GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije universiteit en de groote steden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije universiteit en de groote steden.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de voibmaamste neformatorische belangen is wel een bloeiende Universiteit op Gereformeerden grondslag.

Denk O'Uze Vrij'e Universiteit eens een oogenblik weg en hoe geheel anders zouden wij op wetenschappelijk terrein er in ons vaderland voorstaan. Natuurlijk willen we de waarde van de ïhaologische School niet onderschatten.

Maar ieder geeft voetstoots toe, dat deze nooit een Universiteit vervangen kan.

Want niet alleen op theologisch gebied, heeft ons Gereformeerde volk voorlichting! noodig, maar ook in zoo tal van andere vraagstukken, die buiten de competentie der theologische wetensöha.p liggen. En zal de reformatorische actie zich doorzetten, dan kan een zich steeds krachtiger ontplooiende Universiteit niet gemist worden.

Want de Universiteit bestrijkt heel de wetenschap en daarmee heel ons leven.

Op dit onlosmakelijk verband tusschen welenschap en leven hebben onze ontslapen voormannen steeds gewezen.

Het wegstervende 'geslacht gevoelde dit verband wat sterker dan het thans opkomiende.

Maar daarom is het zaak, dat het weer 'meer voelbaar gemaakt wordt.

Al ons ijveren voior voortgaande reformatie is vruchteloos, wamieer onze Vrije Uniiiersiteit kwijnt. Door finaneiëele bezwaren is, zij' aan haar vleugelen giebonden.

Zij moest zich uitbreiden ©n kan zich ternauft'ernood handhaven.

Zóó staat hel er feitelijk voor.

Is er geen geld onder onz© menschen meer? Dat mag niet aangenomen. Andere acilies, welke ook 'groote geldelijke offers eischten, hadden eeu praC'htig succes. Wel is sinds 'malaisie ingetreden, maar wanneer men let op wat voor andere doeleinden gegeven wordt, behoeft aan pessimisme gee'n voet te worden toegestaan.

Is er geen liefde voor de Vrije Universiteit onder ons volk?

Ook daaraan mag niet worden g©twijfeld. D'och het is een eigenschap der liefde, dat zij van tijd tot tijd moet worden opgewekt.

Wij begroieten dan pok met blijdschap de krachtige pogingen, welke daartoe worden aangewend. Inzonderheid kan de vergadering, in de hoofdstad van ons land gehouden, ^uitnemend geslaagd heeten.

Geen vuurwerk wero" er afgestO'ken. Maar de feiten werden open en eerlijk blootgelegd.

Wees prof. Van. Schelven op de groote beteekenis der Universiteit ook voor het buitenland, prof. Aneina bepleitte de belangen der juridische faculteit, doch op zulk een wijze, dat zijn pleidooi schier met dezelfde woorden kan worden vernieuwd voor de andere faculteiten.

Door zijn wijze openhartigheid stal hij het hart der vergadering.

Hij werkte de zorgwekkende feitelijkheid niet onder bloemrijke gezegden weg.

Hij toonde zonder sparen gebreken aan. Maar de trouw en het vertrouwen voerden den boventoon.

Men herleze zijn pittig wpord, zooals dat door „De Standaard" werd gerappo'rteerd.

Spr. sprak er zijn verwondering over uit, dat sommigen van meening waren, dat do juridische, faculteit aan de V. U. geen reden van bestiaan heeft. Jaren lang had hij ex cathedra staan poetsen en boenen om de j; ongens op. te voeden, en nu komt men met zulke verwijten. Spr. schreef het dan ook daaraan toe, dat goede vrienden, die elkander een tijd lang niet gezien hebben, beginnen to mokken len eikaars gebreken beginnen op' to noemen. Dat is de liefde.

Spil', wees ten overrede nog eens O'p het nut der jur. faculteit voor ons 'Grere'f. volk. 'Willen wij bij 9o politieke en socïalö kwesties verder ' komen, zoo (hebbon wij noodig esn dialectisch indenken van de 'zuivere wetenschkp en een sterk, impulsief inleven in , de kwesties van ons volk. Bij de professoren heeft steeds een eenheid van beginsel ten grondslag te liggen. Maar heeft het Volk al bimne opinies nu te aanvaaïden? Naein, want hun gedachten zijh steeds het resultaat van een 'eenzijdig p'roces. Het volk h'& eft ze te toetsen aan zijn eigen 'intu'itief leven. Doch die .intu'itie werkt alleen dan go-ed, wanneer het volk leeft naar Gods Woord. Spr. wees op de gebroken ook onde'r de hoogleeraren, maar was tevens van meening, dat het volk hen niet missen kan „ik maen te mogen zeggen: gi| wilt ons ook niet missen." Doch hiermede zijn we lor niet. Die komende tijden zuUen ïwaar zijn. We ziülen elkand'3r jiog veel meer noodig hebben dan voorheen. Niet alleen omdat onze g'roote pirofeten van ofis genomen zijn, maar de tijd z& lf is zoo Jienauwend bang. W^e staan temidden van een weiTeldbrand, 'die alles tot een ; ru'me goma-akt heeft, wat de vorigo eeuw met ve'el zorg is opgebouwd. E|r mo'Oit een band van liefde zijn, die spontaan opwelt uit Ji'at hart. We zullen onze beste krachten moeten inspannen om voor u in den mast t© klimmien ^m! te zien of •& gevaar dreigt. Maar gij, wilt ook oas gedenken. Spiringt meer bij' met uw stoffelijke htilpmiddelen. Spir. verbelde van een vergadering; , die : -hij met de directeuren der V. U. heeft gehad, waai" hij eenige eischen stelde voor de juridische faculteit; doch allen moesten tot de slotsom, koimein: 't is noodig, maar Ihot kan niet, de financiën laten het niet toe. En dan hebben wij uw peWsoon noodig, vervelde Spr., én 'uw gebed.

Niet minder indruk maakte de iLoespraak van Ds Ferwerda.

Hij deed uitkom'on ho'e tegenover de Vrije Universiteit bezuiniging 'geen pas geeft. Want er wordt in ons land geestelijke honger geleden. En tot de Universiteit en haar voorstanders ko'mt nu het bevel: geeft gij hun te eten.

Hoe juist 'is dit gezien!

Wie op zijn bijdragen voor de Vrij'e universiteit zou willen bezuinigen, zou b'eizuinigen op de eerste geestelijke levensmiddelen.

En zulk een zuinigheid zou niet alleen de wijsheid, maar ook de waarheid 'en het leven bedriegen. Ds Ferwerda hield vooral het locaal karakter van de vergadering in het oog.

Amsterdam kon hij in dez© niet prij'zen. • Hij gaf het volgende staatje:

Amsterdam . . . Broek op Langendijk De Lier Eindhoven . . . . Ouddorp Tzum Zoutkamp . . . . Lollum ca . . . . Doesburg . . . . Schettens ca. . . - ••'^•'••v-y^-^'-'""'^-'-^-1 < D ei— ^^2 10.500 350 806 166 52 131 103 221 75 85 ' ^ - ' - • : • " CD S; > CD 387 95 134 75 37 34 18 75 30 37 '-•r^'-'-^ g.-a Sa •g o C3 o (-5 2875 75 355 — 375 — 200 — 66 — 193 50 126 50 626 75 2M4_ 250 80 - , ., .^j i-i O'O 3832 78 47155 42162 233 33 87 93 224 88 180 27 673 63 235 21 37152 IS ''-* , "^ E? l •^^ 0.37 1.35 1.38 1.41 1.69 1.71 1.75 3.05 3.14 4.47 ., .-...-.-, iWïïTw^T^fjn-

Zou men hieruit haast niet moeten'besluiten: hoe dichter bij Amsterdam, des te koeler en minder vrienden van de Vrije.

Toch zij men met zijn oordeel niet te voorbarig. Zou Amsterdam hierin alleen staan? Zou zich hier niet eien euvel vo'ordoen, waaraan elke groote stad lijdt?

Het zou ons wat waard zijn te weten, hoe het in andere groote steden van ons land vóór de tegenwoordige actie begon was gesteld.

Voior betrouwbare gegevens houden wij ons p, anbeV'O'len.

Want nog eens, : m'ct onz© Universijleit is heel onze reformatoris.che arbeid ge'm'aeid.

Gaarne komen wij op dit onderwerp terug, wanneer 'Ons de noodig© inlichtingen zijn verschaft. D'aarbij is het onze bedoeling niet om' de groote stede'U te verontschuldigen.

Juist het 'tegenovergesbelde zit bij O'US vo'or. V/ij willen doen zien, hoever de groote oentra bij het platlela'Ud ten achter staanr.

Om op' die wijze de noodzakc'lij'kheid van Verandering des te 'dringiender aan te bevelen. Het kwaad schuilt ten diepste niet in een gebrekkige O'rganisatie.

Maar in een verlaten der eerste liefde. Ook in dit opzicht moet ons Gereformeerde volk, met 'Uame dat in de grootie steden, worden toegeroepen: „Gedenkt dan, waarvan gij uitgevallen zijt en bekeert u en doe-t de eerste werken."

Gravamina.

Onder den titel „Naar de Scihriften" heeft de heer G. J. Pauptit ©en vijftal gravamina '(bezwaren) tegen uitspraken in de Nederlandscihe Geloofsber lij'denis en den HeidelbergisQhen Catechismus gepubliceerd.

Ons werd verzocht deze boekj'OS te bespreken. Hieraan echter kunnen no'ch mogen wij' voldoen. Niet, omdat het niet de moeite waard is van gravamina kennis te nem'en.

Maar omdat de pers lar niejt tO'e geroepen is. Gravamina tegen de belijdenis gelden de kerken. Die hebhen er over t© oordeelen en niet private' personen, ook al zijn ze redacteuren van 'bladen.

Dezie 'gravamina hadden alleen in druk gegeven moge'n worden ten b'ehoeve van de leden der kerkelijke vergaderinge'n, waar de heer Pauptit z© heeft ingedieiid. De pers zion haar bevoegdheid te buiten gaan en doen wat des kerkeraads, der classis of der Synodes is, wanneer zij dienaangaande haar meening uitsprak.

Als wij deze publicaties ter zijde leggen, heeft dit niets t© maken 'met doO'dzwijg©n, waaraan heetgebakerd© naturen in zulke gevallen gaarne denken. Maar het is niet meer dan pliclht.

Accoord.

In antwoord op onze op-rn'orking in het vorigei nummer berichtte prof. Greijdanus ons, dat zoo breed mo'gelijke verantwoording der ingekomen gelden voor de Duitsche Studenten t© Kampen ook hem profijtelijk schijnt.

Men vindt deze verantwoording onder ons Kerk­ nieuws.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1921

De Reformatie | 6 Pagina's

De Vrije universiteit en de groote steden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 december 1921

De Reformatie | 6 Pagina's