GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Apollos.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apollos.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

..... En als hem Aquila en Priscilla gehoord hadden, namen zij hem tot zich en legden hem den weg Gods onderscheidenlijker uit. Hand. 18:26.

Onder de problemen, die we tegenwoordig rijt zijn, (als r ij k' daax tenminste het goede woord voor is) behoort ook' dat van de intellectueel en.

Met i n t e 11 e c t u e e 1 e n worden dan b edoel d gemieenteleden, die een bijzondere miate van riïfwilc'keling hebben, die Wat meer geleefd j hebben dan recht toe recht aan. Want ofschoon Ihet woord intellectueel afkomstig is Van intellect of verstand, zal toch niemand beweren, ]isl zij, die met dien naanï genoemd worden, ook' rwerkelijk ialtijd in verstand boven de onge-, schoolde eenvoudigen uitstegen. Neen, het verschil I ligt daarin, dat zij door opleiding en opvoeding of '/misschien wel dooT eigen onderzoek! zich' meer ; hebben kunnen ontwikkelen, al staat een en ander • menigmaal ooiki niet aanleg en begaafdheid in , Terband.

Deze intelléctueelen worden wel weer nader onderscheiden in zul'ken, die egn academisch-weten-L schappelijke opleiding hebben genoten, en anderen' ; die dat voorrecht missen, en zich met een mindere vorming moeten behelpen.

Nu wil ik van onze zoogenaamde „ontwikkelden" niels kwaads zeggen, noch de eenvoudige ongeletterden tegen hen uitspelen, maar het feit, dat zoo nu en dan het „probleem van het intellect" weer opduikt, toont, dat we niet altijd de harmonische saamvoeging der meer-en minder ontwik'feldcn in ons kerkelijk leven hebben bereikt. En ; toch is het onze dure roeping er naar te streVen, ; want daar ligt een groote zegen Gods in. Die zegen ; wordt geweerd, als de intellectueel zich hoogmoe-; '3ig boven de gewoine schare verheft, of zich uit de . hoogte tot haar neerbuigt.

Maar evenzeer wordt die zegen geweerd als de ongeschoolden de rijker-ontplooidé gaven en meerdere kennis der beter-ontwikkelden versmaden en er op smalen.

Eerst als beide groepen elkaar aanvullen en , door onderlingen uitruil van. denkbeelden elkaar sterken en verrijken, eerst dan brengt alle geestelijk 'kapitaal, dat Christus aan Zijne Kerk gaf, de hoogste rente op. Dan is er gemeenschap der heiligen in den schoonsten zin des woords.

Wat hebben we daar een mooi voorbeeld van te Efese in Apollos, Aquila en PrisciUa. Apoilos was daar de intellectueel.

Aquila en Priscilla daarentegen eenvoudige, ongeleerde handwerkslieden, tentenmakers.

Apollos was een fijne geest, een rijk'-begjaafde, 'fetenschappelijk-ontwikkelde Jood, afkomstig uit Alexandrië, dat toentertijd een centrum van geleerdheid was. Hij was gevormd als een Grieksche ^ttltuurmensch. En wat Ihad hij een kennis van "et Oude Testament. Daarbij beschikte hij over *n rijk spreektalent, was vurig van geest en had sterke arbeidskracht en - lust. Ook was hij van "•^^ evangelie der genade Gods in Christus niet vreemd gebleven. Hij was daar zelfs in onderwezen, maax wist er toch nog niet genoeg van, daar zijn leeraars, blijkbaar afkomstig uit de school van Johannes 'den Dooper, hem niet verder dan tot den Doop van Johannes hadden kunnen leiden.

Toch brandde hij van ijver dit evangelie van het Lam Gods, dat de zonden der wereld weg-• neemt aan de Joden . te prediken, en wel na; ar aanleiding van de Schriften des Ouden Verbonds.

Zoo komt hij ook te Efese en spreekt daar vrijmoedig in de synaigdge.

Daar hoeren hem Aquila en Priscilla, de eenvoudige trouwhartige vrienden van Paulus, die zooveel met dezen gesproken, en zooveel van hem geleerd hebhen, die de Christusprediking ontvangen hebben uit de .allereerste hand, en nu den eenigen trooBt in leven en sterven kennen en geniéten.

Zij hooren Apollos, vinden zijn rede schoon, verblijdeh zich in zijn rijke gaven, in zijn trouwe toe^ wijding, in de vurigheid van zijn gieést, in zijn diepindringende kennis van het Woord, maar bemerken tevens, dat hij er itn'et het evangelie van Christus nog niet is, dat hij daarin en daarvian nog heel wat leeren moet.

En wat is nu het treffende?

Diat zij, de ongesdhcolde arbeidersmenschen, niet uit de hoogte over Apollos-, den staf breken. Pat ze niet zeggen: wat 'n stunioerd bij Paulus vetgëlèkeh! Dat ze niet smalen": wat'mloet die jonge man met al zijn geleerdheid en zijn mooie woorden! Dat treedt daar zoo vrijmoedig op!

Ook maken ze hem niet verdacht bij anderen als een' jong eigendunkelijk mannetje, bij wien het alles in het hoofd en op de tong ligt, en maar weinig in het haft.

Diat valt te meer op, omdat Apollos had wat hun vereerde en geliefde Paulus miste-, n.l. schitterende gave van welsprekendheid. Diaardoor te eer hadden Aquila en Priscilla geprikkeld kunnen worden om dezen nieuwen prediker te bedillen.

IjOt er verder op, dat ze zich niet aan Apollos opdringen en niet zeggen: och man, wat ben je nog een stumperd! Werp je wetenschap' eens overbooTd en laat je nu eens van Gods volk leeren.

Niets van dat alles.

In stille liefde nemen ze ApoUois tot zich in huis, spreken daar met hem!, rustig, kalm', in het verborgene, met alle waardeering voor zijn gaven, met alle blijdschap over zijn Kam'st, en vertellen hem dan zoo gaandeweg meer van Paulus' onderwijs over Christus, van het werk' des H. Geestes, en de waarheid, die naar de godzaligheid is.

Ze gaan niet boven dezen jongen broeder staan, maar naast hem; , hand in hand, hart'aan hart. Ze zien, dat de Heere in hem iets groots, iets goeds , aan Zijne Kefk geeft.

En nu Vullen zij zijn kennis en inzicht aan, legg'an hem den weg Gods ondersdheidenlijker uit.

En het mooie aan den anderen kant is dat die wetenschappelijk-gevormde redenaar, die vurige ta^ lentvolle jonge man, die echte intellectueel ootmoedig genoeg is om jals een kind naar hen te luisteren en zich te laten onderwijzen door deze eenvoudige trouwe zielen, die door Gods Geest worden igeleid, ja, dat hij him onderwijs gretig en dankbaar aanvaardt.

Nu zijn ze met eDdaar rijk. En voor elkaar tot zegen.-'

Zoo komt er harmonische ontplooi'ing van alle gaven en krachten, en saambinding in waarachtige gemeenschap der heiligen.

Hebben wij van Apollos, Aquila en Priscilla niets meer te leeren ?

Of kiinnen zij ons mogelijk — b.v. als wij bezig zijn „het cultuurprobleem der intelléctueelen" op te lossen — met hun drieën „den weg Gods wat onderscheidenlijker uitleggen ? "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Apollos.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's