GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOuW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOuW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De lachers beschaaind.

Wie herinnert zidh niet het m-edelijdend lachje, waarmee in somta'ige kringen de „jeugdouderling" werd begroet!

En de geestige kwin'kslagen!

Ook de principiëele loodzware bezwaren!

Eerst een jeugdouderling, en dan een grijsaardsouderling, en - dan een ouderling voor de arbeiders, en één voor de patroons, en één voor de dienstmeisjes, enz.!

Wat een prac'htig veld voor ktitiök 'en spot!

Maar lees nu dit stuücje uit het „N.-Holl. Kerkblad'.

De Jeugd ouderlingen.

' Eenigen tijd geleden schreven wij een stukske over den Jeugd oiuderling en verklaarden wel eens te willen - weten, , hoe het. instituut in dfe praktffc 'werkt.

Het „Gereformeerd Jangelingsblad" nam ons artikeltje-o ver en noiodigde de JongelingSvereenigingen "uit, eens te melden hoe het 'met de Jeugdoaiderlingen ging en stond.

Het blad ontving .opi zijn vraag een groot aantal antwoorden. De lijst is veel te lang om die in oas blad te kunnen afdrukken. Die lijst spreekt ran overwinning.

Bijna al de berichten luiden gunstig. Bijna overal is het: het instituut voldoet uitnemend.

Wij verblijden ons daarover.

Immers, nu ma^' gezegd, dat de Jeugdouderling geen ééndagsvliegje geweest is, geen mode-arti'kei.

Hij heeft een blijvende plaats in ons kerkelijk leven gekregen. G.

De Ethiek en de bioscoop.

Die auteur van de studie „De Christelijke Vrijheid" (oud, maar 'niet verouderd) geeft in „De Heraut" den laatsten tijd weer nieuwe b-eschonwingen en praktische wenken inzake de verwikkelde ethische kwesties, waiarmee wij door het „moderne" leven in aanraking worden gebraaht.

De Calvinist kan niet leven uit pure ontkenning, Ook niet tegenover de bioscoop.

Een Christelijke Bioscaop

Al moet bet worden toegejuicht, dat onze Regeering door haar Bioscoopwet de zedelijke gevaren, die aan de bioscooptheaters zijn .verbondsH, ' tracht te beteugelen, vooral met het oog op jeugdige personen, to^h zou deze Bioscoopwet (die intusschea door de Tweede Kamer is verworpen) het kwaad, •dat aan deze theaters kleeft, niet kunnen wegnemen. Zoolang de wereld deze bioscooptheaters in handen •heeft, zullen zij een gevaar voor ons volk blijven. "Vandaar dat de vraag ons gedaan wordt, of we als Christenen volstaan kunnen met tegen deze gevaren te Waarschuwen, en of het niet onze roeping is veeleer zelf de handen uit de mouw te steken en tegenover deze wereldsche biciscopen

andere op te richten, - die dan Idienst zouden kunnen ... doen tot zedelijke opvoeding van ons volk, tot l verbreiding van de wetenschap, om onze kennis f e verrijken van het leven der natuur, van vreemde • landen en volkeren, van nieuwe omtdekkingen on uitvindingen. Zelfs zou de BioBCoop in dienst kunnen worden gesteld van de Zending, doior ons interessante films te geven van de volkeren, de zoden, enz. op de terreinen, waar onz: e Zendingsilienaren arbeiden, en daardoor de belangstelling voor de Zending wgrden geprikkeld. Zoo zou do hioscoop, die thans veelal door zijn prikkelfilms (•en kwaad is, niet alleen een onschuldig genoit worden, maar een niiddel om onze kennis te verrijken en zelfs in dienst worden gesteld van de iiilbreiding - van Gods Koninkrijk.

Op zich zelf hebben we tegen deze gedachte, , door een onzer lezers geopip'erd, geen het minste bezAvaar. We hebben zelf, toen we een vorig maal over de Bioscoopwet schreven, er opi gewezen, dat de-bioscoop een volkomen geoorloofd iets is en dat het zondige gebruik, dat de wereld ervan •m.-iakt, voor ons geen'reden ma.g wezen, om den biosCiOop als zoodanig te verwerpen. Ve& leer was het onze roeping ook deze gave, kunst, of hoe men het noemten wil, op te eischen voor het goed gebruik, waarvoor God ons die gave gegchonken heeft. In geheel-onthouding schuilt voor ons nooit een Christelijk ideaal.

Zelfs is dootr Dr A. Kuyper, toen hij indertijd in de •, , Standaard" óver den bioscoop schreef, lei'echt de opmerking gemaakt, dat de - bezwaren, die men van Christelijke zijde, tegen het Theater of de Koimedie wel heeft aangevoerd, voor den bioscoop niet golden, omdat men hier geen levende personen zag optreden, maar alleen heelden. Het ncteeren van mannen en vrouwen, die in een wereld van schijn zich in moeten leven, heeft bij de opvoering van een bioscoop-vertooning niet plaats. Niet in de vertooning zelf schuilt dan eenig kwaad, maar alleen, in den inhoud der stukken, dio men voor het oog laat afspelen. Zelfs al zou men d'e tocmeelkunst als zoodanig aflteuren, dan zou dit zedelijk oordeel voor den bioscoopi dus niet gelden. Het bezwaar zou alleen bestaan in de z.g. prikkelfilms, met hun voorstellingen van onzedelijken inhoiud of van diefstal en inbraak, waarop .oins volk maar al te belust schijint en die vooi-al op de jeugd zulk een verderfelijken invloed uitoefenen. Kom men deze voorstellingen dus vervangen dooi' goede dramatische stukken, dan zou ilit bezwaar ondervangen zijn. En men z'o(u aldus pogen kunnen, waar de zucht naar den bioiscoojJ vooral .in onze groote steden zoo groot is, aan dit verlangen op betere wij'Ze te voldoen.

Maar zelfs indien men ook daartegen bezwaar had, behoeft de bioscoop' volstrekt niét als het theater' beperkt te worden tot de voorstelling van dramatische handelingen. De film Nederland, die gemaakt is om in het buitenland een voorstelling te geven van ons land en volk, onze steden en gebouwen, omze havens en industrie, heeft met een dramatische voafstelling of wilt men een komediesluk niets te maken en heeft tooh in zeer sterke mate de aandacht getrokken. Evenzoo is dit het geval geweest met de filml Nafloek, die een beeld gaf van het leven der Eskimo's in de Noordpoolstrefcen en beter dan eenige reisbeschrijiving hoe voortreffelijk ook met platen geïllustreerd, ons in kennis bracht met deze volksstauunen en 'het harde leven "dat zij leiden in het land van eeuwige sneeuw en ij's. En men zegge niét, dat de perverse smaak van het publiek alleen van prikkelfilms gediend is cii het daarom een hapelooze zaak is om door .zulke vooretellingen een tegengif te bieden. Het groote succes, dat juist de hier genoemde films hebben gehad, be^^djlst wel het tegendeel. Dat het oprichten van zulke bioscopen een onmogelijkheid zou wezen, omdat zij geen volk zouden trekken en dus niet rendabel zouden wezen, , achten wij daarom niet juist. Men heeft nu' reeds zoogenaamde „witte bioscopen", die geen prikkelfilms opvoeren. Be grood; e 'moeilijkheid zou alleen daarin schuilen, dat het maken van zulke films schatten van geld kost en daarom alleen loont, wanneer deze films in alle bioscoipen worden opgevoerd. Een paar biosopoptheaters zouden die kosten niet kunnen l)etalen. Dat zulk een Christelijke bioscoop een goede geldbelegging zou wezen, gelijk onze lozer meent, betwijfelen we dan oak. Veeleer vreezen we, dat de financieele zijde de klip zal wezen, waarop dit goed opgezette en goed bedoelde plan schipbreuk zal lijden. Maar dit is een vraagstuk, dat hier, waar het alleen de ethische beoordeeling geldt, buiten bespreking kan blijven.

De vraag zou alteen kuTinen opkomen, of de bioscoop, zelfs wanneer hij zoo van 'Christelijke zijde werd aangevat, toch geen gevaar zou opleveren, in zooverre de uithuizigheid er door bevorderd werd. Wc begrijpen het daarom, dat Mr V. H. Rutgers bij de behandeling der bioscoopwet voorstelde om het systeem' van plaatselijke keuze, ook bij de drankbestrijdin^g door hem' voorgestaan, toe te passen en aldus - aan kleinere gemeenten of doirpen de gelegenheid te geven het binnendringen van den bioscoiop te verhinderen. Het rustige' leven op een doa-p', waar de lange winteravonden in den gezelligen familiekring worden doorgebracht, waar ze vooral in Christelijke gezinnen dienen voor geestelijke ontspanning door het lezen van goede lectuur, mag niet verstoord worden door de bioscoopdrukte, die de menschen uit huis naar den bioscoop lokt. Maar in onze groote steden staat de zaak anders. Al miskennen we dit gevaar daarom niet, men zoiu dan met evenveel recht hft houden van Christelijke concerten, Christelij'ke lezingen, enz. 'kunnen afkeuren. Ook dat alles Icikt uit huis. De eisch kan alleei: i gesteld worden, ïïat hier zelfbeperking wordt betracht. Het huiselijk leven moet de hoofdzaak, de ontspanning 'buitenshuis uitzonderin, g bliJTen. i'& SSS''.

Die Ethiek en de drank.

Ik wou, dat ie'm^nd eens een verklaring 'gaf van het feit, dat dezelfde ichristenen, die zoo ascetisch staan tegenover allerlei moderne uitvindingen, so'ms zulk een overmaat van ypjmtoedigheid en vr.ij-zinnigheid toonen tegenover een zaïak, die den duivel (en hem niet lalléén!) zooveel gelegeiüieden schept cmi kwaad te doen, najmelijk Jiet alkoholisme.

Uit een artikel van , 03, Kinap nemen we deze leerzame passage („Oude Paden").

Feiten spreken niet 'minder da, n beginselen, omdat ze de tliearie illustreeren.. , : ; .-^.^., - JM:

Op 'tocgenblik zijn onze hand'wêrkslieden omringd door een wolk van getuigen, die eenparig verklaren, dat de alcohol elke krachLsontwikkeling bemoeilijkt, en dat hij met te mteer ernst gemeden moet worden, omdat hij den arbeider bedriegelij'k het gevoel schenkt als zou hem het werk beter en gemakkelijker afgaan.

Een wolk van getuigen! Wie had vroeger gehoord van een leger zonder hiarketensters en zonder de bekende vierkante flesschen jenever? 't Stond immers vast, dat de soldaten op de zware dagmarschen door alcohol ondersteund moesten worden, anders zouden ze niet bestand zijn tegen de vermoeienissen van de soms buitengewoion lange tochten. Maar nu weet men wel beter. Napoleon merkte bij zijn tocht naar Egypte reeds den gunstigen invloed van het wij'nverboid op de Mohanimedaansche soldaten op, ze hadden niet slechts een grooter •weerstandsvermogen, 'maar aok" genazen hun wonden veel vlugger dan bij de Europeesche soldaten, 't Is ocfc bekend wat generaal Kitchener deed tijldens de Soedan-expeditie; hij liet de drankvaten, die door Grieksche kooplieden binnen het kamp' gebracht Waren meedoogenloos stuk slaan, zoodat de inhoud in het zand wegliep, en hij verklaart mede daaraan de zege te danken gehad te hebben; had men gedronken, de slag bij' Atbare zoiu 'geen zege geweest zijn, want de manschapp'en waren ten gevolge van den. voorafgeganen nachtmarsch en den heeten strijd na den slag zoo vermoeid, dat ze terstond na hun overwiiming in slaap - vielen, , in den bra.ndenden zonneschijn, doch na een paar uren rust stonden zo geheel verfrischt op en konden hun behaalde zegepraal vieren. Met zool zeer vermoeide mannen wint men geen slag, wanneer ze bovendien gealcoholiseerd zijn!

, Daar zijn verder de sportmannen, die getuigenis a'fle.ggen' van de heilzaamlieid der onthouding. Van hun krachten wordt' meer ge'ëischt dan van een handwerksman, en men weet-hoe ze vcor verreweg het' grootste gedeelte over den alcohol denken; de wieliijiders, de bergbeklimm'ers, de turners, de zwemmers, de schaatsenrijders, de hardloopers —• om 't even welke sport men beoefent, — ze zijn het er allen over eens, dat men zich óf geheel óf tenminste gedurende den training-tijd van alle bedwelmende dranken moet onthouden.

Daar zijn voorts in Engeland, waar men ons in dit opzicht vooruit is, niet minder dan vijf millioen menschen die zonder een droppel alcohol te gebruiken bij alle soort van beroepsarbeid gezond en met blijden levensmoed hun dagtaak geregeld vervuilen. Onder hen bevinden zich de ijzerwerkers, die het bijzonder hard te verantwoorden hebben. Dicht bij de wit-gloeiende ovens doen ze hun werk, sommigen met ijzeren maskers en beenschachten voor om zich tegen den regen van gloeiende vonken te beschermen; anderen, die zich in doornat ruw zakkenlinnen wikkelen voordat zij' den strijd met het gloeiende ijzer wagen; ... en men merkt in die ijzergieterijen op, dat de beste werklieden de onthouders zijn, die in de rusttijden havcrmeel met water drinken.

't Wordt tijd, dat deze dingen ook in onze arbeiderskringen meer navolging vinden. Zeker, er valt vooruitgang te cbnstateeren, men denke slechts aan, den algemeenen diamantbewerkersbond, die op dit gebied alle andere vakvereenigingen vooridt is. Geen 40 jaar geloden stonden de diamantbevverkers bekend wegens hun drankzucht, de helft van het loon ging naar de kroeg, en op de werkplaatsen werd bij elke denkbare gelegenheid op drank getracteerd. Thans tracteert men er op gebakjes 1 Wat meer zegt: het aanzienlijke Vereonigingshnis der diamantbewerkers is volkomen alcohol-vrij!

. We gaan dus vooruit. Onze arbeiders zien meer en meer in, dat ze hun lichaamskracht reeds zonder drank spoedig genoeg verliezen en het eigenlijk dwaas is nog met den krachtroover Alcohol te heulen, 't Kan hun ook niet ontgaan, dat er met een nuchter hoofd beter arbeid geleverd wordt,

minder ongevallen voorkomen, en meer vrede in de werkplaats heersoht, allemaal dingen die hen aan het denken moeten brengen.

't Is waar, dat vooroordeelen taai zijn: één dier vooroordeelen is dat men in arbeiderskringen dikwijls hoort zeggen: „'kvoel toch, dat het werk mij gemakkelijker al^aat wanneer ik iets . heb gebruikt ; — men worde niet moede hierop te antwoorden, dat dit gevoel niets anders dan zelfbedrog is en voortkomt üit eene door den alcohol bewerkte verdooving van het moeheids-gevoel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOuW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's