GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS - SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS - SCHOUW.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze positie tegenover dé Ethische Ver eeni ging.

Zoo hetitelde Ds J. v. d. Sluis zijn referaat op de jongste predikantenverg'adering. Wij ontleenen verslag van rede en debat aan 'de „N. R. C", wat veilig kan, omidat het gewoonte is, 'dat een der Gereformeerde predikanten daarvoor zorgt en omdat het iets meer uitgebreid was 'dan in .andere bladen.

Spr. begint met te zeggen, dat hij met grO'Ot genoegen de gast dezer vereenigirug op hare oo'iiferentie is geweest, maar dat dit hem niet verhindeit, zijne positie en de onze tegeno'ver die •vereeniging af te bakenen.

Om den invloed van het Etliisah beginsel in de Hervormde Kerk te versterken werd deze vereeniging 'Opgericht. Er bleek dadelijk grooit verschil van gevoelen, over „vereeniging" of niet, over het wo'Ord „ethisch" enz. Toch is zij: tot stand gekomen. Het doel is nader omschreven; dit is echter geen beginselverklaring. Het gaat niet om de vorming van een partij onder een bepaalde le'us, maar om een band en versterking van een beginsel. Op de afdeelingen-zal veel aankomen. Ze kunnen het karakter dragen van stichtelijke kringen enz. Men zal ethischen tot grootere belangstelling moeten bewegen. Praematu-ur is zulk een . vereeniging niet, daar de ethischen zich op belangrijke punten hebben te bezinnen: schriftb'eschoiu--wing, wereldbeschouwing, kerkidee enz. Kan oo'k een vrijzinnige lid worden? Prof. Obbink zegt:

natutarlijk, maar hij zou er zich niet thuis ge-, voelen. Hetzelfde geldt een volbloed-confessioneele. Er zijn grenzen tusschen ethisch en vrijzinnig en confessioneel. Ieder moet weten of hij de grenzen lOverschrijden wil. Prof. Slotemaker de Bruine oordeelt anders. Hij wil geen oordeel over personen. Maar wanneer de Ethische Yereeniging vrijzinnigen luitsluit, doet zij recht. De vereeniging is een vereeniging van allen, die ethisch voelen; niet van de elhischen, maai-van ethischen.

Welke is nu onze houding tegenover haar, n.l. van ons gereformeerden ? , Het gaat niet over de leden, ook niet over de werking van de Ethische Vereeniging maar over die vereeniging zelve. Die positie wordt bepaald door onze houding tegenover het ethisch beginsel, waar zij den invloed van versterken wil. Er zijn ethische beginselen die ook wij huldigen. Ook wij achten de bron van geestelijk leven de wedergeboorte. Ook achten wij het juist, dat het Evangelie in overeenstemming is met de behoeften van het hart. Dat hebben de 'Gereformeerde vaderen nooit genegeerd. Wel is het genegeerd in tijden van inzinking. Maar de opwakende Geref. theologie aanvaardde het weer terstond. Er, zijn echter ook .ethische beginselen, die we niet kunnen aanvaarden. In afwijking van Kant zocht Schleiermacher den zetel der religie in het gevoel. De vrome gemoedstoestanden moeten in de dogmatiek worden beschreven. Zoo is de theologie geen leer van God meer, maar van den godsdienst, van het geloof. In het gevoel zit de religie verhorgen, maar overigens is zij aan geen belijdenis of wetenschap gebonden. Wat beteekent het woord „ethisch"? Afgeleid van ethos, 't innerlijke van den mensch. Waarheid is een ethisch begrip, zeggen de ethischen.

Wij kunnen ons daar niet mee vereenigen. Een der grootste verdiensten van.de geref. theologie is, dat ze de grenzen tusschen Schepper en schepsel zoo zuiver heeft weten te trekken. We verschillen ook van de Ethischen in de opvatting van de Openbaring. De Ethischen zeggen: Zij is mededeeling niet van leer maar van leven. Men verwijt ons, dat we het leven effaceeren. Dat verwijt is onbillijk. Wij leereA het leven ten zeerste. Calvijn reeds in zijn Institutie zegt: niemand woidt zalig, dan die eerst ten leven wedergeboren is. Vgl. ook de 5 artikelen tegen de Remonstranten. Wij zeggen: de Openbaring bestaat in waarheid en leven. De elhischen willen eigenlijk ook niet mededeeling, maar aanbieding van leven, van Gods zijde. De mensch moet weten of hij het aanbod aanvaarden wil. Hij kan het ook weigoren. Juist als oudtijds de Remonstranten zeiden. Voorts is er verschil over de verhouding van het geestelijke en zedelijke leven. Die zijn volgens de ethischen één. De aanraking Gods met den mensch (zegt Valeton) geschiedt niet op het, terrein van het intellect, maar op het terrein van het hart. Wij maken onderscheid tusschen geestelijk en zedelijk leven. De ethische richting scheidt voorts openbaring en Schrift. Wij onderscheiden maar scheiden niet. Met de Schrift valt voor ons de gansche openbaring, "de openbaring Gods in Christus. Ook is er verschil tusschen de ethischen en ons over de onderscheiding tusschen algemeene en l; .ijzondero openbaring enz. Spr. citeert vele ethischen en hunne werken. David's en Da Costa's zangen staan op één lijn als brengende het woord Gods.

Ook over het gezag der Schrift verschillen we. Wij achten dat die steunt op hare ingeving. De ethischen zeggen: zij heeft zedelijk gezag; het staat in de Schrift omdat het waar is. Maar de critiek, zeggen zij, pioet schiften. Ook over het geloof bestaat veel ver-. schil, wat spr. in den breede betoogt. Evenzeer over den grond des geloofs, over het karakter der waarheid, de verhouding van verstand en hart, van dogmatiek en ethiek, van religie en wetenschap, van dogma en theologie.

Er is dus veel principieel verschil. Is er dan niets dat we kannen waai'deeren? Zeker. In vele dingen gaan we mee. Er is waarheid in de gedachte, dat het /intellect God niet kan kennen, dat de kennis Gods leven insluit enz. Het is te waardeeren, dat de ethische richting de leiding des H. Geestes in de. gemeente erkent, dat ze het verband aanwijst dat er • tusschen godsdienst en zedelijkheid bestaat, maar in al die goede mengt ze vele verkeerde elementen.

Gereformeerd en ethisch kan niet samengaan of aaneensluiten. Wè moeten overal en immer waarschuwen tegen het gevaar van de ethische richting. Wij mogen haar echter niet onverhoord oordeelen. En ook moeten we ons wachten voor allerlei, dat den invloed der ethische richting in onzen kring versterken zou. We moeten daarom op onze hoede zijn tegen alle intellectualisme.. Er lag iets goeds in tegenovei-ongezonde mystiek. Maar er ligt ook een groot gevaar in. Óok moeten we er voor zorgen, dat in onze prediking de zielkundige ontleding niet ontbreelct. De ethische wordt in 't bijzonder gesticht door onderwerpelijke bevindelijke prediking. Bovendien moet het Evangelie aangenaam gemaakt worden aan de gewetens der menschen en moet het geestelijk leven onder ons zijn kracht toonen in woord en 'daad.

Ten slotte: wat mag er voor de Hervormde Kerk van de versterking van den invloed van het ethisch beginsel verwacht worden? Spr. verwacht er niet van herstel van de kerk. Want dat wordt ook op ethisch standpunt niet gezocht. Men wil verbetering van binnen uit. Zal men langs dezen weg tot • kerkherstel komen? Spr. gelooft het niet. Het bederf is daartoe te groot. Herstel der Herv. Kerk verwachten wij alleen als die kerk terugkeert tot den Christus der Schriften, die belijdenis van al hare leden, in.zonderheid van hare ambtsdragers eischt.

En wat het debat ietreft:

Ds Van Dijk van Nes en Wierum vraagt: had ref. niet moeten neggen: „we moeten 't .intellect versterken tegeno'ver hen die daarop zoo veelszins afgeven", terwijl hij integendeel zegt: „laten we waken voor intellectualisme"? Er is onder ons te weinig kennis. Spr. aanvaart niet een tegenstelling tusschen kennis en liefde. Hoe meer we kennen, hoe meer we z'ullen liefhebben. Jezus bidt: vergeef 't hun want ze weten niet wat ze doen. We moeten niet in 't schuitje van de ethischen komen en maar roepen: „intellectualist". We gaan niet vooruit in kennis en dat is izeer te bejammeren. De liefdekennis moet vermeerderd, worden. Ruyperzei: „wat ons scheidt van de ethischen, dat is de Schrift", de Schriftbeschouwing. Het geloof zetelt eerst in 't intellect, daarna eerst in den wil. De Friezen gelden voor zoo intellectualistische Gereformeerden, maar zij, zijn 't meest trouw.

Ds Hoek van Enkhuizen vraagt: hoe komt 't toch, dat er zoovelen meer subjectief zijn en - wij meer de objectiviteit minnen? Waarom staan de ethische , zoo .anders tegen de Schrift dan wij? Schuilt er niet achter een wijsgeerige, erkenntnisstheoretische kwestie? Hebhen niet de ethischen, met bun andere theologie, voor alle dingen een andere philosophie?

Ds Gunst van Woerden zegt: tegen 't referaat kan niemand onzer bezwaar inbrengen; wel tegen de ethischen-zelf. Zij stelfen ons voor als heel andere menschen dan wij eigenlijk zijn. Ref. heeft diepgaande studie van de ethische richting gemaakt, dat is bekend; maar maken de ethischen studie van lons? Ze leven in onkunde omtrent ons, als zij beweren, dat wij opgaan in de leer en 't leven geringachten. Dit acht spr. een gfoote grief die wij tegen de ethischen hebben. Onze eigen jongeren gaan aan die beschoawing meedoen. Ze laten zich leeren 'uit „Bergopwaarts" om te weten wat Gereformeerd is! Maar in onze Belijdenisschriften zijn ze niet thuis! Bijna de helft van onzen Catechismus is gewijd aan dankbaarheid, bekeering, leven! Een man als referent. Ds Van d-er Sluis, die zoo op de hoogte is' omtrent de ethischen, imoest hun dit omtrent onze "beschouwingen, eens goed zeggen! Men-zegt van ons, - bijv. ten aanzien van de kwestie-NetelenbO'S, dat we ketterjagers zijn, maar de ethischen zijn het ten opzichte van ons veel meer.

Ds Diemer van Roden acht het referaat te mak. De verschillen werden belijnd uiteengezet maar de conclusies hadden krachtiger moeten zijn. Men tracht in onze kringen de ethischen wel eens wat te zeer in 't gevlei te komen. De recensies van ethische stichtelijke lectuur zijn dikwerf veel te zacht en te aanbevelend geweest, en zoo-haalt men die lectuur binnen, terwijl we .zelf op dit gebied overvloed hebben. We moeten meer positie nemen tegen hen, natuurlijk met waardeering van de personen voorzoover ze ons dat mogelijk maken. De groote worsteling der geesten gaat niet rheer tusschen Gerefor-'mcerden en Modernen maar tusschen Gereformeerden en Ethischen. We moeten hebhen en houden goed 'Gereformeerde dogmatiek en meer dogmatische prediking.

Ten slotte meent spr., dat noch 't referaat noch de discussie klopten op den titel: de Ethische Vereeniging. We hadden het over de ethischen en niet over hun vereeniging. Intusschen zijn we allen op de conferentie dier vereeniging genoodigd; laat ref. nóg zeggen wat hij en^an denkt.

De referent beantwoordt de sprekers.

Wat 't intellectualisme betreft, we worden verdacht van eenzijdigheid. Welnu, dan waarschuwt ref.: laten we aan die bedenking geen voet geven. Of , er philosophie achter zit? Kant zegt: 't bovenzinlijke wordt alleen gekend met den wil. Op dat spoor gaan de ethischen. Daarom wordt slechts dat aanvaard uit de Schrift wat geestelijke ervaring is. God wordt gekend niet met 't ken-maar met 't begeer. vermogen. Met Ds Gunst is ref. 't eens, dat wij door de ethischen vaak verkeerd beoordeeld worden. Té veel waardeering gaf spr. niet, hij wees op de gevaren.

De voorzitter meent, dat men vooral ook de taal zuiver 'moet houden; met 't woord „geestelijke ervaring" bijv. bedoelt de ethische nog weer heel iets anders-dan wij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1922

De Reformatie | 10 Pagina's

PERS - SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1922

De Reformatie | 10 Pagina's