GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aesthetische Christusbeschouwing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aesthetische Christusbeschouwing.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

(Ons „Christusgeheim").

Wanneer we nu trachten, over deze aesthetische ChristusbeschOiUwing iets te zteggen, dan beperken we ons hoofdzakelijk tot de litteratuur, speciaal de poiezie.

Eerst willen we vragen, hoe Avij het verschijnsel principieel hebben te beoordee1en.

Ik geloof, dat het hier in het wezen der zaak loiop'en moet oveï de zuivere bewaring van het geheim Van den Messias.

Drie zaken zijn hier genoemd: het Messiasgeheim, de bewaring van dat geheim en de zuiverhouding ervain.

„Het Messiasgeheim". Deze uitdrukking is als technische term afkomsti.g van den in 1906 gestorven evangelischen theoloog William Wrede, en wat hij. eronder verstaat, kan ik het gemakkelijkst zeggen met de woorden van Prof. Dr A'. G. Honig: Aanvaixkelijk hield de Christus zijn Messiasschap verborgen, ma; ar na zijne op'standing miaaÖe Hij het openbaar" i). Hierop komt het neer. Volgens Wrede 2) is naar het Markusevangelie Jezus' VOOÏnaamste taak geweest, ondanks de openlijke begroeting als Messias uit den mond van de demonen en tegenover het onstuimige enthusiasme der discipelen, den sluier van het geheim over zijn Messiaanscihe persoonlijkheid te laten hangen om dien eerst op te lichtO'n na z; ijn opstanding uit de doo'den. Zoo tracht Jez'us dan ook o pk o men d e geestdriftigheid te bekoelen, want die is nog voorbarig en ziet het eig'enlijkste in hem voorbij. Sledhts een enkele maal .mag Hem de schare met halleluja's als DavJds Zoon begroeten, maar voor het overige verlangt Jezus g e e n en t h u s i a s m e vóór de n t ij d. Hij wil mysterie blijven tot lia zijii verheerlijking; 'en 'daarom is het, dat hij (Mare. 8:30) den jongeren gebiedt, de Petrus-belijdenis omtrent zijn Zoonschap Gods nog niet te verbreiden, en dat ook het gebeurde op den berg der verheerlij'king moet blijven hangen in nevel.

Welnu, in deze theorie past dan ook die verklaring van Jezus' antwooird aan den rijken Jongeling, volgens welke Jezus ón de benaaning „gO'Cde nieestei" ee'n" praienlature, .een voorbarige, aankondiging Ziet van zijn messiaansche zöndeloosheid, en daarom haastig m'et verwijzing naar God, die alleen goed is, zijn eigen weaen verbergt, omdat voor zijn onthulling de ure nog niet gekomen is).

Wat nu dien rijken jongeling betreft, meen ik hier wel geen tegenspraak te zullen O'ntmoeten, als ik beweer, dat voor Jezus de belijdenis, de rechte, .de doordacht© belijdenis van Zijn goedheid geen inbreiuk is, hoegenaamd ook, op de he.i-ligheid van eenig Mossiasgeheim. Maar zou juist het n 1 e t-d o^ O' r d a c h t zijn van die benaming voor ditmaal niet vO'Or Jezus de aanleiding geweest zijn, om, als paedagoog bij. eigen gratie, het ware Messiasgeheim den rijken jongeling te laten, toiesdhemeren, niet om het als verborgenheid hem te onthouden, maa, r om het in zijn waaracihtige openbaring hem te doen licihten? Want wie, als deze rijke joingiehng, aan den weziC nlijkten inhoud van het Messiasgeheim nog niet eens toegekomen is, die kan er niet over heenkomen, , tenzij het in zijn ziel gelegd worde door Jezus zelf.

Zóó nu genomen, hebben ook wij, zij het dan in anderen ziin dan Wrede, te spreken van het Messiasgeheim ©nis. Het is het geheimenis van zijin verschijning, jnao-nderhteid van het blinkende, het sdhofin©., !het aesthetische in zijn verschijning. Jezus Christus is nóg achter de Wolken. Een sluier hangt nog oiver Hem, over zijn pa^O'Usie, jzijln uitwendige hieerlijkheid. 'D'e söh.oone Christus is nog een verboïgenheid. Want, O' zeker, daar is wiel schoo'nheid in den Christus, maar dan alleen naar de aanschoiuwiing des g e-loof s. En daar is wel sieraad in alle geestehjke bruilO'ft, reeds hier beneden, maar wie dat alles wil rangschikken onder bet aesthetische, die begrijpt het niet.

Het aesthetische is daarin niet.

Ik zon natuurlij'k eenige definities van het aesthetische, ' enkele otaischrij'vingen van de „sohoionheid" hier kunnen oversohiijven. We zouden kuhnen spreken over PlatO' met zijn Eros, we zouden het neoplatO'nJsme er bij kunnen' halen, en het pantheïsme met zijn aesthetische visie over het al-leven. Maar het is ditmaal niet noodig. Het aest'hetische ^-het woord duidt dat reeds eenigermaLe aan — zoélct zijn steunp'unt niet allereerst in de

idee van 'liet ding, maar klemt zidi vast aan zijn verschijning, berfcij dan deze verschijning werkelijk bestaat lOf alleen leeft ia de fantasie. Mjaar de aesthetisqbe menscih heeft voior de uiterlijke, de objectieve verschijning niet den eerbied vam den wetenscbappelijken of deïi all© geopenbaarde ding cntzJBoden geloovigen mensch. Hij wil de dingen zóó zien, als ze hem bekjoïen kunnen. Ze zijn voor hem, èn ooik' de „gewijde geschiedenis" is voor hem, wat voor Scihiller de geschiedenis was: „een magazijn voior zijn fantasie, en de dingen moeten zich laten welgevallen, dat ze onder zijn handen worden, wat hij ervan maken wil" ^). In de aesthetisohe aandoeningen is vaak de aanvangszonde de vergeestelijking van het zinnelijke; en de bezoldiging dezter zonde wordt dan maar al te dikwijls straks de verziimelijking van het nu eenmaal • geschonden geestelijke.

En hierin hlijkt reeds duidelijk, dat aesthetica en gelo; of, dat de zienswijze, van den kunstenaar en die van den geloovige, ieder een eigen w'e'g gaan in de „betrachting" der dingen Gods. Beiden, de geloofsmensch èn de aestheticus, willen de kap der uitwendig© verschijning transparant, doiorzichtig, zien; niaar van den geloovig© is dan het ideaal, dat^het liqht der objectieve verschijning uit het bi, nnenste daarvan uitstrale naar buiten en doordringe tot zijn eigen ziel; terwijl' de mensch der schoionheidsaandoening met zijn eigen geesteslicht, dat uit zijn binnenste straalt, door de doiocrzichtig© versoiiïjniïig heen, wil doordringen tot de verborgen idee daarachter. En als dan beiden trachten, in de uiterlijke verschijning de idee te grijpen, , de verborgen Godsgedachte, d'an bidt de geloovige, de openbarings-mensch, dat die verborgen gedachte ongerept moge blijven en het wezen der dingen ongeschonden naar hem moge kómen; maar de aestheticus kent dat gebed niet. Want terwijl de geloovige, die bij opjenbaring leeft, het als 'n diep© smart vo'elt, dat de z: uivere dingen Gods door z'n zondig hart bezoedeld worden, zoodra ze hem aanraken, daar is voor den man der kunst in het aanraken der schóopheidsmomenten enkel zoete vreugde; en dat het licht van zijn" z-ielelamp de dingen in onzuiver en glans zet, daarover bekomtaert hij zich niet. Zoo komt de kunstenaar ook tot Christus; maar hij koant tot Hem met zijn eigen gedachten en voorstellin'gen; Christus is hem niet (als voor den geloovige) allereerst subject, werkende oorzaak, van zijn visie, doch alleen maar ofoject. En zoo^ komt het, dat niet de Christus der Schriften de metamorfose in zijn denken en voelen brengt, doch dat omgekeerd onder zijn schoionheidsbelichting het Christusbeeld een metamorfose ondergaat.

En daaroto is het, dat in de zaken der religie, dat dus ^O'ok in de „ervaring" van den Christus, de weg, dien Goid ons stelt, wèl de weg is van geloof (dat dan op; zijn manier weer de schoonheid ziet), maar niet de weg der bloot aesthetisohe genieting. In het gieloof todi is-er de tégenstelUag met het aanschouwen, m'aar in 'het aesthetisch beleven ©n genieten is er in principe de loslating van het gelooven en het grijpen naar de aanschouwing; in beginsel is er gebroken m'et Paulus' woord: wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.

Is er dus niet een Cliristusgeheim'?

Wanneer Van Veldhuizen het Christusgeheim naar z ij n opvatting ontdeikt in Jezus' beeldspraak van de lamp, die onder het schepel of onder het bed, èn de lampi, die op 'den standaard gezet wordt, dan zegt hij (Marcus 4:21): het mysterie van het Koninkrijk Gods komt binnen als een Oostersche lamp, die voorzichtig moet aangestoken yrorden; men houdt 'haar lidht ©en oogenblik onider het schepel of 'het bed om de zwakke vlam te beschermen, maar straiks brandt zie helder en komt ze op den standaard te staan. Wie proeft hier niet het Messiaansch© geheim? " Maar in veel zekerder zin heeft ons de, Schtift geleerd, dat de aes-.thetisGhe oin.troering over de eclatante verschijning van den Christus als voleinden Koiningsmensch, dat de aesthetisch© vervoering over. den Christus als glanspunt in den ook tot de zinnen sprekenden bo-uw van het voltooide Jerusalem Gods, nog niet mioigelijk is, |zlo|olang njiet in de voleinding; der eeuwen de sluier is weggenomen van de wachtende werikfelijkheden van onzen sch'oionen God en zijnen söhoonen Christus.

Kon en mocht de schoonheid haar vlucht nemen va.iiuit het hart der menschen, het zou anders zijn. Maar — „de schoionheid neemt hare vlucht vanuit het hart der hemelen en de schoonheid heeft tot dat hart der hemelen terug te k'eeren" 5).

Ên dat hart der hemelen is ons nog niet ontdekt. Het is nog diepe verborgenheid.

Er is nog ©en „Christus geheim".


1) D r A. 6 Hon ig. „De psrsoon van den Middelaar in de nieuwere Duitseiie dogmatielc." — Ka, mpen, 1910, blz. 5S.

2) W. "Wredt. „Das Messiasgelieiranis in den ETangeliën", 1901, vgl. ook A. J ü 1 i e h e r ^in P. R. E. ' 21, 509.

3) Zie ook Dr A. v. V o 1 d h u i z e n, „Het Ev. v. Markus-", Tekst en llitjeg, 1918, blz. 28—29, 116.

4) Vgl.• R. Seeberg. „Die Eirche-Deut^cliiands im 19 Jalirhundert", '1910, S. 26.

5) J. Ja c . T h o m s o u , „Relig. Poëzie", blz. 4.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1921

De Reformatie | 4 Pagina's

Aesthetische Christusbeschouwing.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1921

De Reformatie | 4 Pagina's