaarschtiwd.

Daartegenover Wijft Ket 'Gods wil: „zijl vruchtbaar ea vermenigvuldigt en vervult de aarde en onderwerpt haar".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-8CH0ÜW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1921

De Reformatie | 8 Pagina's