GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Woestijn-dagen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Woestijn-dagen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En terstond dreef de Geest Hem uit in de woestijn. En Hij' was aldaar in de woestijn veertig 'dagen, verzocht van den Satan , en was bij de wilde gedierten; en de engelen dienden Hem. Markus 1; ]2, 13.

De woestijn-gedachte nam in het leven der mystieken steeds een groofe plaats in.

Sommigen typeerden hun gansche leven als een woestijn-leven.

Zij wilden persoonlijk na, voelen wat Israël doorleefde tijdens zijn omzwervingen.

Zij spraken daarbij van enkele oasen, van Eliras, waar zij nederzaten onder palmboomen en dronken uit de fonteinen des heils.

Maar overigens bood hun het leven weinig aantrekkelijks.

Toch gaven zij zich daarmee aan de ziekelijkheid over.

Het woestijn-leven van Israël heeft zeer zeker voor den Nieuw-téstamentisehen gelbovige beteekenis.

Hij kan er uit leeren, Avat heni wedervaart, als hij tot opstand tegen den God zijner menigvuldige verlossing overslaat.

Maar zijn geheele leven onder dezen gezichtshoek te beschouwen, dat mag niet.

Israël heeft niet alleen rondgetrokÜcen in onherbergzame steppen, maar ook 'gewoond in een land, overvloeiende van melk' en honing.

Het zijn wel wonderlijke woestijnen, waar men zich op canape's kan laten nedervallen, waar men 's avonds het electrisch licht opdraait, waar jnaen voor zijn gezonden eetlust goede bevrediging vindt, waar de geestelijke spijze voor het tasten ligt, waar men in een schoon kerkgebouw met een lieflijk orgel samenkomt om, Gods Woord te hjooren en Christus te ontmoeten.

Zoo’n woestijn-leven is toch heusdh wel uit te houden.

Dan was uw Jezus in een andere woestijn.

Hij onthield Zich van spijze veertig dagen.

Als de duisternis daalde, trad het wild gedierte uit zijn holen en liet zijn vervaarlijk gehuil in duizend dissonanten hooren.

Zij loerden op dien éénen mensch' daar, dien zij zoo gaarne tusschen hun tanden hadden willen nemen, miaar dien zij niet durfden aanraken.

Daar sprong Satan op' Hem toe, deed zijn slangengesis in zijn oor snerpen, liet geen poging gnbeproefd om Hem' tol zonde over te halen.

Daar was het angstig voor het menschelijk gevoel, naar voor het menschelijk hart.

Daar ging het listig en wreedaardig toe.

Daar werd gestreden een strijd op leven en dood. Indien uw Heere ook miaar één misgreep had kiinnen begaan, gij en allé gekochten zouden uit den klauw van den üienschemoorder niet meer uit te breken zijn geweest.

Toch doorleefde ook uw Heiland geen woestijnleven, maar woestijn-dagen.

De duivel droop beschiaamd af.

Engelen dienden Hem.

Denkt toch niet, dat, wanneer gij u voor een wijle in de eenza, amheid hebt teruggetrokken om' uw ziel te hooren klagen of roemen, gij dan al in de woestijn zijt geweest.

In de woestijn is het eenzaahi'.

Maar alle eenz, aamheid is bij lange na' geen woestijn.

Gewis, gij moet ook' de woestijn in, zioo gij een dienstknecht van Jezus zijt.

Want de dienstknecht is niet m'eerder dan zijn heer.

Gij moogt de woestijn niet zoeken.

Dat deed Christus ook niet.

Hij werd er door den Geest in gedreven.

Ode gij zult, wanneer gij het bevindelijke leven kent, er wel in geleid worden.

Tracht, door valsch gevoel bestierd, dien dag miaar niet te verbaasten.

Zeg niet: zoolang ik die ervaring niet h!eb'"opgedaan, h.eb ik aan Christus geen deel.

Gij moogt dien dag verre wenschen.

Niettemin, hij komt.

Welk een bange dag is het!

Welk een hangen tijd luidt hij in!

Gij voelt u zoo alleen. Niemand is er rondom u, dien gij als trooster begroet. En geen jakhals huilt akeliger, dan de stem, die hoonend schreeuwt: w, aar is uw God?

Ja, waar is Hij?

Gij weet het niet.

Want gij hebt de onwank'elbaafheid van Christus niet. Gij zijt maar een zondig mensch'.

En dan komt Satan met zijn zeef en begint Il te ziften aJs de tarwe.' Satan, met wien gij, iiaar den aard der christenen in onzen tijd, niet meer zoo ernstig reikent.

Het spant er!

Van uw geloof blijft er' niets nieer over, naar het schijnt.

Uw zekerheid lijkt in onzekerheid veranderd.

Moed hebt gij niet meer.

Wanhoopskreten dreigen nu eenige zieleuitingen te worden.

Als het nog langer duurt

Maar Gode zij dank, die ons de overwinning' geeft!

U is niet een woestijn-leven, u zijn alleen woestijn-dagen beschikt.

Uw veertig dagen zijn om.

De duivelen verlaten u.

Engelen dienen u.

En Christus staat nevens u. Hij, die vóór u en voor u in d© woestijn is geweest.

Hij deelt het u mede: „Gij zaagt het wel niet, inlaar Ik was al dien tijd toet u. Kleingeloovige, wel hebt gij gewankeld, m^aar Ik heb voor u ge-'foeden, dat uw geloof niet ophoude."

Gij dankt met een traan.

De woestijn-dagen zijn voorbij.

En met de opgedane ervaring kunt gij uw; broederen sterlcen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Woestijn-dagen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's